zondag 28 maart 2010

Hoofdstuk 2.9: Profetieen in de bijbel (toekomstvoorspellingen)

9. Bewijs van Goddelijke inspiratie door uitgekomen toekomstvoorspellingen (profetieën)


Jezus Christus is absoluut het belangrijkste figuur uit de bijbel maar hoe zit het eigenlijk met de rest van het boek, of beter gezegd, collectie van geschriften? De bijbel beweert namelijk het werk te zijn van profeten, de boodschappers van God. Dat is nogal een behoorlijk grote claim. De vraag is of de bijbel dit ook waar kan maken? Wat is er zo bijzonder aan de bijbel? Er zijn genoeg andere zogenaamde heilige boeken die worden gezien als het woord van God; de koran van de moslims, de Vedas van de Hindoes, etc.

Dus wat maakt de bijbel dan zo bijzonder? Er zijn honderden religies geweest op de wereld die allemaal beweerde de ware religie te zijn, dus wat heeft de bijbel dan in te brengen?

Iedereen kan wel beweren voor God te spreken, iedereen kan beweren een profeet te zijn. Maar kan diegene het ook waar maken dat hij daadwerkelijk voor God spreekt? Maar hoe kunnen wij met name het ware woord van God onderscheiden van valse religie? Hoe toont God aan dat Hij degene is die de boodschap brengt?

Het antwoord is vrij simpel. Wat kan een tijdloos, alwetend en overal aanwezig wezen wel wat wij mensen niet kunnen? Lees wat God hier zegt via de profeet Jesaja:

Isaiah 46:9-10
I am God, and there is no other;
I am God, and there is none like me.
I make known the end from the beginning,
from ancient times, what is still to come. I say: My purpose will stand, and I will do all that I please.


Jesaja 46:9-10
Ik ben God, en er is geen andere,
Ik ben God en niemand is aan Mij gelijk.
Ik verkondig u het einde vanaf het begin,
en vooraf wat nog niet is gebeurd.
Ik zeg: Mijn besluit wordt uitgevoerd,
en al wat Mij behaagt breng Ik tot stand,



God kan een mens tot profeet maken en hem laten doen wat geen enkel mens kan, en dat is beschrijven wat er in de toekomst gaat gebeuren, voordat het gebeurd.

De bijbel staat vol met deze zogenaamde profetieën, maar ik zal me hier echter bij een paar voorspellingen houden en me beperken tot slechts twee profeten: Ezechiel en Daniel.


Wat je nog moet weten over de datering van de bijbel

Zoals ik al eerder heb verteld bestaat de bijbel uit 66 boeken die over een periode van meer dan 1000 jaar geschreven zijn. Vroeger was het echter lastig om profetieën te bevestigen aangezien de oudste kopieën van de bijbel toen der tijd van ver na Christus waren. Het was dus vrijwel niet te bevestigen hoe oud de bijbel nu werkelijk was. Daar kwam verandering in toen in 1947 in een grot bij de dode zee een stel zeer oude manuscripten werden gevonden. Hieronder bevonden zich kopieën van het oude testament. Door koolstof datering kon worden vastgesteld hoe oud deze kopieën waren en ze dateerde allemaal van eeuwen voor Christus.

Dit is belangrijk omdat we zeker moeten zijn dat de voorspellingen ook daadwerkelijk zijn geschreven VOOR dat de gebeurtenissen die ze beschrijven plaats hebben gevonden.

Ik ga eerst “algemene” voorspellingen geven van de profeet Ezechiel en Daniel. Daarna ga ik specifiek in op de voorspellingen rondom de komst, leven en dood van de messias en ik laat daarmee zien dat Jezus Christus de messias is die in de Joodse geschriften werd voorspeld.

Maar laten we eerst eens kijken naar een hele precieze voorspelling die vrij recentelijk is uitgekomen, namelijk in 1948.



De profeet Ezechiel: de hergeboorte van Israël

Ik begin gelijk met twee van mijn favorieten voorspellingen aangezien dit voorspellingen zijn waarvan sceptici er zo vaak op wijze dat ze niet uitgekomen zijn. Ik zal laten zien hoe fout ze dat hebben en hoe specifiek en precies deze voorspellingen wel niet zijn.

Laten we beginnen met de verbanning van de Joden uit hun land.

In de tijd van Ezechiel was Israël overwonnen door Babylon en de Israëlieten leefde als gevangenen, in ballingschap, in Babylon. Ze waren uit hun land verdreven. God liet dit gebeuren als straf vanwege de ongehoorzaamheid van Israël. De profeet Jeremia vertelde al dat ze 70 jaar in Babylon zouden moeten blijven, maar ondanks dat ze dan weer terug konden, zouden ze onderdrukt blijven en geen onafhankelijk land kunnen zijn, maar altijd onder de regering van een ander vallen.

God vertelde echter aan Ezechiel hoe lang de straf van Israël zou duren. Ezechiel beeldde hier op symbolische wijze de belegering van Jeruzalem uit, wat inhield dat zolang deze belegering voortduurde, de Joden niet terug hun beloofde land in konden; tenminste niet zonder onder het gezag te staan van een ander land. Dus al die tijd zouden zij uit hun land verbannen blijven of ze zouden in hun heilige land in dienst staan van een andere autoriteit en geen onafhankelijke natie kunnen zijn.

Ezechiel 4:1-7
De belegering van Jeruzalem gesymboliseerd
1 Mensenkind, neem een kleitablet voor je en teken daarop een stad: Jeruzalem. 2 Sla het beleg voor de stad, werp een belegeringswal op, maak een bestormingsdam, richt een legerkamp in en zet stormrammen om de stad heen. 3 Neem dan een bakplaat, zet die als een ijzeren muur tussen jou en de stad en richt je blik op haar: de stad wordt belegerd en jij bent de belegeraar. Dit alles zal een teken zijn voor het volk van Israël. 4 Daarna moet je op je linkerzij gaan liggen en die de schuld van het volk van Israël laten dragen – alle dagen dat je op je zij ligt, zul je hun schuld dragen. 5 Driehonderdnegentig dagen lang geef ik je die last te dragen, één dag voor elk jaar dat het volk van Israël schuldig is geweest. 6 Wanneer je die dagen hebt volgemaakt, ga je vervolgens op je rechterzij liggen om de schuld van het volk van Juda te dragen, veertig dagen lang: één dag voor elk jaar geef ik je die last te dragen. 7 Je moet je blik op het belegerde Jeruzalem gericht houden, met ontblote arm, en tegen de stad profeteren.


Ok, wat heeft God dus precies voorspeld:

- De symbolische belegering van Jeruzalem duurt 390 dagen + 40 dagen = 430 dagen
- Iedere dag dat Ezechiel de zonde van Israël en Juda draagt staat gelijk aan een jaar
- Israël zal dus geen onafhankelijk land worden voor 430 jaar voorbij zijn na de verbanning.

Nu moeten we even wat jaartallen vaststellen:

- De bevolking van Israël werd door de Babyloniers gevangen genomen
Die ballingschap in Babylon eindigde 70 jaar later, dat was in 536 v. Chr. al bleef een groot gedeelte van de bevolking van Israël nog achter. De ballingschap eindigde omdat 2 jaar daarvoor Babylon was veroverd door de Perzen.
- Als we dus 70 jaar aftrekken van Ezechiel’s 430 jaar, dan blijft er nog 360 jaar aan straf over.
- Dit houdt in dat de bevolking van Israël weer onafhankelijk zou worden en weer terug in hun land zouden komen in het jaar 176 v. Chr.


De vraag is nu dus, wat is er gebeurd in 176 v. Chr.? Is Israël toen weer een onafhankelijk land geworden?

Het antwoord is.... nee.

Wat is er gebeurd? Is de voorspelling dan niet uitgekomen?

Oh de voorspelling is weldegelijk uitgekomen. Ik heb echter nog iets voor je verzwegen. Ik kan dit het beste uitleggen aan de hand van een voorbeeld van de profeet Jona. God zei namelijk dat de stad Nineve in 40 dagen zou worden weggevaagd vanwege de zonden die de inwoners gepleegd hadden.

Maar de stad werd niet weggevaagd 40 dagen later.

Maar waarom niet dan? De reden hiervoor was omdat de vernietiging van de stad de straf zou zijn voor de zonden van de inwoners. Maar aangezien de inwoners van Nineve zich van hun zonde afkeerde en vergiffenis aan God vroegen, werd hun stad niet vernietigd.

Met andere woorden; God zei dat de stad zou worden vernietigd, maar de voorwaarde voor die voorspelling was dat de mensen in hun zonden zouden blijven. Aangezien de mensen voor God kozen en ervoor kozen om aan God te gehoorzamen kwam de voorspelling niet uit want de voorwaarde voor de voorspelling was ongedaan gemaakt.

Uiteraard wist God al (aangezien hij alwetend is) dat Nineve zich van hun zonden zouden afkeren als hij Jona naar hen zou toesturen om te voorspellen dat over 40 dagen de stad vernietigd zou worden.

Maar een gelijksoortige voorwaarde hing ook aan de voorspelling van Ezechiel. De straf van Ezechiel was namelijk als resultaat van de ongehoorzaamheid van Israël. Dit hield dus in dat als wanneer Israël hun straf zou hebben uitgezeten en zich van hun zonden zouden hebben bekeerd de straf zou zijn voltooid zoals Ezechiel had gezegd. Maar dat is niet wat Israël deed. In plaats daarvan bleven ze zondigen en ongehoorzaam zijn aan God. En God wist al dat dit zou gebeuren zoals we kunnen lezen in Leviticus, het derde boek van de bijbel dat al voor Ezechiel was geschreven. God waarschuwde hierin Israël tot 4 maal toe dat als Israël ongehoorzaam zou BLIJVEN, dat hun straf dan 7 keer verergerd zou worden:

Leviticus 26:17-18
17 Ik zal mij tegen jullie keren, zodat jullie door je vijanden verslagen worden. Jullie zullen worden overheerst door mensen die je haten, en op de vlucht slaan, zelfs als niemand je verjaagt. 18 Als jullie mij dan nog niet willen gehoorzamen, zal ik de straf voor jullie zonden zevenmaal zo zwaar maken
Leviticus 26:21
21 Als jullie tegen mij in blijven gaan en mij niet willen gehoorzamen, zal ik de straf voor jullie zonden nog zevenmaal zo zwaar maken
Leviticus 26:23-24
23 Als jullie hieruit geen lering trekken en tegen mij in blijven gaan, 24 zal ik op mijn beurt ook tegen jullie in gaan. Zevenmaal zo streng zal ik jullie voor je zonden straffen
Levitucus 26:27-28
27 Als jullie hierna nog niet naar mij willen luisteren en tegen mij in blijven gaan, 28 zal ik van mijn kant nog eens zo hard tegen jullie in gaan en je zevenvoudig voor je zonden straffen:


Het lijkt me dus duidelijk dat God zegt dat wanneer Israël hem ongehoorzaam blijft na hun straf dat Hij hun straf vereenvoudigt.

Nadat Israël uit Babylon kwam, luisterde Israël echter niet naar deze waarschuwingen en bleven zondigen tegen God. En zoals God had gezegd, werd hun straf 7 keer verergerd.

Israël kwam dus terug uit Babylon in 536 v. Chr en ze hadden oorspronkelijk nog 360 jaar tegoed aan de oorspronkelijk straf voorspeld door Ezechiel. Maar door hun blijvende ongehoorzaamheid was deze straf dus 7 keer zo lang gemaakt.

Dus in plaats van 360 jaar, werd de straf dus 2520 jaar. Het zou dus 2520 Bijbelse jaren duren voordat de Joden weer bij elkaar in een onafhankelijk Israël zouden wonen.

Van de Bijbelse kalender tot onze hedendaagse kalender.

Voordat we kunnen uitrekenen in welk jaar de Joden dan weer terug in Israël zouden komen, moeten we er eerst rekening mee houden dat dit de Bijbelse kalender betreft. De kalender die we vandaag de dag gebruiken bestond toen nog niet.

Ons jaar duurt 365,25 dagen (de 0,25 wordt 4 jaar lang opgeteld en dan op het 4e jaar als een extra dag geteld. Dat noemen we een schrikkeljaar) Maar een jaar op de Bijbelse kalender duurt maar 360 dagen (let op: ik bedoel niet de JOODSE kalender. We hebben tenslotte een bepaalde meting vanuit de bijbel zelf nodig)

Dat zien we bijvoorbeeld in openbaring 11:2-3

Openbaring 11:2-3
2 De voorhof buiten de tempel moet je overslaan. Meet die niet op, want hij is bestemd voor de heidenen, die de heilige stad tweeënveertig maanden lang zullen vertrappen. 3 Ik zal mijn twee getuigen opdracht geven om te profeteren. Gedurende twaalfhonderdzestig dagen zullen ze dat doen, gehuld in een boetekleed.

Zoals je hier ziet staat 42 maanden gelijk aan 1260 dagen.
Als een bijbels jaar 360 dagen duurt, staat iedere maand gelijk aan 30 dagen.
42 X 30 = 1260

Een bijbels jaar duurt dus 360 dagen
Op de huidige kalender duurt een jaar 365,25 dagen

Dus om uit de rekenen wanneer de straf van Israël eindigt op onze huidige kalender moeten we de Bijbelse jaren omrekenen naar onze moderne jaren.

Als we dus de 2520 Bijbelse jaren van 360 dagen per jaar, omrekenen naar moderne jaren van 365,25 dagen per jaar, dan komen we uit op 2483,8 jaar.

De laatste informatie die we moeten weten is dat we niet precies de maand weten waarin de verzevenvoudiging van toepassing werd aangezien we niet weten wanneer de ballingschap precies ophield. Bovendien ging niet heel Israël weg uit Babylon en niet alle mensen die weg gingen, gingen op hetzelfde moment weg. We zullen dus met afrondingen moeten werken.

Dus 2483,8 jaar wordt 2484 jaar afgerond. En 536 v.Chr is dus in feite 1 Januari 536 v. Chr. al zal dat waarschijnlijk niet de juiste dag en maand zijn.

De som wordt dus als volgt afgerond op jaartal in plaats van op maand:

536 v.chr.+ 2484 jaar = 1948 n. Chr.

Dat wil dus zeggen dat aangezien we de precieze begindatum niet weten, ergens in of rondom het jaar 1948 de straf van Israël tot een einde kwam.

En wat zeggen de geschiedenisboeken over wat er gebeurde in 1948?

Dit komt van http://nl.wikipedia.org/wiki/1948

14/15 - In de nacht van 14 op 15 mei werd in een vergadering van de Joodse Nationale Raad in het Museum van Tel Aviv de nieuwe staat Israël uitgeroepen door David Ben-Gurion, de eerste premier van het land. Einde van het Brits mandaat over Palestina op 15 mei. In de weken en maanden van oorlog die daarop volgden vertrok het merendeel der Arabieren uit het Joodse gedeelte of zij werden verdreven en werden de meeste van de vroegere Arabische bewoners van Palestina statenloze vluchtelingen

Ook als we kijken onder de sectie over de geschiedenis van Israël: http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_Isra%C3%ABl#Isra.C3.ABlische_onafhankelijkheidsverklaring_14_mei_1948

Op 15 mei 1948 loopt het Britse mandaat voor Palestina af. In anticipatie hierop roept het Joods Agentschap een dag eerder de staat Israël uit.[11]. De Amerikaanse president Truman erkent Israël binnen een half uur de facto; formele erkenning zal tot 1949 op zich laten wachten. De Sovjet-Unie en vrijwel al haar satellietstaten alsook Zuid-Afrika en Ierland erkennen Israël vrijwel onmiddellijk volledig. De Sovjet-Unie draagt er zorg voor, dat Israël grootscheeps de wapens in Tsjecho-Slowakije kan kopen, die de komende strijd tussen joden en Arabieren in het voormalige Mandaatgebied Palestina mede zullen beslissen.


Conclusie van deze voorspelling

God vertelde via Ezechiel hoe lang de verbanning van de Joden zou duren, maar deze straf werd door de herhaaldelijke ongehoorzaamheid van Israël 7 keer verlengd. Maar God hield woord en Israël werd, precies 7 keer de lengte van Ezechiel’s voorspelling, herboren als een onafhankelijk natie.
Sceptici beweren vaak omtrent toekomst voorspellingen dat wanneer deze uitkomen ze slechts “selffulfilling prophecy's” waren. Dat houdt in dat de voorspelling alleen maar is uitgekomen DOORDAT de voorspelling gemaakt was en dat de mensen juist vanwege deze voorspelling zelf er voor gezorgd hebben dat de voorspelling uitkwam. Maar hoe is die logica van toepassing op deze voorspelling? Nog nooit eerder is een volk meer dan 2000 jaar uit elkaar gehaald en heeft desondanks haar identiteit behouden. Het bijeenkomen in hun eigen Israël in precies dat jaar in plaats van in een ander jaar is niet iets waar de Joden controle over hadden kunnen hebben. Jeruzalem is al die tijd onder de controle geweest van verscheidene regeringen maar precies in 1948 valt Israël weer als een onafhankelijke natie onder Joods gezag.

God zei dat het zou gebeuren, dus gebeurde het.



De profeet Ezechiel: de verwoesting van de stad Tyrus

De volgende profetie is er een waarvan Atheïsten vaak beweren dat het een niet-vervulde profetie is. Maar hebben ze daar wel gelijk in? De vernietiging van Tyrus is namelijk een zeer goed voorbeeld van een zeer specifieke vervulde profetie.

Eerst even wat inleidende informatie; Tyrus was een stad in Kanaän, wat nu Libanon heet, wat als een havenstad diende voor de Feniciërs. Tyrus lag gedeeltelijk op een eiland en gedeeltelijk op het vaste land. De stad lag ongeveer 20 kilometer verwijderd van de grens van Israël. Tyrus was een van de vijanden van Israël, God’s gekozen volk. En God keerde zich tegen Tyrus. Hier is wat Ezechiel zei:

Ezekiel 26:1-2 (engelse versie)
1 In the eleventh year, on the first day of the month, the word of the LORD came to me: 2 "Son of man, because Tyre has said of Jerusalem, 'Aha! The gate to the nations is broken, and its doors have swung open to me; now that she lies in ruins I will prosper,'

Ezechiel 26:12 (nederlandse versie)
1 In het elfde jaar, op de eerste dag van de maand, werd het woord van de HEER tot mij gericht: 2 ‘Mensenkind, omdat Tyrus over Jeruzalem uitgeroepen heeft: “Haha! Vernield is de ontmoetingsplaats van de volken; haar macht valt mij toe; nu zij verwoest is kan ik mij verrijken”


God sprak via de profeet Ezechiel dat Tyrus vernietigd zou worden en zei heel specifiek hoe dat zou gebeuren. Laten we nu kijken naar de voorspelling en laten we daarna bespreken waarom sceptici beweren dat deze voorspelling niet is uitgekomen.

Ezekiel 26:3-14 (engelse versie)
3 therefore this is what the Sovereign LORD says: I am against you, O Tyre, and I will bring many nations against you, like the sea casting up its waves. 4 They will destroy the walls of Tyre and pull down her towers; I will scrape away her rubble and make her a bare rock. 5 Out in the sea she will become a place to spread fishnets, for I have spoken, declares the Sovereign LORD. She will become plunder for the nations, 6 and her settlements on the mainland will be ravaged by the sword. Then they will know that I am the LORD.

7 "For this is what the Sovereign LORD says: From the north I am going to bring against Tyre Nebuchadnezzar king of Babylon, king of kings, with horses and chariots, with horsemen and a great army. 8 He will ravage your settlements on the mainland with the sword; he will set up siege works against you, build a ramp up to your walls and raise his shields against you. 9 He will direct the blows of his battering rams against your walls and demolish your towers with his weapons. 10 His horses will be so many that they will cover you with dust. Your walls will tremble at the noise of the war horses, wagons and chariots when he enters your gates as men enter a city whose walls have been broken through. 11 The hoofs of his horses will trample all your streets; he will kill your people with the sword, and your strong pillars will fall to the ground.

12 They will plunder your wealth and loot your merchandise; they will break down your walls and demolish your fine houses and throw your stones, timber and rubble into the sea. 13 I will put an end to your noisy songs, and the music of your harps will be heard no more. 14 I will make you a bare rock, and you will become a place to spread fishnets. You will never be rebuilt, for I the LORD have spoken, declares the Sovereign LORD.


Ezechiel 26:3-14 (Nederlandse versie)
daarom, zo spreekt de Heer GOD, keer Ik mij tegen u, Tyrus! Talloze volken laat Ik tegen u optrekken, zoals de golven van de zee. 4 Ze zullen de muren van Tyrus vernietigen, zijn torens omverhalen. Zelfs het puin zal Ik wegvegen en die plek zal Ik tot een kale rots maken, 5 een droogplaats voor netten zal het worden, midden in de zee. Op mijn woord – godsspraak van de Heer GOD – het zal een prooi van de volken worden 6 en zijn dochters van het vasteland zullen met het zwaard worden gedood. Ze zullen erkennen dat Ik de HEER ben.

7 Want, zo spreekt de Heer GOD: Uit het noorden laat Ik Nebukadnessar, de koning van Babel, de koning der koningen, naar Tyrus komen, met paarden, wagens, een grote groep ruiters en een grote menigte voetvolk. 8 Uw dochters van het vaste land zal hij in het veld met het zwaard doden. Hij zal u omsingelen en belegeren. 9 Met zijn stormram zal hij op uw muren beuken en met breekijzers uw torens slopen. 10 Met zoveel paarden komt hij op u af dat de stofwolken u zullen bedekken. Door het gedreun van de ruiters en de bulderende wagens zullen uw muren beven als hij uw poorten binnentrekt, zoals dat gebeurt wanneer men een bres geslagen heeft. 11 De hoeven van zijn paarden zullen al uw straten stuk stampen; uw inwoners zal hij met het zwaard doden; uw trotse zuilen zullen tegen de grond gaan.

12 Ze zullen uw rijkdommen plunderen, uw koopwaar buit maken, uw prachtige huizen afbreken, uw muren omverhalen, uw stenen, houtwerk en puin in zee storten. 13 Ik zal uw gezang en muziek laten verstommen en de klank van uw lieren zal niet meer worden gehoord. 14 Ik zal een kale rots van u maken, een droogplaats voor netten zult u zijn en nooit meer zult u worden opgebouwd. Zo heb Ik, de HEER, gesproken – godsspraak van de Heer GOD.’

Waarom is deze voorspelling zogenaamd niet uitgekomen?

Sceptici wijzen er op dat we vanuit de geschiedenis weten dat Koning Nebukadnessar van Babylon (tja, de namen in de Bijbelse tijd waren vrijwel niet uit te spreken) Tyrus helemaal niet vernietigd heeft. Nebukadnessar heeft namelijk Tyrus wel 13 jaar belegerd maar is niet verder gekomen dan het veroveren van het vasteland gedeelte van Tyrus. Maar toen hij het vasteland gedeelte binnen viel merkte hij dat een groot gedeelte van de bevolking samen met de kostbaarheden uit de stad naar het eiland gedeelte waren gevlucht. Het eiland gedeelte kreeg hij echter niet vernietigd en na 13 jaar is er uiteindelijk een verdrag gesloten tussen Tyrus en Babylon en de stad bleef ondanks alles intact. Dat is wat de geschiedenisboeken ons vertellen over de belegering van Nebudkadnessar.

Heeft de bijbel dan gefaald? Is deze voorspelling dus niet uitgekomen?

De sceptici hebben helemaal gelijk betreffend wat we weten uit de geschiedenis. De geschiedenisboeken zijn volledig correct. Waar de sceptici het mis hebben is dat ze denken dat de voorspelling was dat Nebudkadnesser degene was die de stad zou vernietigen.

Het probleem is dat de sceptici de voorspelling simpelweg niet goed lezen. Laten we nog een keer de tekst bekijken en noteren wat de Ezechiel nu precies voorspeld heeft:

Ezechiel 26:3-14 (nederlandse versie)
daarom, zo spreekt de Heer GOD, keer Ik mij tegen u, Tyrus! Talloze volken laat Ik tegen u optrekken, zoals de golven van de zee. 4 Ze zullen de muren van Tyrus vernietigen, zijn torens omverhalen. Zelfs het puin zal Ik wegvegen en die plek zal Ik tot een kale rots maken, 5 een droogplaats voor netten zal het worden, midden in de zee. Op mijn woord – godsspraak van de Heer GOD – het zal een prooi van de volken worden 6 en zijn dochters van het vasteland zullen met het zwaard worden gedood. Ze zullen erkennen dat Ik de HEER ben.

7 Want, zo spreekt de Heer GOD: Uit het noorden laat Ik Nebukadnessar, de koning van Babel, de koning der koningen, naar Tyrus komen, met paarden, wagens, een grote groep ruiters en een grote menigte voetvolk. 8 Uw dochters van het vaste land zal hij in het veld met het zwaard doden. Hij zal u omsingelen en belegeren. 9 Met zijn stormram zal hij op uw muren beuken en met breekijzers uw torens slopen. 10 Met zoveel paarden komt hij op u af dat de stofwolken u zullen bedekken. Door het gedreun van de ruiters en de bolderende wagens zullen uw muren beven als hij uw poorten binnentrekt, zoals dat gebeurt wanneer men een bres geslagen heeft. 11 De hoeven van zijn paarden zullen al uw straten stuk stampen; uw inwoners zal hij met het zwaard doden; uw trotse zuilen zullen tegen de grond gaan.

12 Ze zullen uw rijkdommen plunderen, uw koopwaar buit maken, uw prachtige huizen afbreken, uw muren omverhalen, uw stenen, houtwerk en puin in zee storten. 13 Ik zal uw gezang en muziek laten verstommen en de klank van uw liederen zal niet meer worden gehoord. 14 Ik zal een kale rots van u maken, een droogplaats voor netten zult u zijn en nooit meer zult u worden opgebouwd. Zo heb Ik, de HEER, gesproken – godsspraak van de Heer GOD.’


Wat voorspelt Ezechiel dus:

- Talloze volkeren zullen tegen Tyrus optrekken
- Tyrus zal een kale rots worden waar vissers hun netten te drogen zullen hangen
- Nebukadnessar zal tegen Tyrus optrekken en het vasteland vernietigen
- De stenen, houtwerk en puin van Tyrus zal in de zee geworpen worden.
- Tyrus zal nooit meer herbouwd worden

Wat we ook zien is dat er een duidelijk middenstuk zit in de tekst. Ik heb deze er uitgelicht door een spatie te plaatsen tussen vers 6 en 7 en vers 11 en 12. Laten we namelijk eens kijken naar het taalgebruik in de stukken, of beter gezegd, over WIE de stukken gaan:

Ezechiel 26:3-14 (nederlandse versie)
daarom, zo spreekt de Heer GOD, keer Ik mij tegen u, Tyrus! Talloze volken laat Ik tegen u optrekken, zoals de golven van de zee. 4 Ze zullen de muren van Tyrus vernietigen, zijn torens omverhalen. Zelfs het puin zal Ik wegvegen en die plek zal Ik tot een kale rots maken, 5 een droogplaats voor netten zal het worden, midden in de zee. Op mijn woord – godsspraak van de Heer GOD – het zal een prooi van de volken worden 6 en zijn dochters van het vasteland zullen met het zwaard worden gedood. Ze zullen erkennen dat Ik de HEER ben.

7 Want, zo spreekt de Heer GOD: Uit het noorden laat Ik Nebukadnessar, de koning van Babel, de koning der koningen, naar Tyrus komen, met paarden, wagens, een grote groep ruiters en een grote menigte voetvolk. 8 Uw dochters van het vaste land zal hij in het veld met het zwaard doden. Hij zal u omsingelen en belegeren. 9 Met zijn stormram zal hij op uw muren beuken en met breekijzers uw torens slopen. 10 Met zoveel paarden komt hij op u af dat de stofwolken u zullen bedekken. Door het gedreun van de ruiters en de bolderende wagens zullen uw muren beven als hij uw poorten binnentrekt, zoals dat gebeurt wanneer men een bres geslagen heeft. 11 De hoeven van zijn paarden zullen al uw straten stuk stampen; uw inwoners zal hij met het zwaard doden; uw trotse zuilen zullen tegen de grond gaan.

12 Ze zullen uw rijkdommen plunderen, uw koopwaar buit maken, uw prachtige huizen afbreken, uw muren omverhalen, uw stenen, houtwerk en puin in zee storten. 13 Ik zal uw gezang en muziek laten verstommen en de klank van uw lieren zal niet meer worden gehoord. 14 Ik zal een kale rots van u maken, een droogplaats voor netten zult u zijn en nooit meer zult u worden opgebouwd. Zo heb Ik, de HEER, gesproken – godsspraak van de Heer GOD.’



Wat zien we dus hier? Ezechiel zegt dat talloze volkeren tegen Tyrus ten strijden zullen trekken, maar babylon is daar slecht 1 van. In het begin wordt er namelijk gesproken van “ze” meervoud dus. Maar nadat hij nebudkadnessar noemt, schakelt het over naar “hij” enkelvoud.

Dus met andere woorden:

“ze” = vele volkeren
“hij” = Babylon onder leiding van Koning Nebudkadnessar


Dit houdt dus in dat Tyrus niet slechts alleen maar door Babylon zal worden aangevallen maar door een heleboel volkeren. Dus laten we eens kijken wat de “ze” en de “hij” doen:

Voorspellingen betreffende de “ze”:

- Ze zullen bestaan uit talloze volkeren
- Ze zullen de kostbaarheden van Tyrus plunderen
- Ze zullen het puin van Tyrus in de zee gooien
- Ze zullen van Tyrus een kale rots maken waarna het een plek zal worden om vissersnetten uit te spreiden

Voorspellingen betreffende de “hij”:

- Babylon onder leiding van Nebudkadnessar zal een van de vele volkeren zijn.
- Babylon zal het vasteland van Tyrus vernietigen
- De vrouwen op het vasteland zullen gedood worden

Een belangrijk verschil tussen de voorspelling over babylon en de voorspelling van de talloze volkeren:

- Er staat specifiek genoemd dat de vrouwen op het vasteland gedood zullen worden, maar er staat niets beschreven over het doden van de vrouwen op het eiland gedeelte

Dat laatste punt is ook belangrijk betreffende de overgang in de tekst van de vele volkeren naar de verovering door Babylon.

het zal een prooi van de volken worden 6 en zijn dochters van het vasteland zullen met het zwaard worden gedood. Ze zullen erkennen dat Ik de HEER ben.

7 Want, zo spreekt de Heer GOD: Uit het noorden laat Ik Nebukadnessar, de koning van Babel, de koning der koningen, naar Tyrus komen, met paarden, wagens, een grote groep ruiters en een grote menigte voetvolk. 8 Uw dochters van het vaste land zal hij in het veld met het zwaard doden


Kun je zien hoe de overgang verloopt? En vervolgens in vers 12 gaat het weer van “hij” naar “ze”. Er wordt dan dus niet meer over Babylon gesproken maar weer over de talloze volkeren waar het mee begon. In vers 6 wordt gezegd dat de dochters van het vasteland zullen worden gedood met het zwaard, en daarna zien we HOE dat zal gebeuren, namelijk door het leger van Nebukadnessar.

Maar hoe zit het dan met die talloze volkeren? Wat is er uiteindelijk gebeurd met Tyrus?

Ezechiel zei dat de talloze volkeren:

- De kostbaarheden van Tyrus zullen plunderen
- Ze zullen het puin van Tyrus in de zee gooien
- Ze zullen van Tyrus een kale rots maken waarna het een plek zal worden om vissersnetten uit te spreiden
- Er wordt niet vernoemd dat de vrouwen gedood worden terwijl dat in het gedeelte over Babylon specifiek vernoemd werd.


De vraag is nu: is wat Ezechiel beschreef ook daadwerkelijk gebeurd?

Ezechiel schreef zijn voorspelling 4 jaar voor de belegering van Tyrus door Babylon. Ezechiel schreef in 589 v.Chr en Babylon viel Tyrus aan in 585 v. Chr.
Dat wil dus zeggen dat de “talloze volkeren” Tyrus daarna nog moeten hebben aangevallen en hebben uitgevoerd wat Ezechiel beschreef.

En wat Ezechiel beschreef gebeurde ook meer dan 150 jaar later. Maar neem dit niet van mij aan, maar lees wat de Britse encyclopedie hier over te zeggen heeft:

The Encyclopdia Brittanica (het orgineel)
For much of the 8th and 7th centuries bc the town was subject to Assyria, and in 585–573 it successfully withstood a prolonged siege by the Babylonian king Nebuchadrezzar II. Between 538 and 332 it was ruled by the Achaemenian kings of Persia. In this period it lost its hegemony in Phoenicia but continued to flourish. Probably the best-known episode in the history of Tyre was its resistance to the army of the Macedonian conqueror Alexander the Great, who took it after a seven-month siege in 332. He completely destroyed the mainland portion of the town and used its rubble to build an immense causeway (some 2,600 feet [800 metres] long and 600–900 feet [180–270 metres] wide) to gain access to the island section. After the town’s capture, 10,000 inhabitants were put to death, and 30,000 were sold into slavery. Alexander’s causeway, which was never removed, converted the island into a peninsula.

The Encyclopdia Brittanica (nederlandse vertaling)
Gedurende het grootste gedeelte van de 8e en 7e eeuw voor Christus was de stad ondergeschikt aan Assyrië, en in 585-573 weerstond het met succes een langdurige belegering door de Koning van Babylon Nebukadnessar II. Tussen 538 en 332 werd het geregeerd door de Achaemeense koningen van Perzië. In deze periode verloor het zijn overwicht in Fenicië maar bleef door bloeien. Waarschijnlijk de meest bekende periode in de Geschiedenis van Tyrus was de weerstand die het bood tegen het leger van de Macadonische heerser Alexander de Grote, die het innam na een 7 maanden durende belegering in 332. Hij verwoeste het vasteland gedeelte van de stad volledig en gebruikte het puin hiervan om een enorme waterweg (ongeveer 800 meter land en 180-270 meter breed) om het eiland gedeelte te kunnen bereiken. Nadat de stad ingenomen was werden 10.000 van de inwoners gedood, en 30.000 werden als slaven verkocht. Alexanders waterweg, die nooit verwijderd is, heeft het eiland veranderd in een schiereiland.


Maar lees ook wat Historicus P.V.N. Myers te zeggen heeft in het door hem geschreven geschiedenis boek “A general history for colleges and high schools”. En ik wil je nog even op het hart drukken dat dit niet een theoloog is en geen bijbel commentator of iets dergelijks, maar gewoon een geschiedkundige die de feiten beschrijft in een geschiedenis boek bedoeld voor middelbare en hoge scholen. Dit is wat Myers schrijft over Tyrus:

A general history for colleges and high schools” (originele engelse versie)
Alexander the Great, after a most memorable siege, captured the city of Tyre--which alone of all the Phoenician cities closed her gates against the conqueror—and reduced it to ruins (332 B.C.). The city never recovered from this blow. The larger part of the site of the once brilliant maritime capital is now "bare as the top of a rock,"--a place where the fishermen that still frequent the spot spread their nets to dry.

“A general history for colleges and high schools” (nederlandse vertaling)
Alexander de Grote, na een zeer gedenkwaardige belegering, veroverde de stad Tyrus – de enige onder alle Fenecische steden die haar poorten sloot voor de veroveraar – en liet het als ruïnes achter (332 v.Chr.) de stad kwam deze slag nooit meer te boven. Het grootste gedeelte van het gebied van deze voormalige prachtige havenhoofdstad is nu “zo kaal als de bovenkant van een rots” – een plaats waar vissers die daar veel komen hun netten uitspreiden om ze te drogen te hangen.

- Een citaat van P.V.N. Myers.
- Bron: http://www.gutenberg.org/dirs/etext04/8ghch10.txt

Maar het Macedonische en Griekse volk waar het leger van Alexander uit bestond waren niet de enige volkeren die verwikkeld waren in deze strijd. Het lukte Alexander namelijk niet om via de waterweg die hij had gebouwd Tyrus binnen te dringen omdat Tyrus een enorm sterke zeevloot had. Hij schakelde dus hulp in van andere volkeren, zoals je kunt lezen in de volgende 2 bronnen:

The siege of Tyre – Wikipedia (orginele engelse versie)
Alexander was convinced that he would not be able to take Tyre without a navy. However, the Persian navy returned to find their home cities under Alexander’s control. The Persians' allegiance to their cities allowed Alexander to command eighty ships. This coincided with the arrival of another hundred and twenty from Cyprus


The siege of Tyre – Wikipedia (is geen nederlandse versie van, dus vertaald uit het engels)
Alexander was er van overtuigd dat hij niet in staat zou zijn om Tyrus in te nemen zonder een zeevloot. Echter, de Perzische marine kwam terug in hun thuissteden die inmiddels onder Alexander’s gezag vielen. De Perzische versterking zorgde ervoor dat Alexander nu het gezag had over tachtig schepen. Dit kwam nog gelijk met de aankomst van nog eens honderdtwintig uit Cyprus.


Maar zelfs de versterking door de Perzen was nog niet genoeg. Alexander overwon pas toen hij hulp kreeg van de Sidoniërs, zoals we in de volgende bron kunnen lezen:

http://www.livius.org/aj-al/alexander/alexander_t09.html (originele engelse versie)
The town was built on an island, but Alexander ordered a dam to be constructed. Finally, after the Phoenician town Sidon had sent Alexander naval assistance, the city was taken.

http://www.livius.org/aj-al/alexander/alexander_t09.html (nederlandse vertaling)
De stad was gebouwd op een eiland, maar Alexander gebood de bouw van een dam. Uiteindelijk nadat de Fenische stad Sidon aan Alexander zeeversterking had gestuurd, werd de stad ingenomen.


Wat kunnen we dus hieruit concluderen?

Laten we nogmaals bekijken wat de Ezechiel zei wat er met Tyrus zou gebeuren:

1. Talloze volkeren zullen tegen Tyrus optrekken
2. Tyrus zal een kale rots worden waar vissers hun netten zullen te drogen hangen
3. Nebukadnessar zal tegen Tyrus optrekken en het vasteland vernietigen
4. De stenen, houtwerk en puin van Tyrus zal in de zee geworpen worden.
5. Ezechiel vernoemt specifiek dat de vrouwen op het vaste land gedood zullen worden, maar dit wordt niet vermeld over de vrouwen op het eiland gedeelte
6. Tyrus zal nooit meer herbouwd worden

En wat zeggen de geschiedenisboeken over Tyrus?

1. Tyrus werd aangevallen door de Babyloniërs, vervolgens door het Macedonisch/Griekse leger van Alexander met behulp van de Perzen en de Sidoniërs (Feniciërs)
2. Na deze slag was Tyrus zo erg vernield dat het een kale rots was geworden (niet slechts de woorden van Ezechiel maar ook van historicus P.V.N Myers) en vissers gebruiken deze plek om hun netten te drogen te hangen
3. Nebudkadnessar verwoeste het vasteland van Tyrus maar ondanks een 13 jarige belegering van het eiland gedeelte kon hij de stad niet overwonnen krijgen
4. Alexander gebruikte het puin van het vernietigde vasteland gedeelte om een waterweg te bouwen dwars door de zee naar het eiland toe.
5. Tijdens de slag met Babylon werd iedereen op het vasteland gedood op de mensen na die gevlucht waren naar het eiland gedeelte. Maar na de slag van Alexander werden alleen de mannen gedood, maar de vrouwen werden niet gedood. Zij werden later als slaven verkocht.

Met name dat laatste feitje kunnen we ook lezen op de Nederlandse
versie van wikipedia:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Tyrus
De stad werd ingenomen, en de inwoners die niet naar Carthago konden vluchten werden gevangen genomen: de kinderen en vrouwen werden verkocht als slaven en de mannelijke inwoners werden allen gekruisigd. Het is dus aan Alexander te danken dat Tyrus tegenwoordig een schiereiland is in plaats van een eiland.


Maar Tyrus zou toch ook niet meer worden herbouwd?

Het eindigt echter niet met Alexander de Grote. De stad kreeg dan wel nooit meer de positie die het had terug na de slag met Alexander, ondanks dat werd de stad weldegelijk herbouwd. Zelfs Jezus Christus bezocht de kust van stad Tyrus.

Maar in 10e eeuw werd de stad uiteindelijk vernietigd door kruisvaarders. Tot op de dag van vandaag zijn de ruïnes van Tyrus te zien. Dit zijn enkele foto's van het vernielde oude Tyrus:

Foto’s van de ruïnes van Tyrus:
http://www.lgic.org/en/photos2_tyre.php


Wacht eens even! Tyrus bestaat nog steeds hoor! Kijk maar op google earth!

Er is inderdaad een hedendaagse stad Tyrus in dit gebied. Deze stad is echter naast de ruïnes van het oude Tyrus gebouwd. Als de oude stad namelijk herbouwd was dan hadden we deze foto’s niet gehad omdat er dan een nieuwe stad overheen lag.

Maar stel dat Assen vernietigd wordt en vervolgens wordt er naast deze vernietigde stad een nieuwe stad gebouwd die ook Assen genoemd wordt, is de stad dan herbouwd? Dat is vergelijkbaar met een situatie waarin ik een glas stuk sla en er een nieuw glas naast zet en dat ik daarmee het originele glas weer gemaakt heb.

Maar ondanks dat is het echter niet eens zeker dat de bijbel noodzakelijk beweert dat Tyrus niet meer herbouwd zou worden. We moeten ook rekening houden met het taalgebruik uit het tijdperk waarin de voorspelling werd gemaakt. Met name in oorlogstaal in deze tijd werd er zeer regelmatig gebruik gemaakt van hyperbolen (overdrijvingen). Bijvoorbeeld dat een stad tot stof word gereduceerd, maar wil dat zeggen dat er letterlijk nog geen complete steen meer van over is? Een voorbeeld hiervan kunnen we zien in een verklaring van Koning Ramses III van Egypte:

Citaat van Ramses III (engels)
The Sherden and the Washesh of the sea were made non-existent, captured all together and brought on captivity to Egypt like the sands of the shore.

Citaat van Ramses III (Nederlands)
De Sherden en de Washesh van de zee bestonden niet langer, allemaal gevangen genomen in gevangenschap in Egypte als het zand van de kust.

Ramses zegt dus eerst dat de Sherden en de Washesh niet meer bestonden, maar daarna zegt hij dat ze allemaal gevangen genomen werden. Spreekt Ramses zichzelf dan tegen meteen de zin erna? Of is dit oud taalgebruik dat men gebruikte om de ernst van de situatie weer te geven?

Het is goed mogelijk dat Ezechiel dezelfde soort taalgebruik gebruikte wanneer hij zei dat de stad nooit meer herbouwd zal worden. Wat hij in feite daarmee zou zeggen is: jullie zullen sterven en vernietigd worden en dat zeg ik met alle mogelijk ernst.

Dus zelfs als je een stad neerzetten naast de ruïnes van de oorspronkelijk stad ziet als het herbouwen van die stad, dan zul je er nog rekening mee moeten houden dat het niet absoluut zeker is dat de bijbel ook daadwerkelijk bedoelde dat Tyrus nooit meer herbouwd zou worden.


Sceptisch tegenargument: Maar Ezechiel noemt alleen Nebukadnessar bij naam en hij vernoemt Alexander de Grote of een ander land helemaal niet bij naam. Volgens mij bedoelde Ezechiel dat alleen Babylon Tyrus zou vernietigen.


Het probleem met dat argument is dat Ezechiel zijn voorspellingen maakte gedurende meer dan 20 jaar. Hij maakte de voorspelling over Tyrus 3 a 4 jaar voor de belegering door Babylon maar Ezechiel schreef ook nog na die belegering, en hij benoemt het falen van Nebukadnessar in hoofdstuk 29.

Ezechiel 29:17-18
17 Op de eerste dag van de eerste maand in het zevenentwintigste jaar richtte de HEER zich tot mij: 18 ‘Mensenkind, Nebukadnessar, de koning van Babylonië, heeft zijn leger afgebeuld in de strijd tegen Tyrus. De hoofden van zijn mannen zijn kaalgeschuurd en hun schouders zijn ontveld. Maar al die strijd tegen Tyrus heeft hem en zijn leger niets goeds gebracht.

Ezechiel heeft dus zelf kunnen ervaren dat het Babylon niet gelukt was om Tyrus in te nemen. Als dit een probleem was voor zijn voorspelling, zou hij dan niet een excuus gegeven hebben of een reden hebben gegeven waarom de voorspelling niet was uitgekomen? Zijn voorspelling ging dus niet slechts over Babylon en bedenk ook even dat hij meer dan 150 jaar voor Alexander de Grote leefde. De voorspelling blijft dus hoe dan ook intact.


Een fout van andere apologisten rechtzetten:

Als laatste wil ik nog even een fout (zeg maar gerust blunder) rechtzetten die door andere Christelijke apologisten zijn gemaakt. In de documentaire “Proof of Prophecy” wordt er namelijk nog aan de profetie toegevoegd dat Tyrus nooit meer gevonden zal worden en ze zeggen zelfs dat als je wilt bewijzen dat de bijbel er naast zit, dan hoef je alleen maar de ruïnes van Tyrus te vinden.

Aangezien je maar even op google hoeft te zoeken om foto’s van Tyrus te vinden is dit natuurlijk een behoorlijk blunder. Het hele idee dat Tyrus nooit meer gevonden zou worden komt uit vers 21 van het hoofdstuk waarin Ezechiel zijn voorspelling uitspreekt.
Maar na de voorspelling echter schrijft Ezechiel een klaaglied over Tyrus vol met symbolische en poëtische taal.

Ezechiel 26:15-21
15 Ook dit zegt God, de HEER, tegen Tyrus: De kusten en de eilanden zullen beven bij het geluid van je val, bij het gekerm van de gewonden, als er binnen je muren een slachting wordt aangericht. 16 Alle vorsten van de zee zullen van hun troon afdalen, hun mantels afleggen en hun kleurige gewaden uittrekken, gehuld in het kleed van de angst zullen ze op de grond gaan zitten, onophoudelijk bevend, verbijsterd over je val. 17 Ze zullen dit klaaglied over je zingen:
“Ach, hoe ben je te gronde gegaan!
Jij, eens vanuit de zeeën bevolkt,
roemrijke stad, burcht in de zee,
jij en je bewoners zaaiden overal angst.
18 Nu beven de kusten, op de dag van je val,
ontzet zijn de eilanden in de zee
over je ondergang.”
19 Dit zegt God, de HEER: Wanneer ik jou tot een stad van ruïnes maak, een stad zonder bewoners, wanneer ik de oervloed op je af laat komen en de machtige wateren je overspoelen, 20 dan zal ik je doen afdalen naar hen die je zijn voorgegaan, naar het volk van weleer. Daar zul je wonen, in het land van de diepten, bij hen die zijn afgedaald in de afgrond, in de eeuwige ruïnes. Je zult niet langer in het land van de levenden wonen, daar zul je geen plek meer hebben. 21 Ik zal je tot een schrikbeeld maken, je zult er niet meer zijn. Je wordt gezocht, maar nooit meer word je gevonden – zo spreekt God, de HEER.’



We zien hier volop gebruik van symbolische metaforen. Zo zegt het dan kusten beven, eilanden ontzet zijn en dat Tyrus niet meer in het land van de levenden zal bevinden en in de “afgrond” en de “eeuwige ruïnes” zal bevinden. Dit gaat niet letterlijk over wat er met de stad gebeurd maar dit gaat over degene die gestorven zijn in Tyrus en afdalen naar “hen die je zijn voorgegaan”. Het gaat hier dus over de dood. En niemand kan ze daar terug vinden omdat de levenden niet de doden kunnen bereiken.


Conclusie van deze voorspelling:

God zei tegen Ezechiel dat Hij zich tegen Tyrus gekeerd heeft en hen zou vernietigen. Hij vertelde zeer specifiek hoe dit zou gebeuren; dat hun puin in het water zou worden gegooid en dat het een kale rots zou worden waar vissersnetten te drogen gehangen zullen worden, etc. De Heer sprak dat het zo zou gebeuren, en zo gebeurde het ook. Ezechiel als een gewone sterveling had geen mogelijkheid om in de toekomst te kunnen kijken, maar God die overal is; in verleden, heden en toekomst, ziet alles en weet alles. God maakte Ezechiel tot een profeet en het bewijs hiervan kunnen we in de geschiedenisboeken teruglezen. God is niet alleen liefde, maar ook rechtvaardigheid en heiligheid. Met de vernietiging van Tyrus laat Hij zien dat hij de rechter van deze wereld is en de inwoners van Tyrus voor hun zonden veroordeeld heeft.



De profeet Daniel: de komst van de Messias

De volgende voorspelling die ik ga geven is de er een die als inleiding zal dienen voor de Messiaanse voorspellingen. De profeet Daniel voorspelt namelijk tot op de dag precies wanneer de Messias zich zou bekend maken in Jeruzalem. Deze voorspelling is niet alleen belangrijk voor Atheïsten, maar ook voor Joden aangezien deze voorspelling bewijst dat Jezus de enige persoon in de geschiedenis geweest is die de Messias had kunnen zijn. Joden kunnen niet beweren dat de Messias nog moet komen aangezien hun eigen profeet het dan verkeerd moet hebben gehad.

De profeet Daniel zat in gevangenschap in Babylon toen hij boodschap van God kreeg via de engel Gabriël. En hij kreeg te horen wanneer de messias zou komen:


Daniel 9:25-26 (engelse versie)
"Know and understand this: From the issuing of the decree to restore and rebuild Jerusalem until the Anointed One, the ruler, comes, there will be seven 'sevens’ and sixty-two 'sevens.' It will be rebuilt with streets and a trench, but in times of trouble. 26 After the sixty-two 'sevens,' the Anointed One will be cut off and will have nothing. The people of the ruler who will come will destroy the city and the sanctuary. The end will come like a flood: War will continue until the end, and desolations have been decreed.”

Daniel 9:25-26 (nederlandse versie)
25 Je moet weten en begrijpen: Vanaf het ogenblik waarop het woord is uitgegaan dat Jeruzalem hersteld en weer opgebouwd zal worden tot het tijdstip waarop een gezalfde vorst verschijnt, zullen zeven weken verstrijken; en het herstel en de wederopbouw van de stad, met pleinen en wallen en al, zal tweeënzestig weken duren, en het zal een tijd van verdrukking zijn. 26 Na de tweeënzestig weken zal een gezalfde worden vermoord, zonder dat iemand het voor hem opneemt. Het volk van een toekomstige vorst zal verderf brengen over de stad en het heiligdom. Hij zal zijn einde vinden in een overstroming. Tot aan het einde van de strijd zullen er verwoestingen zijn, zoals is vastgesteld.

Dit overigens weer een goed voorbeeld van waarom ik de voorkeur geef aan een Engelse vertaling van de bijbel. De mensen die goed Engels kunnen, snappen waarschijnlijk wel waarom als je de Nederlandse vertaling vergelijkt met de Engelse vertaling.

Ik zal daarom doorgaan met de engelse vertaling

Wat zegt deze voorspelling nu eigenlijk?

From the issuing of the decree to restore and rebuild Jerusalem until the Anointed One, the ruler, comes, there will be seven 'sevens’ and sixty-two 'sevens.'

Wat hier dus staat is dat vanaf het moment dat het gebod komt om Jeruzalem te herbouwen zullen er 7 ”zevens” en 62 “zevens” voorbij gaan. Dit wordt in veel vertalingen vertaald naar weken in plaats van zevens; omdat het duidelijk over een tijdsperiode gaat en een week heeft tenslotte 7 dagen. Er is op zich niks mis met die vertaling maar wat we moeten begrijpen is dat het hier om profetische weken gaat, zoals in Ezechiel de dagen stonden voor jaren; zo ook is hier een profetische week (7 dagen) dus 7 dagen die ieder staan voor een jaar. Een “zeven” is dus een periode van 7 jaar.

Zie hier een bron over hoe dit principe meerdere malen voorkomt in zowel Bijbelse als rabbijnse en apocriefe geschriften:
http://www.christian-thinktank.com/q70weeks.html

Dit is dus niet een Christelijke interpretatie. Dit is hoe de bevolking van Israël het zelf het ook begrepen zou hebben.

Dit zal dus gebeuren:
- Er zal een gebod komen om Jeruzalem te herbouwen
- Er zal eerst een periode van 7x7 jaar voorbij gaan
- Er zal dan een periode van 62x7 jaar voorbij gaan

After the sixty-two 'sevens,' the Anointed One will be cut off and will have nothing

We zien hier dat na die periode van 62x7 jaar, de gezalfde (de messias, wat de gezalfde betekend) gedood zal worden. (tussen haakjes, dit is ook een belangrijk punt aangezien de Joden het beeld hebben van een politieke messias die een letterlijk aards koninkrijk zal oprichten en niet dat van een spirituele messias die een hemels koninkrijk zal oprichten. Christenen zeggen echter dat Jezus bij zijn tweede komst dit Koninkrijk op aarde zal oprichten. Als we zien in Daniel dat kort na dat de messias is gekomen hij gedood wordt, hoe kan hij dan als deze politieke leider dienen zoals de Joden het voor ogen hebben?)

The people of the ruler who will come will destroy the city and the sanctuary

Hier staat geschreven dat de mensen van een heerser die dan zal komen de stad (Jeruzalem dus) weer zal vernietigen samen met het heiligdom (de tempel in Jeruzalem)

Even samen gevat:

- Er zal een gebod komen om Jeruzalem te herbouwen, vanaf dat moment gaat er een periode in waarna de messias zich zal bekend maken
- Die periode zal bestaan uit 483 Bijbelse jaren (7x7 + 62x7 = 69x7 = 483)
- De messias zal daarna vermoord worden
- Na de dood van de messias zal er een heerser komen die Jeruzalem weer zal vernietigen samen met de tempel


Het gebod om Jeruzalem te herbouwen

Het gebod om Jeruzalem te herbouwen kwam van Koning Artaxerxes op 5 Maart 444 v.Chr. We kunnen dit ook in de bijbel terug vinden in Nehemia hoofdstuk 2:

Nehemia 2:1-6
1 Het was in de maand nisan, in het twintigste regeringsjaar van Artaxerxes. De wijn stond op tafel. Ik nam de wijn en bood die de koning aan. Nooit had hij iets op me aan te merken gehad, 2 maar nu zei hij: ‘Waarom kijk je zo somber, je bent toch niet ziek? Er is vast iets dat je dwarszit.’ Ik schrok hevig 3 en zei: ‘Majesteit, leef in eeuwigheid! Hoe zou ik niet somber zijn als de stad waar mijn voorouders begraven zijn, is verwoest en haar poorten in vlammen zijn opgegaan?’ 4 ‘Wat is dan je wens?’ vroeg de koning. Ik bad tot de God van de hemel, 5 en antwoordde de koning: ‘Als het de koning goeddunkt, en als u het mij, uw dienaar, toestaat, zend mij dan naar Juda, om de stad te herbouwen waar mijn voorouders begraven liggen.’ 6 De koning – met zijn lievelingsvrouw aan zijn zijde – wilde weten hoe lang mijn reis zou duren en wanneer ik terug zou keren. Nadat ik de koning een tijdstip had genoemd, willigde hij mijn verzoek om te vertrekken in.

We hebben dus nu een begin datum: 5 maart 444 V.Chr. Op deze datum ging de tijdsperiode van 69 “zevens” in.

Op welke dag zal de Messias dan komen?

Nu moeten we een rekensom gaan maken. 69x7=483 Bijbelse jaren. Zoals we al in de voorspelling van Ezechiel konden zien, is een bijbels jaar 360 dagen lang.

483 jaar : 360 dagen = 173.880 dagen
5 maart 444 V.Chr + 173.880 dagen = 30 maart 33 n. Chr.

Hoe zou de messias zich bekend maken aan Jeruzalem?

De profeet Zacharia voorspelde de wijze waarop de Messias zich zou bekend maken aan het volk van Israel in Jeruzalem:

Zacharia 9:9
9 Juich, inwoners van Jeruzalem,
schreeuw het uit van vreugde,
stad op de Sion.
Kijk! Daar komt je koning,
hij komt naar je toe.
Hij is rechtvaardig
en brengt bevrijding.
Hij is eenvoudig, hij rijdt op een ezel,
op een veulen, het jong van een ezelin.

Wat gebeurde er op op 30 maart 33. n.Chr.?

De kruisiging van Jezus vond plaats op vrijdag 3 april. 5 dagen daarvoor vond een gebeurtenis plaats die we nu nog kennen als Palm Zondag (het heet traditioneel zo, maar eigenlijk was het een maandag. De reden dat het zondag wordt genoemd is omdat een feestdag automatisch een zondag is volgens traditie omdat een feestdag een sabbat is traditioneel gezien, wat eigenlijk zaterdag waren... ja verwarrend he, traditie).
Op Palmzondag (maandag 30 maart 33 n.Chr.) reed Jezus Christus Jeruzalem binnen als de Messias op een ezel’s veulen. Dit wordt in alle 4 de evangelies vernoemd. Hier zijn de stukken uit Lukas en Marcus:

lukas 19:35-44
29 Toen hij Betfage en Betanië bij de Olijfberg naderde, stuurde hij twee van de leerlingen vooruit 30 en zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp daarginds. Daar zullen jullie een vastgebonden veulen vinden, dat nog nooit door iemand bereden is. Maak het los en breng het hier. 31 Als iemand jullie vraagt: “Waarom maken jullie het los?” moeten jullie antwoorden: “De Heer
heeft het nodig.”’ 32 De beide leerlingen gingen op weg en vonden het veulen, precies zoals Jezus had gezegd. 33 Toen ze het dier losmaakten, vroegen de eigenaars hun: ‘Waarom maken jullie het los?’ 34 Ze antwoordden: ‘De Heer heeft het nodig.’
35 Daarna brachten ze het veulen naar Jezus. Ze wierpen hun mantels over het dier en lieten Jezus erop zitten. 36 Onderweg spreidden de leerlingen hun mantels voor hem op de grond uit. 37 Toen hij op het punt stond de Olijfberg af te dalen, begon de hele groep leerlingen vol vreugde en met luide stem God te prijzen om alle wonderdaden die ze hadden gezien. 38 Ze riepen: ‘Gezegend hij die komt als koning, in de naam van de Heer! Vrede in de hemel en eer aan de Allerhoogste!’ 39 Enkele farizeeën in de menigte zeiden tegen Jezus: ‘Meester, berisp uw leerlingen.’ 40 Maar hij antwoordde: ‘Ik zeg u: als zij zouden zwijgen, dan zouden de stenen het uitschreeuwen.’
41 Toen hij Jeruzalem voor zich zag liggen, begon hij te huilen over het lot van de stad. 42 Hij zei: ‘Had ook jij op deze dag maar geweten wat vrede kan brengen! Maar dat blijft voor je verborgen, ook nu. 43 Want er zal een tijd komen dat je vijanden belegeringswerken tegen je oprichten, je omsingelen en je van alle kanten insluiten. 44 Ze zullen je met de grond gelijkmaken en je kinderen verdelgen, en ze zullen geen steen op de andere laten, omdat je de tijd van Gods ontferming niet hebt herkend.’


Marcus 11:1-11
1 Toen ze Jeruzalem naderden en in de buurt waren van Betfage en Betanië bij de Olijfberg, stuurde hij twee van zijn leerlingen vooruit. 2 Hij zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Zodra jullie er binnenkomen, zul je daar een ezelsveulen vastgebonden zien staan, dat nog nooit door iemand bereden is; maak het los en breng het hier. 3 En als iemand jullie vraagt waarom jullie dat doen, zeg dan: “De Heer heeft het nodig, hij zal het meteen weer terugsturen.”’ 4 Ze gingen op weg en vonden een veulen dat buiten op straat bij een deur was vastgebonden en ze maakten het los. 5 Er stonden een paar mensen die vroegen: ‘Waarom maken jullie dat veulen los?’ 6 Ze zeiden wat Jezus hun had opgedragen te zeggen en de mensen lieten hen begaan. 7 Ze brachten het veulen naar Jezus en legden hun mantels op het dier en hij ging erop zitten. 8 Velen spreidden hun mantels uit op de weg, anderen spreidden takken met bladeren uit, die ze in het veld afhakten. 9 Allen die voor hem uit liepen of achter hem aan kwamen, riepen luidkeels:
‘Hosanna!
Gezegend hij die komt in de naam van de Heer.
10 Gezegend het komende koninkrijk van onze vader David.
Hosanna in de hemel!’
11 Hij trok Jeruzalem in en ging naar de tempel. Nadat hij alles in ogenschouw had genomen, ging hij – want het was al laat geworden – met de twaalf terug naar Betanië



De messias zal daarna vermoord worden

Het derde punt uit de voorspelling van Daniel was dat de messias na zijn bekendmaking gedood zou worden. En dat gebeurde ook 5 dagen later. Jezus werd gekruisigd op vrijdag 3 april.

Na de dood van de messias zal er een heerser komen die Jeruzalem weer zal vernietigen samen met de tempel

Het laatste punt uit de voorspelling van Daniel was dat Jeruzalem en de tempel weer vernietigd zou worden na de dood van de messias door een heerser die dan nog moest komen. En ook dit gebeurde; in 66 n.Chr. werd Jeruzalem belegerd door de Romeinen onder Keizer Titus. 4 Jaar later in 70 n.Chr. werd de tempel verwoest. Dit is tot op heden een Joodse herdenkingsdag.
Bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Siege_of_Jerusalem_(70)



Hoe zit het met de laatste week?

We hebben gezien dat de 69 “weken” precies uitkomen op de intocht van Jezus in Jeruzalem. Maar deze voorspelling van Daniel wordt altijd de 70 weken van Daniel genoemd. De reden daarvoor is dat de verzen voor en na de voorspelling die we behandeld hebben, 70 weken worden vernoemd, en in de laatste verzen gaat het over die 70ste week. Dus hoe zit het dan met die laatste week (7 jaar dus)

Hier zijn in feite 2 interpretatie voor. De eerste is dat de laatste week de laatste 7 jaar zijn voor de terugkeer van Christus. Dit wordt de 7 jarige tribulatie periode genoemd. Met andere woorden: de laatste week moet nog komen in de toekomst.

De 2e interpretatie echter, is dat de laatste week gewoon onderdeel is van de rest van de voorspelling en dus onderdeel van de 1e komst van Christus en niet ook van de 2e komst. Hierbij wordt er van een andere begin datum uitgegaan waarbij de 69 weken uitkomt op, niet de intocht van Jezus, maar de doping van Jezus. 3 en half jaar later (de helft van de 70ste week) vind de kruisiging van Jezus plaats en de 70ste week eindigt met de steniging van de apostel Stefanus door de Joden. Door deze daad eindigden de Joden het verbond met God, wat inhoudt dat vanaf dat moment, door deze gewelddadige afwijzing van het evangelie van de Messias, de Joden niet langer meer het verkozen volk van God waren, en daarmee gelijk staan aan de niet-Joodse volkeren.

Deze interpretatie gaat er echter wel vanuit dat de kruisiging plaats vond in het jaar 31 inplaats van het jaar 33. Er is echter wel dispuut onder historici over het precieze jaartal van de kruisiging. Het moet in ieder geval tussen het jaar 30 en 34 gebeurd zijn, al zijn de meeste historici het eens dat het jaar 33 het waarschijnlijkst is.

Welke interpretatie je ook wilt volgen, de voorspelling komt hoe dan ook op Jezus Christus uit. Als je over de 2e interpretatie wilt lezen dan raad ik je aan deze website te bekijken: http://www.daniel70weeks.com/
Aangezien ik de 1e interpretatie waarschijnlijker en historisch beter ondersteund vind, ga ik niet verder in op de 2e interpretatie in dit boek.


Conclusie van deze voorspelling:

De precisie van Daniel is ongelooflijk; hij voorspelde tot op de dag precies wanneer de Messias zou komen. Dit bewijst ook dat de Messias al geweest moet zijn en dus niet nog moet komen zoals orthodoxe Joden geloven. Jezus is de Joodse Messias. Door de extreme precisie hebben sceptici vroeger beweerd dat deze voorspelling pas na de komst van Christus moet zijn geschreven. Maar met de ontdekking van de dode zee rollen kon dat niet langer beweerd worden, sinds de geschriften van Daniel van ver voor Christus dateren.



De Messiaanse voorspellingen: de komst, het leven en de dood van Jezus voorspelt in het oude testament

Zoals we al hebben gezien in de vorige voorspelling staat de komst van de messias vast op een specifieke datum. We hebben al gezien dat dit op Jezus Christus uitkomt maar wat kunnen we nog meer zeggen over de messias in profetieën uit het oude testament? En natuurlijk het belangrijkste: wijzen ook deze voorspelling naar Jezus?

Beschreven voorspelling en typologie

Voordat we naar de messiaanse voorspellingen gaan kijken moet ik je eerst wijze op 2 vormen van voorspellingen: beschreven voorspellingen en typologie.

Een beschreven voorspelling is een profetie in de vorm die we tot nu toe behandeld hebben. Typologie echter is een hele andere vorm van profetie. Typologie kan denk ik het makkelijkst gedefinieerd worden als “de geschiedenis herhaalt zich.” Typologie houdt dus in dat een bepaalde gebeurtenis in de geschiedenis een voorafschaduwing is van een gebeurtenis die later gaat plaats vinden.

Nu we dat weten zal ik een aantal voorbeelden geven van messiaanse voorspellingen. Bij een aantal daarvan ga ik er diep en gedetailleerd op in. Door gebrek aan tijd en ruimte echter kan ik dat niet bij alle voorspellingen doen.

De lijdende dienaar (Jesaja 53)

In de documentaire “The Case for Christ” verteld professor Michael Rydelnik dat een vriend van hem de tekst van Jesaja 53 op een papier had gezet maar dan zonder de naam van het boek of het hoofdstuk; alleen de tekst zelf. Die vriend liet daarna die tekst zien aan verscheidene mensen waaronder een aantal Joden en hij vroeg aan die mensen over wie ze dachten dat deze tekst ging en waar deze tekst vandaan kwam. En iedereen aan wie hij deze tekst liet zien zei dat het over Jezus Christus ging en dat deze tekst dan wel uit het nieuwe testament zou komen.

Maar deze tekst komt uit de Joodse geschriften, van de profeet Jesaja, vele eeuwen voordat Jezus geboren was. Het is niet voor niks dat mensen verwachten dat deze tekst uit het nieuwe testament komt aangezien het bijna het “evangelie volgens Jesaja” had kunnen heten.

Laten we deze tekst eens bekijken. We pakken ook de laatste verzen van het hoofdstuk ervoor om het geheel in context te plaatsen:

Isaiah 52:13-15 & Isaiah 53

The Suffering and Glory of the Servant
13 See, my servant will act wisely; he will be raised and lifted up and highly exalted.
14 Just as there were many who were appalled at him his appearance was so disfigured beyond that of any man and his form marred beyond human likeness—
15 so will he sprinkle many nations, and kings will shut their mouths because of him.
For what they were not told, they will see, and what they have not heard, they will understand.


1 Who has believed our message and to whom has the arm of the LORD been revealed?
2 He grew up before him like a tender shoot, and like a root out of dry ground. He had no beauty or majesty to attract us to him, nothing in his appearance that we should desire him.
3 He was despised and rejected by men, a man of sorrows, and familiar with suffering. Like one from whom men hide their faces he was despised, and we esteemed him not.
4 Surely he took up our infirmities and carried our sorrows, yet we considered him stricken by God, smitten by him, and afflicted.
5 But he was pierced for our transgressions, he was crushed for our iniquities; the punishment that brought us peace was upon him, and by his wounds we are healed.
6 We all, like sheep, have gone astray, each of us has turned to his own way; and the LORD has laid on him the iniquity of us all.
7 He was oppressed and afflicted, yet he did not open his mouth; he was led like a lamb to the slaughter, and as a sheep before her shearers is silent, so he did not open his mouth.
8 By oppression and judgment he was taken away. And who can speak of his descendants? For he was cut off from the land of the living; for the transgression of my people he was stricken.
9 He was assigned a grave with the wicked, and with the rich in his death
, though he had done no violence, nor was any deceit in his mouth.
10 Yet it was the LORD's will to crush him and cause him to suffer, and though the LORD makes
his life a guilt offering, he will see his offspring and prolong his days, and the will of the LORD will prosper in his hand.
11 After the suffering of his soul, he will see the light of life and be satisfied; by his knowledge my righteous servant will justify many, and he will bear their iniquities.
12 Therefore I will give him a portion among the great, and he will divide the spoils with the strong, because he poured out his life unto death, and was numbered with the transgressors. For he bore the sin of many, and made intercession for the transgressors.


Jesaja 52:13-15 & Jesaja 53

13Kijk, mijn dienaar krijgt voorspoed, Hij zal hoog worden verheven.

14-15 Zoals voorheen velen zich over Hem ontzetten, zelfs vorsten om Hem huiverden, omdat Zijn uiterlijk misvormd en niet meer menselijk was, zo staan nu vele volken verbaasd en sluiten koningen hun mond, omdat zij zien wat hun nog nooit was verteld en omdat zij aanschouwen wat nog nooit was gehoord.


1Maar ach, wat zijn er weinig die het geloven! Wie zal luisteren? Aan wie zal God Zijn reddende macht openbaren?
2In Gods ogen was Hij een groene scheut, die groeide aan een wortel in droge en onvruchtbare grond. Maar in onze ogen had Hij niets aantrekkelijks. Niets dat maakte dat wij Hem graag wilden aanvaarden.
3Wij verafschuwden en verachtten Hem, een man van zorgen, vertrouwd met het bitterste verdriet. Wij keerden Hem de rug toe en keken de andere kant op als Hij langs kwam. Hij werd veracht en dat deed ons niets.
4Maar het was ons leed dat Hij droeg, ons lijden drukte Hem neer. Wij dachten dat Zijn lijden een straf van God was voor Zijn eigen zonden!
5Maar Hij werd doorstoken en verbrijzeld terwille van onze zonden. Hij werd zwaar gestraft zodat wij vrede konden hebben; Hij werd geslagen en daardoor werden wij genezen!
6Wij zijn het, die als schapen afdwaalden! Wij verlieten Gods paden en gingen onze eigen weg. Desondanks legde God de schuld en zonden van ons allen op Hem!
7Hij werd in een hoek gedreven en mishandeld, maar zei geen woord. Hij werd als een lam naar de slachtbank geleid; zoals een schaap onder het scheren geen geluid maakt, stond ook Hij zwijgend voor degenen die Hem veroordeelden.
8Vanuit de angst en de benauwdheid werd Hij bevrijd. Wie zal Zijn leeftijd kunnen bepalen? Hij werd immers afgesneden van het leven? Maar wie van al die mensen realiseerde zich toen dat het hun zonden waren, waarvoor Hij stierf? Dat Hij hun straf op Zich nam?
9Men had Hem als misdadiger willen begraven, maar Hij werd gelegd in het graf van een rijke;
omdat Hij niets had misdaan, nooit een verkeerd woord had gezegd en in Hem geen onrecht werd gevonden.
10Maar het was de bedoeling van de HERE dat Hij werd verbrijzeld en met verdriet overladen. Wanneer Hij Zijn leven heeft geofferd voor de zonde, zal Hij talloze nakomelingen krijgen; vele erfgenamen. Hij zal opnieuw leven en Gods voornemen zal bij Hem in goede handen zijn.
11En als Hij ziet wat allemaal is bereikt door Zijn zware lijden, zal Hij voldoening smaken. Door wat Hij heeft ondervonden, zal mijn rechtvaardige dienaar vele mensen rechtvaardig maken in de ogen van God, want Hij zal al hun zonden dragen.

12Daarom zal Ik Hem de eerbewijzen geven van iemand, die machtig is en hoog in aanzien staat; want Hij heeft zichzelf in de dood gegeven. Hij werd beschouwd als een zondaar, maar droeg de zonden van velen. Hij pleitte bij God voor overtreders.


Wat beschrijft Jesaja hier?

We zien dit beschreven over de dienaar van God, de macht van Heer:

- Hij draagt onze zonden
- We zien hem als gestraft door God
- Hij werd als een schaap naar de slachtbank geleid
- Zijn uiterlijk zal er misvormd uitkomen te zien
- Hij wordt voor onze zonden doorboord en geslagen en verbrijzeld voor onze fouten
- Zijn leven zal een offer zijn voor ons. Door zijn lijden zullen wij genezen worden
- Hij zal onterecht veroordeeld worden maar desondanks zal hij beschouwd worden als een zondaar
- Hij zal sterven
- Hij zal als een misdadiger sterven maar begraven worden tussen de rijken
- Hij zal opnieuw leven en vele “erfgenamen” en “nakomelingen” hebben
- Mensen zullen door zijn offer gerechtvaardigd worden
- Volkeren en koningen zullen over hem te horen krijgen en huiveren

Jezus was het lam van God, de messias die op gruwelijke wijze vermoord werd. Ze zagen hem als gestraft door God (opgehangen) zijn uiterlijk was misvormd en nog amper menselijk (huid en vlees gescheurd door zwepen, onder het bloed, armen uit de kom, etc). Jezus werd doorboord, geslagen en verbrijzeld. En dit alles zonder dat Hij iets verkeerd had gedaan. Hij werd als een misdadiger vermoord maar werd begraven door Jozef van Aramathia begraven tussen de rijken (Jozef zijn eigen graf en Jozef was een rijk man). Maar Jezus stierf uit vrije wil om onze zonden te dragen, door onze kwaadaardigheden te sterven en VOOR onze kwaadaardigheden te sterven. Hij stierf als het perfecte schuldoffer voor de mensheid en door zijn lijden zullen wij genezen worden van onze zonden. Jezus stond op uit de dood en bracht daardoor veel erfgenamen en nakomelingen voort (de Christenen, zijn volgelingen) en vele volkeren en koningen zullen van hem te horen krijgen en huiveren (Het Christendom is de grootste religie van de wereld en Christenen bevinden zich in alle uithoeken van de wereld. Met name in Afrika en Azie maakt het Christendom een enorme groei door).

Sceptisch tegenargument: de dienaar waar het hier over gaat is het volk van Israel

Het meest voorkomende tegenargument dat zowel Atheïsten als Joden inbrengen op deze tekst is dat Jesaja het meerdere keren heeft over de dienaar van God en dat hij deze identificeert als Israël of als Jakob.

Tot op zekere hoogte hebben ze hier gelijk in. Bedenk echter eerst even wat Israël nu precies is. Is het een land? Nou nee, het land Israël heet zo omdat het het land is van de Israëlieten. Wie zijn de Israëlieten dan? De Israëlieten zijn het verkozen volk van God. Het volk waarmee God een verbond had gesloten via Abraham. De naam Israël is door God zelf gegeven aan Abraham’s zoon Jakob toen Jakob met God (in de gedaante van een man) in gevecht was.

Genesis 32:27-28
27"Hoe heet u?" vroeg de Man. "Jakob", was het antwoord.
28"Zo zult u niet langer heten", vertelde de Man hem. "Voortaan heet u Israël, want u hebt met God en de mensen gestreden en overwonnen."


Maar wie tot Israël behoort is echter niet gebaseerd op natuurlijke afkomst. De apostel Paulus beschrijft dit bijvoorbeeld in zijn brief aan de Romeinen:

Romeinen 9:8
8 Dat wil zeggen: ze zijn niet door hun natuurlijke afstamming kinderen van God, maar gelden als nageslacht van Abraham op grond van Gods belofte.


Het spirituele Israël is dus niet een volk, maar de mensen die vertrouwen hebben op God

Galaten 6:15-16
15Het maakt geen enkel verschil of u besneden bent of niet. Waar het om gaat, is of God een nieuwe mens van u heeft gemaakt.
16Gods vrede en goedheid zijn voor allen die volgens deze regel leven; zij zijn Gods eigen volk.



Bovendien wordt Jezus regelmatig uitverkorene van God genoemd of God’s verkozene. Is het niet Jezus die de volmaakte Israëliet was in zowel natuurlijke als spirituele zin van het woord?

Verder is deze tekst helemaal niet van toepassing op het gehele volk van Israël. Is het hele volk van Israël een offer geweest voor onze zonden? Wie is “onze” dan in die context? Is het hele volk van Israël begraven tussen de rijken? Is het hele volk van Israël doorstoken en zullen andere mensen genezen worden door hun wonden? Is ook maar iets dat hier beschreven staat van toepassing op Jakob?

De hele tekst wordt onlogisch en betekenisloos als je het interpreteert als gaande over het hele volk van Israël of over Jakob zelf. Jezus Christus beschrijft het echter in zeer belangrijke details.


Psalm 22

Toen ik nog een Atheïst was had ik een soort van persoonlijke theorie rondom Jezus. Ik dacht namelijk dat Jezus er zelf heel erg van overtuigd was de zoon van God te zijn en dat hij dacht dat God hem van het kruis zou redden. Dit baseerde ik op een van de laatste dingen die Jezus zei voordat hij stierf:

Marcus 15:33-34
33Om twaalf uur werd het donker in het hele land. Dat duurde een uur of drie.
34Om drie uur riep Jezus luid in het Aramees: "Eloï, Eloï, lama sabachthani?" Dit betekent: Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij alleen gelaten?


Het komt natuurlijk nogal vreemd over dat Jezus zegt dat God hem in de steek heeft gelaten. Daarom dacht ik dat Jezus had verwacht dat God hem van het kruis zou halen. Aangezien dit niet gebeurde kreeg Jezus door dat alles wat hij geloofde over zichzelf niet waar was. Ik zal absoluut niet de enige zijn geweest die dit heeft gedacht over deze toch wel vreemde uitspraak van Jezus.

Maar de mensen in Jezus zijn tijd zullen echter precies begrepen hebben wat Jezus hiermee bedoelde. Dit was namelijk een zeer bekende zin voor hun. Voor het gewone volk waren de geschriften niet volledig bekend zoals bij de Schriftgeleerden en priesters. Het volk kende met name de psalmen goed. De psalmen zijn liederen die gezongen werden tijdens het aanbidden van God. Deze psalmen vinden we terug in het boek van psalmen in de bijbel. In die tijd waren deze liederen echter nog niet genummerd. Als men in die tijd naar een specifieke psalm wilde verwijzen, dan benoemde men de eerste zin van die psalm.

De uitspraak van Jezus “Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten” is de eerste zin van Psalm 22. Jezus verwees dus naar deze psalm en hierdoor zouden de getuigen van de kruisiging het zeker duidelijk moeten zijn geworden wat de ware betekenis was van deze psalm:

Psalm 22
1Een psalm van David voor de koordirigent. Te zingen op de wijs van 'De hinde in de morgenstond'.
2 O God, mijn God, waarom hebt U mij alleen gelaten? Ik schreeuw om uitkomst, maar die is ver van mij. Ik huil om hulp.
3 O mijn God, ik roep overdag naar U, maar krijg geen antwoord. Ook 's nachts roep ik, maar ik krijg geen rust.
4 U, Die in de heiligheid woont; U, Die de roem en eer van Israël bent:
5 Op U vertrouwden onze voorouders en U redde hen.
6 Zij riepen naar U en U hielp hen. U hebt hun vertrouwen niet beschaamd.
7 Maar ik lijk meer op een worm dan op een man; de massa bespot mij en het volk kijkt verachtelijk op mij neer.
8 Ieder die mij ziet, smaalt over mij. Zij grijnzen verachtelijk en zeggen hoofdschuddend:
9 "Breng het toch bij de HERE, laat Hij u verlossen. Hij zal u vast wel redden, Hij houdt immers van u?"
10 U, HERE, liet mij ter wereld komen.
U gaf mij rust aan de borst van mijn moeder.
11 Bij mijn geboorte werd ik aan U opgedragen; al sinds die tijd bent U mijn God.
12 Laat er dan niet zo'n afstand zijn tussen U en mij, want ik zit diep in de problemen en geen mens helpt mij.
13 Ik sta midden tussen een hele groep stieren en ben omsingeld door buffels van Basan.
14 Zij brullen tegen mij, met wijd geopende bekken. Het lijken verscheurende, brullende leeuwen.
15 Ik voel mij als water, dat wegloopt; al mijn beenderen zijn ontwricht. Mijn hart lijkt op gesmolten was, ik voel het bijna niet meer kloppen.
16 Mijn keel is uitgedroogd en lijkt op een droge scherf. Mijn tong kleeft aan mijn verhemelte; ik heb het gevoel of U mij in het doodsstof legt.
17 Er staan honden om mij heen; misdadigers omringen mij. Zij doorsteken mijn handen en voeten.
18 Ik kan mijn beenderen tellen; Zij vermaken zich door naar mij te komen kijken.
19 Zij verdelen mijn kleren onder elkaar en loten wie mijn mantel mag hebben.
20 HERE, blijf toch niet zo ver van mij af staan. Kom snel bij mij en help mij! U bent immers mijn kracht?
21 Red mijn leven en voorkom dat ik door het zwaard word gedood. Ik ben eenzaam zonder U; wend het geweld van deze honden van mij af.
22 Bevrijd mij uit de muil van de leeuw en bescherm mij tegen de horens van de buffels. U hebt mij antwoord gegeven!
23 Aan ieder die ik ken, zal ik over Uw naam spreken; temidden van de gelovigen zal ik een lied zingen tot Uw eer!
24 U, die ontzag voor de HERE hebt, prijs Zijn naam. Verhoog Hem, volk van Israël; heb diep ontzag voor de HERE, volk van Israël!
25 Want de vernedering van de verachte heeft Hij gezien en Hij heeft Zich door hem laten kennen. Hij was niet te goed om te helpen. Hij hoorde het toen Hij te hulp werd geroepen.
26 Temidden van vele gelovigen zal ik U lofprijzen. Mijn geloften zal ik nakomen tegenover ieder die leeft in ontzag voor God.
27 De armen zullen te eten hebben en geen honger meer kennen. Zij die de HERE zoeken, zullen Hem loven en prijzen. Laat uw hart voor altijd blij zijn.
28 Over de hele wereld zal men de HERE leren kennen en zich tot Hem bekeren. Alle volken zullen voor U buigen.
29 Het Koninkrijk is van de HERE; Hij heerst over alle volken.
30 Over de hele wereld zullen rijke mensen Hem aanbidden. Maar ook arme mensen, die zichzelf amper in het leven kunnen houden, knielen voor Hem neer.
31 Het nageslacht zal Hem dienen en ieder vertelt zijn kinderen over Hem.
32 Zij zullen Zijn recht en goedheid doorgeven aan allen die nog geboren moeten worden, omdat Hij alles heeft volbracht.


We zien dat Psalm 22 opvallend overeenkomt met de situatie waarin Jezus zich bevond.
Laten we de meest opvallende verzen eruit nemen en kijken hoe deze vervuld werden in de kruisiging van Jezus

Psalm 22:8-9
Ieder die mij ziet, smaalt over mij. Zij grijnzen verachtelijk en zeggen hoofdschuddend:
9 "Breng het toch bij de HERE, laat Hij u verlossen. Hij zal u vast wel redden, Hij houdt immers van u?"


Tijdens de kruisiging zeiden verscheidene mensen tegen Jezus dat als Hij de messias is, laat God hem dan redden.

Mattheus 27:39-44
39 De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met hem: 40 ‘Jij was toch de man die de tempel kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Als je de Zoon van God bent, red jezelf dan maar en kom van dat kruis af!’ 41 Ook de hogepriesters, de Schriftgeleerden en de oudsten maakten zulke spottende opmerkingen: 42 ‘Anderen heeft hij gered, maar zichzelf redden kan hij niet. Hij is toch koning van Israël, laat hij dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in hem geloven. 43 Hij heeft zijn vertrouwen in God gesteld, laat die hem nu dan redden, als hij hem tenminste goedgezind is. Hij heeft immers gezegd: “Ik ben de Zoon van God.”’ 44 Precies zo beschimpten hem de misdadigers die samen met hem gekruisigd waren.

Lukas 23:35-39
35 Het volk stond toe te kijken. De leiders hoonden hem en zeiden: ‘Anderen heeft hij gered; laat hij nu zichzelf redden als hij de messias van God is, zijn uitverkorene!’ 36 Ook de soldaten dreven de spot met hem, ze gingen voor hem staan en boden hem zure wijn aan, 37 terwijl ze zeiden: ‘Als je de koning van de Joden bent, red jezelf dan!’ 38 Boven hem was een opschrift aangebracht: ‘Dit is de koning van de Joden’. 39 Een van de gekruisigde misdadigers zei spottend tegen hem: ‘Jij bent toch de messias? Red jezelf dan en ons erbij!’



Psalm22:15-16
15 Ik voel mij als water, dat wegloopt; al mijn beenderen zijn ontwricht. Mijn hart lijkt op gesmolten was, ik voel het bijna niet meer kloppen.
16 Mijn keel is uitgedroogd en lijkt op een droge scherf. Mijn tong kleeft aan mijn verhemelte; ik heb het gevoel of U mij in het doodsstof legt.


We hebben het al gehad over de staat waarin Jezus zijn lichaam heeft moeten verkeren tijdens de kruisiging. Johannes vertelt dat er water en bloed uit Jezus zijn zij liep toen er een speer in werd gestoken door de vochtophopingen die zich in de borstholte zouden bevinden. Zijn hart zou opgezwollen en gescheurd zijn. Door het enorme vochtverlies zou zijn keel kurkdroog geweest moeten zijn.

Psalm 22:17
17 Er staan honden om mij heen; misdadigers omringen mij. Zij doorsteken mijn handen en voeten.

Jezus werd samen met 2 misdadigers gekruisigd. Het kan echter ook verwijzen naar de Romeinen of de menigte zelf. Het is niet helemaal duidelijk of de “zij” verwijst naar de misdadigers. Het meest bijzondere aan de zin “zij doorsteken mijn handen en voeten” is dat dit precies is wat er gebeurd tijdens een kruisiging. Maar deze psalmen is honderden jaren voordat kruisiging werd uitgevonden geschreven.

Sceptischtegenargument: als een leeuw?

Er is enigszins dispuut over hoe deze zin uit het originele Hebreeuws vertaald moet worden. Het woord waar het hier om gaat is het Hebreeuwse "k'ari". Aangezien de Hebreeuwse taal geen klinkers kent maar alleen medeklinkers (bijvoorbeeld een van de namen van God is YHWH, wat uitgesproken wordt als Yahweh). De uitspraak werd aangeduid met leestekens, maar in de originele manuscripten die we hebben van Psalm22 is hier enigszins onduidelijkheid over.

De vraag is dus of deze zin als een van de volgende manieren moet worden vertaald:
- Zij doorsteken mijn handen en voeten
- Als een leeuw mijn handen en voeten

De zinnen verschillen in het Nederlands enorm van elkaar maar in het Hebreeuws zijn ze vrijwel identiek.
Ik zal echter 2 redenen geven waarom de zin als “zij doorsteken mijn handen en voeten” vertaald moet worden:

“als een leeuw mijn handen en voeten” is een onlogische zin”

Deze zin slaat simpelweg nergens op. Om de zin logisch te laten verlopen moeten er een grammaticale interpretatie gebruikt worden die niet uit de tekst zelf te halen is. Zo zeggen sommige mensen dat het vertaald moet worden als “Als een leeuw verscheuren zij mijn handen en voeten” of “als een leeuw zijn ze bij mijn handen en voeten”. Maar dat staat er echter niet, daarvoor moet je woorden aan de tekst toevoegen.
De vroegste vertalingen van deze zin zeggen allemaal “zij doorsteken”.

De vertaling “als een leeuw” komt eeuwen na de oudste vertalingen van psalm 22. Er zijn er een paar die zeggen “ze binden mijn handen en voeten vast” zoals ook in de Nederlandse NBV versie staat. Dit komt overigens ook prima overeen met kruisiging; aangezien een lichaam niet aan spijkers kan blijven hangen werd het slachtoffer van kruisiging ook met touwen aan de armen vastgebonden. “Doorsteken” is echter de eerste en meest logische vertaling. De Griekse Septuagint vertaling van het oude testament gebruikt een woord dat in het Nederlands vertaald zou worden als “zij doorklieven mijn handen en voeten” of “zij doorgraven mijn handen en voeten”.


Hoe het ook zij, waar we in ieder geval het over eens kunnen zijn is dat de handen en voeten van deze persoon verwond werden. Het blijft met name interessant dat specifiek de handen en voeten genoemd worden.

Psalm22:19
19 Zij verdelen mijn kleren onder elkaar en loten wie mijn mantel mag hebben.

Dit is een aparte zin niet waar? Laten we eens kijken of dit ook gebeurde tijdens de kruisiging:

Mattheus 27:35
35 Nadat ze hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen

Lukas 23:34
34 Jezus zei: ‘Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen.
De soldaten verdeelden zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen
.

Johannes 19:23-24
23 Nadat ze Jezus gekruisigd hadden, verdeelden de soldaten zijn kleren in vieren, voor iedere soldaat een deel. Maar zijn onderkleed was in één stuk geweven, van boven tot beneden. 24 Ze zeiden tegen elkaar: ‘Laten we het niet scheuren, maar laten we loten wie het hebben mag.’ Zo ging in vervulling wat de Schrift zegt: ‘Ze verdeelden mijn kleren onder elkaar en wierpen het lot om mijn gewaad.’ Dat is wat de soldaten deden.


Palm 22:27-32
27 De armen zullen te eten hebben en geen honger meer kennen. Zij die de HERE zoeken, zullen Hem loven en prijzen. Laat uw hart voor altijd blij zijn.
28 Over de hele wereld zal men de HERE leren kennen en zich tot Hem bekeren. Alle volken zullen voor U buigen.
29 Het Koninkrijk is van de HERE; Hij heerst over alle volken.
30 Over de hele wereld zullen rijke mensen Hem aanbidden. Maar ook arme mensen, die zichzelf amper in het leven kunnen houden, knielen voor Hem neer.
31 Het nageslacht zal Hem dienen en ieder vertelt zijn kinderen over Hem.
32 Zij zullen Zijn recht en goedheid doorgeven aan allen die nog geboren moeten worden, omdat Hij alles heeft volbracht.


Wat deze zinnen zo bijzonder maakt is dat deze psalm bijna 2800 tot 2900 jaar geleden geschreven is. Tot de dood van Jezus was de Joodse religie beperkt tot het volk van Israel, maar na de dood van Christus werd de Joodse (vanaf toen de Christelijke) religie verspreid onder de niet-Joden en nam uiteindelijk het Romeinse rijk over en heeft zich tenslotte over de hele wereld verspreid.


Geboorte van de messias in Bethlehem:

Micha 5:1 (5:2 in het Engels vreemd genoeg)
1 U, Betlehem in Efrata, al bent u klein onder Juda’s stammen, toch zal er, zeg Ik, iemand uit u voortkomen die over Israël gaat heersen. In het verre verleden ligt zijn oorsprong, in lang vervlogen dagen.’

Er zijn sceptici die beweren dat dit niet over een stad gaat maar over een persoon die betlehem heet. Voor een weerlegging van dat argument verwijs ik je naar de volgende bron (in het engels): http://www.christian-thinktank.com/micah5.html


De messias zal God in menselijke vorm zijn:

Jesaja 9:5-6 (9:6-7 in het Engels vreemd genoeg)
5Want een Kind is ons geboren, een Zoon werd ons gegeven en de heerschappij zal op Zijn schouders rusten. Dit zullen Zijn koninklijke titels zijn: Wonderbare Raadgever, Machtige God, Vader der eeuwen, Vorst van de vrede.
6Aan Zijn groeiende en vredevolle bewind zal nooit een einde komen. Vanaf de troon van Zijn vader David zal Hij met volmaakte eerlijkheid en rechtvaardigheid regeren. Hij zal alle volken van de wereld echte rechtvaardigheid en vrede brengen. En dit alles zal gebeuren, omdat de brandende liefde van de HERE van de hemelse legers zich heeft voorgenomen dit te doen!


De messias zal dus als een kind geboren worden en de Machtige God en de eeuwige Vader zijn. En een gewoon mens kan geen eeuwig bewind voeren, tenzij hij een eeuwig persoon is.


De messias zal ook redding brengen voor de niet-joden en over de hele aarde

Jesaja 42:1-6
1 De Heer zegt:
‘Hier is mijn dienaar,
hem geef ik mijn steun;
hij is mijn keuze,
hij is mij lief.
Vervuld met mijn geest,
verkondigt hij gerechtigheid aan de volken.
2 Hij roept niet, hij schreeuwt niet,
hij verheft zijn stem niet op straat.
3 Het geknakte riet zal hij niet breken,
de flauwer wordende pit niet doven.
Hij verkondigt gerechtigheid
en houdt zich aan de waarheid.
4 Hij zal niet verflauwen,
niet worden gebroken
tot er op aarde recht heerst.
De verste landen zien verlangend uit
naar wat hij te leren heeft.’

5 God, de Heer,
hij schiep de hemel,
spande hem als een tent;
hij zette de aarde vast
en zorgde voor beplanting.
Hij geeft de mensen adem,
hij bezielt al wat op aarde beweegt.
6 Deze God zegt:
‘Ik heb u geroepen om recht te doen;
ik sta u ter zijde,
ik waak over u.
Voer uit wat ik mijn volk beloofd heb
en wees voor de andere volken een licht.



Jesaja 49:6
6 Hij sprak: ‘Het is niet gering mijn dienaar te zijn, de stammen van Jakob te herenigen, de overlevenden van Israël terug te brengen. Ik heb je aangesteld om een licht te zijn onder de volken en bevrijding te brengen over heel de aarde.’


De messias zal doorstoken worden

Zacharia 12:10
10 Maar over het huis van David en de bevolking van Jeruzalem zal Ik een geest van mededogen uitstorten, die hen tot bidden brengt. Dan zullen zij opzien naar hem die zij doorstoken hebben, en vanwege hem een rouwklacht houden, zoals men rouwt over de enige zoon; zij zullen om hem klagen, zoals men klaagt om de eerstgeborene.

Jezus zijn handen, voeten en zij werden doorstoken.



De messias verraden voor 30 zilverstukken (typologie)

Zacharia 11:9-13
9 Daarom sprak ik: ‘Ik hoed jullie niet meer; laat sterven wat sterven moet, laat verdwijnen wat moet verdwijnen en laat de overblijvenden elkaars vlees maar verslinden’. 10 Toen nam ik mijn staf Lieflijkheid en ik brak hem aan stukken om zo mijn verbond te verbreken, dat ik met alle volken gesloten had. 11 Het werd diezelfde dag verbroken en de veehandelaars, die op mij letten, begrepen dat dit een woord van de HEER was. 12 En ik zei tegen hen: ‘Als het u goeddunkt, geef mij dan mijn loon; vindt u het niet goed, dan moet u het maar laten.’ En zij telden mijn loon uit, dertig zilverstukken. 13 Maar de HEER zei tegen mij: ‘Breng hem maar naar de smelter, die fraaie prijs, waarop Ik door hen geschat ben.’ Ik nam dus de dertig zilverstukken en gooide ze in het huis van de HEER, bij de smelter.

Dit is een vorm van de-geschiedenis-herhaalt zich (typologie); een voorafschaduwing van een gebeurtenis die nog moet komen.

We zien dit vervuld in Mattheus 27 door Judas die 30 zilverstukken had gekregen voor het verraden van zijn meester Jezus:

Mattheus 27:3-5
Toen Judas, die Hem overleverde, zag dat Hij veroordeeld was, kreeg hij spijt en bracht hij de dertig zilverstukken terug naar de hogepriesters en oudsten, 4 met de woorden: ‘Ik heb een misdaad begaan door onschuldig bloed over te leveren.’ Maar ze zeiden: ‘Wat gaat ons dat aan? Dat moet u zelf maar zien.’ 5 En hij gooide de zilverstukken in de tempel (het huis van de HEER) en ging zich ophangen.


Wat ook een interessant detail is, is dat volgens de Griekse Septuagint het woord “veehandelaren” (in verse 11 van zacharia) eigenlijk moet zijn “de ellendigste van de schapen”. Jezus noemde zichzelf de goede herder en zijn volgelingen Zijn schapen. Judas was als een van de 12 apostelen de ellendigste van Zijn schapen aangezien hij Zijn verrader was.

De botten van de Messias zullen niet gebroken worden

Psalm 34:21
21 Hij waakt zelfs over zijn beenderen,
niet één ervan wordt verbrijzeld.


De benen van de 2 misdadigers die samen met Jezus werden gekruisigd werden gebroken. De benen van Jezus werden echter niet gebroken:

Johannes 19:33-37
33 Vervolgens kwamen ze bij Jezus, maar ze zagen dat hij al gestorven was. Daarom braken ze zijn benen niet. 34 Maar een van de soldaten stak een lans in zijn zij en meteen vloeide er bloed en water uit. 35 Hiervan getuigt iemand die het zelf heeft gezien, en zijn getuigenis is betrouwbaar. Hij weet dat hij de waarheid spreekt en wil dat ook u gelooft. 36 Zo ging de Schrift in vervulling: ‘Geen van zijn beenderen zal verbrijzeld worden.’ 37 Een andere schrifttekst zegt: ‘Zij zullen hun blik richten op hem die ze hebben doorstoken.’

In vers 37 zien we Zacharia 12:10 terugkomen, die ik al eerder had vernoemd.

De Messias als “Israel, het kind” uit Egypte gehaald (typologie)

Een van de belangrijkste gebeurtenissen uit het oude testament was de exodus (uittocht) van de Hebreeuwse slaven uit Egypte door de profeet Mozes. God benoemt dit op een zeer speciale wijze via de profeet Hosea:

Hosea 11:1
1 Toen Israël nog een kind was, had ik het lief;
uit Egypte heb ik mijn zoon weggeroepen.

En we zien hoe de geschiedenis zich herhaalt als ook Jezus als kind (het kind Israel, zoals ik al besproken heb betreffende Jesaja 53) uit Egypte word geroepen:

Mattheus 2:14-15
14 Jozef stond op en week nog diezelfde nacht met het kind en zijn moeder uit naar Egypte. 15 Daar bleef hij tot de dood van Herodes, en zo ging in vervulling wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘Uit Egypte heb ik mijn zoon geroepen.’


De Messias zal door zijn eigen volk worden afgewezen

De Joden ontkennen dat Jezus de Messias is maar de Joodse geschriften voorspelde dat de Messias door zijn eigen volk zou worden afgewezen

Jesaja 53:1
1Maar ach, wat zijn er weinig die het geloven! Wie zal luisteren? Aan wie zal God Zijn reddende macht openbaren?

Jesaja 53:3
3Wij verafschuwden en verachtten Hem, een man van zorgen, vertrouwd met het bitterste verdriet. Wij keerden Hem de rug toe en keken de andere kant op als Hij langs kwam. Hij werd veracht en dat deed ons niets.

Jesaja 28:16
16 Maar dit zegt God, de HEER:
Ik leg in Sion een fundament
met een uitgelezen grondsteen, een kostbare hoeksteen.
Wie zijn vertrouwen daarop grondvest,
hoeft geen andere toevlucht te zoeken.


Maar wat zal er met die hoeksteen gebeuren:

Psalm 118:22
22 De steen die de bouwers afkeurden
is een hoeksteen geworden.



Jesaja 8:14
14 Hij zal een heiligdom zijn, maar ook de steen waaraan men zich stoot, de rots waarover de twee koningshuizen van Israël struikelen, de valstrik en het net waarin de inwoners van Jeruzalem verstrikt raken.


Dit is wat Jezus zelf had te zeggen over Zijn afwijzing door Zijn eigen volk. In Marcus vertelt Jezus een parabel (een gelijkenis, een symbolisch verhaal) betreffend Zijn afwijzing door de Joden die hem later laten kruisigen

Marcus 12:1-11
1 Hij begon tegen hen te spreken in gelijkenissen: ‘Een man legde een wijngaard aan en omheinde die. Hij groef een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Hij verpachtte de wijngaard aan wijnbouwers en ging op reis. 2 Na verloop van tijd stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers om zijn deel van de opbrengst van hen te ontvangen; 3 maar ze grepen hem vast, mishandelden hem en stuurden hem met lege handen terug. 4 Daarna stuurde hij een andere knecht naar hen toe, die ze in het gezicht sloegen en vernederden. 5 Hij stuurde nog een derde, die ze doodden, en nog vele anderen; sommigen werden door de wijnbouwers mishandeld en anderen werden door hen gedood. 6 Ten slotte was alleen nog zijn geliefde zoon over; die stuurde hij als laatste naar hen toe, met de gedachte: Voor mijn zoon zullen ze wel ontzag hebben. 7 Maar de wijnbouwers zeiden tegen elkaar: “Dat is de erfgenaam. Kom op, laten we hem doden, dan is de erfenis van ons.” 8 Ze grepen hem vast en doodden hem en gooiden zijn lichaam buiten de wijngaard. 9 Wat zal de eigenaar van de wijngaard daarna doen? Hij zal zelf komen om de wijnbouwers om te brengen en hij zal de wijngaard aan anderen geven. 10 Hebt u deze schrifttekst dan niet gelezen:
“De steen die de bouwers afkeurden
is de hoeksteen geworden.

11 Dankzij de Heer is dit gebeurd,
wonderbaarlijk is het om te zien.”’


En we zien dat dezelfde boodschap wordt aangehaald door de apostelen:

Handelingen 4:5-12
5 De volgende dag kwamen de leiders, de oudsten en de schriftgeleerden bijeen in Jeruzalem, 6 samen met Annas, de hogepriester, Kajafas, Johannes en Alexander, en allen die tot de hogepriesterlijke familie behoorden. 7 Nadat ze Petrus en Johannes in het midden hadden doen plaatsnemen, begonnen ze het verhoor met de vraag: ‘Door welke kracht of in wiens naam hebt u die daad verricht?’ 8 Petrus antwoordde, vervuld van de heilige Geest: ‘Leiders van het volk en oudsten, 9 nu wij vandaag worden verhoord omdat we een zieke hebben geholpen, en nu ons wordt gevraagd hoe het komt dat hij is genezen, 10 dient u allen en het hele volk van Israël te weten dat deze man hier gezond voor u staat dankzij de naam van Jezus Christus uit Nazaret, die door u gekruisigd is, maar die door God uit de dood is opgewekt. 11 Jezus is de steen die door u, de bouwlieden, vol verachting is weggeworpen, maar die nu de hoeksteen geworden is. 12 Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt.’

1 Petrus 2:4-8
4 Voeg u bij hem, bij de levende steen die door de mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen om zijn kostbaarheid, 5 en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel. Vorm een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn. 6 In de Schrift staat immers: ‘In Sion leg ik een hoeksteen die ik heb uitgekozen om zijn kostbaarheid; wie daarop vertrouwt, komt niet bedrogen uit.’ 7 Kostbaar is hij voor u, die erop vertrouwen. Voor wie er niet op vertrouwen, geldt echter: ‘De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden.’ 8 En: ‘Het is een steen waarover men struikelt, een rotsblok waaraan men zich stoot.’ Zij struikelen omdat ze Gods woord niet gehoorzamen, daartoe zijn ze bestemd.



De Joodse feesten – de voorafschaduwing van Jezus Christus

De voorspellingen die ik heb gegeven tot nu toe zijn maar een fractie van alle voorspellingen die we uit de bijbel kunnen halen maar door gebrek aan tijd en ruimte zal ik het bij deze voorspellingen laten. Wat ik als laatste nog wil doen is voorbeelden geven van typologie die in verband staan met DE REDEN dat Jezus voor ons gestorven is. Aangezien het bewijs dat ik wil geven voor de waarheid van het Christendom nu tot een afsluiting komt is het belangrijk om over te gaan naar de centrale boodschap van het Christendom; de reden dat ik je van deze waarheid probeer te overtuigen; hoe het Christendom betrekking heeft op jou leven en vooral hoe het betrekking heeft op jouw bestemming na je dood.

Voordat we in het volgende hoofdstuk ingaan op deze centrale boodschap en de dood van Jezus Christus wil ik eerst antwoord geven op de volgende vraag: “Als Jezus voor onze zonden is gestorven, hoe zit het dan met de mensen die leefde voordat Jezus er was? Je wil toch niet beweren dat alle mensen voor Jezus naar de hel gingen?”

Nee natuurlijk niet, dat zou absurd zijn. Het is waar dat niemand bij God kan komen behalve via Jezus, maar dat houdt niet in dat dit pas geldt vanaf het moment dat Jezus dood ging. Wat je moet beseffen is dat wij TERUG kijken naar de dood van Jezus, maar in het oude testament keken de mensen juist VOORUIT naar de dood van Jezus. Dit is natuurlijk al duidelijk in de zin van de voorspellingen over de messias, maar met name in de Joodse feesten en het Joodse offersysteem.

Het Pesach feest

Voordat we gaan bekijken wat het Pesach feest inhield moet ik je eerst wijzen op een zeer belangrijke titel van Jezus Christus die direct gemoeid is met de reden van zijn dood.

Johannes 1:28-29
28 Dit gebeurde in Betanië, aan de overkant van de Jordaan, waar Johannes doopte.
29 De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen, en hij zei: ‘Daar is het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt.


Dit is vlak voor het moment dat Jezus wordt gedoopt door de profeet Johannes de doper (niet dezelfde Johannes als die het evangelie geschreven heeft want dat is de apostel Johannes). Johannes de doper was de profeet die door de profeet Maleachi en de profeet Jesaja was voorspeld om de weg van de messias vrij te maken. Johannes de doper noemt de messias hier het lam van God. Maar waarom noemt hij Jezus een lam? Jezus noemt zichzelf ook wel “de goede herder”, dus is Jezus zowel een herder als een lam? En hoezo neemt het lam de zonden van de wereld weg?

We zien dat ook de profeet Jesaja de messias vergeleek met een lam die ieders zonden weg zou nemen:

Jesaja 53:6-7
6Wij zijn het, die als schapen afdwaalden! Wij verlieten Gods paden en gingen onze eigen weg. Desondanks legde God de schuld en zonden van ons allen op Hem!
7Hij werd in een hoek gedreven en mishandeld, maar zei geen woord. Hij werd als een lam naar de slachtbank geleid; zoals een schaap onder het scheren geen geluid maakt, stond ook Hij zwijgend voor degenen die Hem veroordeelden.

Voor ons zou dit heel raar en onbekend klinken, maar voor de Joden klonk dit als zeer bekend. Het offer van een lam voor de zonden van mensen is namelijk een centraal thema in het oude testament. Dit principe vindt zijn oorsprong in het eerste boek van de bijbel, genesis:

Genesis 22:1-14
Het offer van Abraham
1 Enige tijd later stelde God Abraham op de proef. ‘Abraham!’ zei hij. ‘Ik luister,’ antwoordde Abraham. 2 ‘Roep je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt, Isaak, en ga met hem naar het gebied waarin de Moria ligt. Daar moet je hem offeren op een berg die ik je wijzen zal.’
3 De volgende morgen stond Abraham vroeg op. Hij zadelde zijn ezel, nam twee van zijn knechten en zijn zoon Isaak met zich mee, hakte hout voor het offer en ging op weg naar de plaats waarover God had gesproken. 4 Op de derde dag zag Abraham die plaats in de verte liggen. 5 Toen zei hij tegen de knechten: ‘Blijven jullie hier met de ezel. Ikzelf ga met de jongen verder om daarginds neer te knielen. Daarna komen we naar jullie terug.’ 6 Hij pakte het hout voor het offer, legde het op de schouders van zijn zoon Isaak en nam zelf het vuur en het mes. Zo gingen zij samen verder. 7 ‘Vader,’ zei Isaak. ‘Wat wil je me zeggen, mijn jongen?’ antwoordde Abraham. ‘We hebben vuur en hout,’ zei Isaak, ‘maar waar is het lam voor het offer?’ 8 Abraham antwoordde: ‘God zal zich zelf van een offerlam voorzien, mijn jongen.’ En samen gingen zij verder. 9 Toen ze waren aangekomen bij de plaats waarover God had gesproken, bouwde Abraham daar een altaar, schikte het hout erop, bond zijn zoon Isaak vast en legde hem op het altaar, op het hout. 10 Toen pakte hij het mes om zijn zoon te slachten. 11 Maar een engel van de HEER riep vanuit de hemel: ‘Abraham, Abraham!’ ‘Ik luister,’ antwoordde hij. 12 ‘Raak de jongen niet aan, doe hem niets! Want nu weet ik dat je ontzag voor God hebt: je hebt mij je zoon, je enige, niet willen onthouden.’ 13 Toen Abraham opkeek, zag hij een ram
die met zijn horens verstrikt was geraakt in de struiken. Hij pakte het dier en offerde dat in de plaats van zijn zoon. 14 Abraham noemde die plaats ‘De HEER zal erin voorzien’. Vandaar dat men tot op de dag van vandaag zegt: ‘Op de berg van de HEER zal erin voorzien worden
.’


Abraham krijgt als beproeving de extreem zware taak om zijn eigen zoon te offeren aan God. God houdt Abraham echter tegen en voorziet Abraham van een ram (een mannelijk lammetje!) om IN DE PLAATS VAN zijn zoon te offeren. (dit houdt overigens niet in dat God het goedkeurt dat iemand zijn kind offert, daar komen we later in het boek nog op terug).

Dit is een zeer sterke parallel met de dood van Jezus waarin God opnieuw zelf voorziet van een lam dat in dit geval Zijn eigen Zoon Jezus Christus is die als schuldoffer dient voor de gehele mensheid in plaats voor 1 persoon.

Maar laten we dan nu overgaan naar het Pesach feest. Hierin zien we namelijk het zelfde principe. De pesach stamt echter niet af van het offer van Abraham maar komt van de exodus (uittocht) uit Egypte.

In het boek Exodus zien we hoe de profeet Mozes de opdracht krijgt van God om de Israeliten die als slaven in Egypte gehouden worden, te bevrijden van de Farao (de egyptische koning). God stuurt 10 plagen op Egypte af en de 10e plaag is de dood van de eerstgeboren zoon in ieder huis. God geeft de Israeliten echter een specifieke opdracht om te voorkomen dat hun eigen eerstgeboren zonen zullen sterven.

Exodus 12:1-14
1 De HEER zei tegen Mozes en Aäron, nog in Egypte: 2 ‘Voortaan moet deze maand bij jullie de eerste maand van het jaar zijn. 3 Zeg tegen de hele gemeenschap van Israël: “Op de tiende van deze maand moet elke familie een lam of een bokje uitkiezen, elk gezin één. 4 Gezinnen die te klein zijn om een heel dier te eten, nemen er samen met hun naaste buren een, rekening houdend met het aantal personen en met wat ieder nodig heeft. 5 Het mag het jong van een schaap zijn of het jong van een geit, als het maar een mannelijk dier van één jaar oud is zonder enig gebrek. 6 Houd dat apart tot de veertiende van deze maand; die dag moet de voltallige gemeenschap van Israël de dieren in de avondschemer slachten. 7 Het bloed moeten jullie bij elk huis waarin een dier gegeten wordt, aan de beide deurposten en aan de bovendorpel strijken. 8 Rooster het vlees en eet het nog diezelfde nacht, met ongedesemd brood en bittere kruiden. 9 Het dier mag niet halfgaar of gekookt worden gegeten, maar uitsluitend geroosterd, en in zijn geheel: met kop, poten en ingewanden. 10 Zorg dat er de volgende morgen niets meer van over is. Mocht er toch iets overblijven, dan moet je dat verbranden. 11 Zo moeten jullie het eten: met je gordel om, je sandalen aan en je staf in de hand, in grote haast. Dit is een maaltijd ter ere van de HEER, het pesachmaal. 12 Ik zal die nacht rondgaan door Egypte, en ik zal daar alle eerstgeborenen doden, zowel van de mensen als van het vee, en ik zal alle Egyptische goden van hun voetstuk stoten, want ik ben de HEER. 13 Maar jullie zal ik voorbijgaan: aan het bloed zal ik jullie huizen herkennen, en door dat merkteken zal de dodelijke plaag waarmee ik Egypte straf, jullie niet treffen.
14 Die dag moet voortaan een gedenkdag zijn, die je moet vieren als een feest ter ere van de HEER. Dit voorschrift blijft voor altijd van kracht, alle komende generaties moeten die dag vieren.

Wat hield de Pesach dus precies in?

- Een lam of bokje werd geslacht
- Dit moest een MANNELIJK dier zijn
- Dit dier moest ZONDER ENIG GEBREK zijn
- Het bloed van dit lammetje diende als teken voor de Heer om de zoon in dat huishouden in leven te laten
- Dit zal een gedenkdag blijven ter ere van God

Hier zien we dus weer het zelfde principe. Een lam werd gebruikt als offer aan God en hierdoor hoefden de zonen niet te sterven want God’s straf zou dan niet op hen neerdalen. (Pesach betekent “er aan voorbij gaan”)

Er worden ook een 2 zeer belangrijke details gegeven. Het lammetje of bokje moest mannelijke zijn (Jezus de zoon van God) en zonder enig gebrek (Jezus was zonder zonden, hij heeft nooit iets verkeerds gedaan in tegenstelling tot alle andere mensen).

Het Pesach feest werd daarna ieder jaar gehouden ter herdenking zoals God had opgedragen. Ieder jaar werd er een lam geofferd. Hier werd ook het offersysteem omheen gebouwd. Met name in het boek Leviticus geeft God aan Mozes specifieke wetten voor het offeren van lammeren, bokken of andere reine dieren. Dit waren symbolische daden om vergiffenis te krijgen voor de slechte daden die iemand had gedaan. Mozes zei ook dat het het bloed was dat zorgde voor de vergiffenis van zonden. Waarom is dat zo? Daar komen we later op terug.

Jezus stierf tijdens het Pesach feest als offer voor de hele wereld; het mannelijke lam van God zonder enig gebrek dat stierf voor onze zonden. Hierdoor kunnen wij vergiffenis voor onze zonden krijgen. Dit kennen wij als het paasfeest (en dan heb ik het niet over de paashaas en de eieren, dat heeft niks met Pasen te maken maar is afkomstig van heidense lentefeesten). Op Pasen werd het perfecte offer gebracht door God zelf voor de vergiffenis van de zonden van de wereld.


Het feest van het ongerezen brood

Een feest dat in nauw verband staat met de Pesach is het feest van het ongerezen brood (ook wel ongedesemd brood genoemd) Op de vooravond van de Pesach werd een zogenaamde Sedermaaltijd gegeten. Dit is wat Jezus ook deed met de apostelen de avond voordat Jezus gearresteerd werd. Dit is wat wij kennen als het laatste avondmaal. Maar Jezus vertelde zijn apostelen ook precies wat het betekende.

Op een Sedermaaltijd eten Joden zogenaamde matza’s, wat ongerezen brood is (brood zonder gist dus). Er is 1 specifieke matza dat de Afikomen genoemd word. Dit brood wordt gebroken en in een doek gewikkeld en daarna verstopt. De kinderen van het huishouden mogen vervolgens de Afikomen gaan zoeken aangezien deze na de maaltijd nog wordt opgegeten als dessert. Nog een belangrijk detail is dat de Afikomen komt uit een stapel van 3 matza’s. De middelste is de Afikomen die wordt gebroken, in een doek gewikkeld en verstopt om daarna weer door te kinderen terug gevonden te worden.

Laten we nu kijken hoe de Sedermaaltijd verliep van Jezus met zijn apostelen:

Lukas 22:14-20
14 Toen het zover was, ging hij samen met de apostelen aanliggen voor de maaltijd. 15 Hij zei tegen hen: ‘Ik heb er hevig naar verlangd dit Pesachnaal met jullie te eten voor de tijd van mijn lijden aanbreekt. 16 Want ik zeg jullie: ik zal geen Pesachmaal meer eten voordat het zijn vervulling heeft gevonden in het koninkrijk van God.’ 17 Hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en zei: ‘Neem deze beker en geef hem aan elkaar door. 18 Want ik zeg jullie: vanaf nu zal ik niet meer drinken van de vrucht van de wijnstok tot het koninkrijk van God gekomen is.’ 19 En hij nam een brood, sprak het dankgebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: ‘Dit is mijn lichaam dat voor jullie gegeven wordt. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken.’ 20 Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, en zei: ‘Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt.


Mattheus 26:26-28
26 Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ 27 En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: ‘Drink allen hieruit, 28 dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden.


Laten we nu de parallellen trekken:

- Het brood wordt gebroken
- Het brood is het lichaam van Jezus dat werd gedood

- De wijn die wordt gedronken tijdens de Sedermaaltijd is het bloed van Jezus
- Het bloed van het lam van God neemt de zonden weg
- Het bloed van Jezus luid het nieuwe verbond in

- Het brood (het lichaam van Jezus) wordt gebroken, in een doek gewikkeld, verstopt en later terug gevonden
- Jezus werd gedood, in linnen doeken gewikkeld (een lijkwade), begraven en terug gevonden door de apostelen na de verrijzenis

- Het brood moest zonder gist zijn
- Het lam voor het offer moest zonder gebrek zijn
- Jezus was zonder zonden

Als laatste is er nog een belangrijk detail, namelijk dat de Afikomen de middelste matza is uit een stapel van 3 matza’s. Hier kunnen we een parallel trekken met wat we in Christendom “de heilige drie-eenheid” noemen. Dit zijn de 3 persoonlijkheden van God:
- God de Vader
- God de Zoon
- God de Heilige geest

De 2e persoonlijkheid van God, de Zoon, werd als schuldoffer voor de hele wereld, het lam van God. Zo ook werd de 2e matza uit de stapel van 3 matza’s gebroken, in een doek gewikkeld, verstopt en terug gevonden.

Het is niet voor niks dat het lam voor de Pesach mannelijk moest zijn en het is niet voor niks dat God Abraham op de proef stelde door hem te vragen zijn zoon te offeren. Dit alles staat symbool voor de dood van de Zoon van God die als het lam van God is gestorven zodat iedereen over de hele wereld vergiffenis kan krijgen voor hun zonden.


Conclusie:

Dit hoofdstuk is (geloof ik) het langste hoofdstuk tot nu toe, desondanks heb ik nog zoveel niet genoemd op het gebied van profetie. Ik zou nog makkelijk dit hoofdstuk dubbel zo lang hebben kunnen maken, maar ik denk dat ik je een goede introductie heb gegeven in Bijbelse profetie. De bijbel is dan wel een collectie boeken geschreven door mensen en geschreven vanuit een menselijk perspectief, maar we zien door de Bijbelse profetie dat we hier te maken hebben met mensen die door God verkozen waren om Hem te openbaren aan Zijn creatie. De bijbel is het woord van God. Het boek dat ons het begin en het eind geeft, en het einde geeft vanaf het begin. God ervaart de tijd niet zoals wij dat doen, van moment tot moment, maar de tijd zelf is Zijn schepping. God geeft zijn profeten de mogelijkheid om dat te doen wat geen mens kan doen, ons vertellen wat er gaat gebeuren in de toekomst. Hiermee zet de Heer, onze God als het ware zijn handtekening onder de geschriften.

Hier eindigt mijn cumulatieve verdediging van het bestaan van God en de waarheid van het Christendom. Maar nu komen op het belangrijkste punt in dit boek, namelijk wat te doen met deze informatie? Waarom is dit zo belangrijk? Waarom probeer ik je er zo hard van te overtuigen dat het Christendom waar is en dat God bestaat? Je hebt al een voorproefje gehad in de gedeeltes waarin we het hadden over de dood van Christus, maar waar het nu om gaat is hoe dit betrekking heeft op jou.

Het volgende hoofdstuk is het belangrijkste gedeelte van dit boek en zal hopelijk voor jou je leven drastisch veranderen.