zondag 28 maart 2010

Hoofdstuk 2.1: Het contingentie argument

1. Het Leibniziaanse cosmologische argument van contingentie:

We beginnen meteen met een erg ingewikkeld argument, maar echter wel een extreem sterk bewijs voor het bestaan van God.

Dit argument is ontwikkelt door de Duitse filosoof Gottfried Wilhelm Leibniz.

Leibniz stelde dat de belangrijkste vraag in filosofie moet zijn: “Waarom bestaat er iets in plaats van helemaal niets?”

Hoe komt het dat er überhaupt realiteit is? Hoe komt het dat dit universum bestaat? Dat deze planeet bestaat? Dat wij bestaan?
En daarmee bedoel ik niet HOE ze ontstaan zijn, maar hoe het komt DAT ze zijn ontstaan.

Leibniz stelde dat alles dat bestaat een verklaring voor zijn bestaan heeft. Of we deze verklaring nu kunnen weten of niet, het blijft feitelijk zo dat er in ieder geval een verklaring voor bestaat.

Let op dat Leibniz met het woord “verklaring” of “reden” niet het “doel” of de “zin” bedoeld. Een haarborstel bijvoorbeeld heeft als doel om haren mee te kammen. Daar is de borstel voor bedoeld. Maar de verklaring voor HET BESTAAN van de borstel is dat mensen in een fabriek bijvoorbeeld deze borstel in elkaar hebben gezet van materialen.

Het had namelijk net zo goed kunnen zijn dat ik zelf niet had bestaan. Als mijn ouders elkaar bijvoorbeeld nooit hadden ontmoet, dan had ik ook nooit bestaan. De verklaring voor mijn eigen bestaan is daardoor te vinden in het bestaan van mijn ouders.

Stel je voor dat je door het bos loopt met een vriend en je ziet een grote bal liggen. Je vraagt aan je vriend: “Hoe komt het dat deze bal hier ligt?”. En je vriend zegt: “nergens door! Deze bal bestaat gewoon zonder verklaring.”

Dat zou je absoluut absurd in de oren klinken.

Maar laten we in plaats van een bal eens kijken naar het hele universum (de wereld van alle ruimte, tijd, materie en energie):

Dit is het syllogisme dat het Leibniziaanse argument gebruikt. Ik geef eerst de veronderstellingen en de conclusie. Vervolgens geef ik een verdediging van de veronderstellingen, met andere woorden ik geef redenen waarom de veronderstellingen waar zijn.



Dit is het argument:

1A: Alles wat bestaat heeft een verklaring voor zijn bestaan
1B: De verklaring voor het bestaan van iets kan liggen in noodzakelijkheid of in een externe oorzaak.
2: Als het universum een verklaring voor zijn bestaan heeft, is deze verklaring God
3: Het universum bestaat
4: Daarom heeft het universum een verklaring voor zijn bestaan
5: Conclusie: de verklaring voor het bestaan van het universum is God



Je kunt nu heel goed iets hebben van: “Ik snap hier echt helemaal niks van! Hoezo noodzakelijkheid of externe oorzaak? Hoezo als het universum een verklaring heeft dan is deze verklaring God? Hoezo God? Waarom niet iets anders dan?"

Maar het is makkelijker dan het lijkt. Laat mij de punten uitleggen:

Punt 3 lijkt me overduidelijk en onweerlegbaar. Het universum bestaat, daar zijn we het allemaal over eens. Punt 4 en 5 zijn de conclusies die volgen uit het argument. De logica is juist dus daar zal het ook niet aan liggen.

Het zal hem dus zitten in punt 1 en 2. Dit zijn de controversiële punten.

Punt 1 is onderverdeeld in 2 delen. Dit is belangrijk want zonder 1B is er een overduidelijk probleem met punt 1. Want als alles een verklaring heeft voor zijn bestaan, hoe kan God dan de verklaring van het universum zijn? Want dan moet God ook een verklaring hebben voor zijn bestaan, dus zul je nog iets boven God moeten zetten om God te verklaren, maar die verklaring heeft dan ook weer een verklaring nodig enz. Tot in het oneindige. En wanneer je het zo gaat bekijken zal de gelovige zeggen dat God zonder verklaring bestaat en zal de Atheïst zeggen dat je dan net zo goed kan zeggen dat het universum zonder verklaring bestaat.

Maar niet zo snel. Verklaringen voor het bestaan van entiteiten hebben te maken met de natuur van de entiteit zelf...

Contingente en noodzakelijke entiteiten:

Er bestaan 2 soorten entiteiten (of "objecten" of "dingen" of welk woord je maar wilt gebruiken) wanneer je het hebt over de natuur van hun bestaan; namelijk: noodzakelijke entiteiten en contingente (spreek uit: kon tin zjente) entiteiten.

Wat houdt dat precies in? Een contingente entiteit is iets wat niet bestaat uit noodzaak.
Ik gaf al het voorbeeld van mijzelf. Ik besta door mijn ouders maar het had net zo goed gekund dat ik niet had bestaan als mijn ouders anders gehandeld hadden.
De computer die je nu voor je hebt staan, had ook best niet kunnen bestaan of er had een andere computer voor in de plaats kunnen zijn.
Dus ook je computer bestaat niet noodzakelijk. We kunnen ons heel makkelijk een wereld voor stellen waarin je computer helemaal niet bestaat. We kunnen ons ook heel makkelijk een wereld voorstellen waarin een specifiek persoon niet bestaat of zelfs een wereld waar helemaal geen personen bestaan.

Contingente entiteiten zijn voor hun bestaan afhankelijk van een andere entiteit. Het bestaan van de computer is afhankelijk van de producent. En mijn bestaan is afhankelijk van het bestaan van mijn ouders.

Maar een noodzakelijke entiteit is echter niet van zijn bestaan afhankelijk van iets buiten zichzelf om. Wiskundige zijn er bijvoorbeeld over eens dat nummers noodzakelijk bestaan en dit is inderdaad aan te tonen. Zelfs al bestond er een totaal ander universum dan nog is het zo dat nummers het zelfde blijven. Ik zei al dat we ons een wereld kunnen voorstellen waarin specifieke personen niet bestaan, maar kunnen we ons een wereld voorstellen waarin nummers niet bestaan? 2 +2=4 in wat voor universum dan ook.

We kunnen ons natuurlijk wel een wereld voorstellen waarin het woord “vijf” en het symbool “5” wordt gebruikt om 4 aan te tonen, maar dat is niet wat ik bedoel. Wat je moet begrijpen is dat nummers niet door mensen bedacht zijn. Het enige wat mensen hebben bedacht is de taal en de symbolen die we gebruiken om nummers te OMSCHRIJVEN. Deze woorden en symbolen beschrijven specifieke wiskundige feiten over de wereld en wij mensen brengen dit tot uitdrukking in taal en symbolen.
Twee objecten plus twee andere objecten vormen samen een collectie van vier objecten. Ik kan de woorden “twee” en “vier” vervangen door andere woorden, maar het feit dat het beschrijft blijft het zelfde.

Een ander voorbeeld is de wetten van logica. Deze zijn noodzakelijk hetzelfde in iedere mogelijke wereld. De eerste wet van logica bijvoorbeeld is de zogenaamde wet van identiteit. Deze wet zegt: “iets is wat het is en niet wat het niet is” (A=A en A=/=B). Met andere woorden: een object is wat dat object WEL is en is niet wat dat object NIET is.
Nu zul je denken: “ja he he, dat snapt iemand in groep 1 ook wel.”
Daarom is het ook de eerste wet van logica. Het bevestigt een noodzakelijke waarheid.

Er is geen enkele mogelijke wereld te bedenken waarin nummers en logica niet bestaan. Je kunt wel een wereld bedenken waarin er geen wezens zijn om nummers te HERKENNEN of waarin wezens de nummers anders tekenen en benoemen dan wij doen. Maar het BESTAAN van nummers is gegarandeerd in iedere mogelijke wereld. Nummers zijn daarom noodzakelijke entiteiten. De verklaring voor hun bestaan ligt in hun eigen natuur en niet in een entiteit buiten hen om.

Het is dus onmogelijk voor een noodzakelijke entiteit om NIET te bestaan.

Dus dit zijn de 2 soorten entiteiten. De verklaring van contingente entiteiten ligt in andere contingente entiteiten en uiteindelijk in een noodzakelijke entiteit wiens niet-bestaan onmogelijk is.


Het concept van mogelijke werelden

Er bestaat in filosofie het concept van “mogelijke werelden”. Je hebt me al een paar keer horen zeggen dat "we ons een wereld kunnen voorstellen die zo en zo is". Maar wat is dat nu precies een “mogelijke wereld”?

Als filosofen het hebben over een “wereld” dan hebben ze het niet over de aarde of een andere planeet. Ze bedoelen er zelfs geen universum mee. Een wereld is een beschrijving van de totale realiteit,

met andere woorden: een “wereld” is alles wat bestaat. Het totaal plaatje van alle realiteit. De "feitelijke wereld" is dus de "wereld" die daadwerkelijk bestaat"






Een “mogelijke wereld” is dus een mogelijke versie van hoe de totale realiteit had kunnen zijn.





Laat met dit illustreren. Een voorbeeld van een mogelijke wereld kan zijn:

God
Logica/wiskunde
1 universum

Dit zou een beschrijving zijn (extreem versimpeld natuurlijk) van alles wat daadwerkelijk bestaat.

Maar een ander voorbeeld van een mogelijke wereld zou dit zijn:

- God
- Logica/wiskunde
- 20 universums


Een Atheïst zou zeggen dat dit een mogelijke wereld is:

- Logica/wiskunde (sommige Atheïsten zouden deze zelfs weglaten)
- 1 universum


Een voorbeeld echter van een onmogelijke wereld zou dit kunnen zijn:

- 1 universum waarin 2+2=7


Een ander voorbeeld van een onmogelijke wereld is dit:

- 1 universum waarin een vierkante cirkel bestaat

Een vierkante cirkel is een tegenstrijdig concept. Iets kan niet tegelijkertijd en op de zelfde wijze zowel een vierkant als een cirkel zijn.
Een ander voorbeeld zou bijvoorbeeld een “getrouwde vrijgezel” kunnen zijn. Iemand kan tenslotte niet tegelijkertijd getrouwd en niet getrouwd zijn. Een getrouwde man kan misschien wel leven als een vrijgezel, maar feit blijft dat hij wel getrouwd is.
Nog een voorbeeld kan zijn: een object dat tegelijkertijd en op de dezelfde wijze 100% blauw is en 100% rood is, of een tijdloze seconde.

Nu kan je misschien zeggen: “ja maar hoe kunnen we nou met absolute 100% zekerheid zeggen dat vierkante cirkels niet kunnen bestaan?”

Veel mensen hebben de neiging om te zeggen dat er absoluut niks is dat we 100% zeker kunnen weten, of zelfs dat er geen absolute waarheid bestaat. Mensen die dit zeggen hebben hier echter niet goed over nagedacht, en zonder het te weten spreken ze zichzelf tegen. Als iemand namelijk zegt: “niks is 100% zeker.” Dan is die zin zelf ook niet 100% zeker. Met andere woorden, ze zeggen dat het niet 100% zeker is dat niks 100% zeker is. Ze spreken zichzelf dus tegen.

Absolute waarheid moet wel bestaan, want als er geen waarheid zou bestaan, dan zou het dus ook niet waar zijn dat er geen waarheid bestaat. Zie je het probleem? Het concept waarheid maakt noodzakelijk onderdeel uit van iedere mogelijke wereld. Een wereld zonder waarheid is per definitie een onmogelijke wereld; een wereld die niet KAN bestaan.



Daarom kunnen we in logica bepaalde zaken wel degelijke met 100% zekerheid weten. Een voorbeeld hiervan is dus dat we met 100% zekerheid kunnen zeggen dat er geen vierkante cirkels zijn en we kunnen met 100% zekerheid zeggen dat waarheid bestaat. De reden hiervoor is dat een vierkante cirkel een logisch tegenstrijdig concept is en dat de afwezigheid van het concept waarheid ook logisch tegenstrijdig is. Het voldoet niet aan de wetten van logica en KAN dus niet bestaan.

Logica ligt aan de kern van alle kennis. Niemand kan dan ook tegen logica in gaan, want de enige manier om tegen logica in te gaan is door logica te gebruiken. Met andere woorden, iemand zal moeten zeggen dat hij door logica te gebruiken er achter is gekomen dat logica niet bestaat. Je ziet wel hoe absurd dit is.

Een wereld waarin een vierkante cirkel bestaat is dus een onmogelijke wereld.


Mogelijke werelden daarentegen bestaan dus uit concepten die NIET logisch tegenstrijdig zijn.

Met andere woorden: Als iets NIET logisch tegenstrijdig is, dan KAN het bestaan.


Natuurlijk wil het niet zeggen dat als iets KAN bestaan dat het dan ook daadwerkelijk bestaat. Bijvoorbeeld: er is niks logisch tegenstrijdig aan het concept van een eenhoorn. Maar we kunnen toch wel behoorlijk zeker zijn dat er geen eenhoorns bestaan. Maar logisch gezien hadden er wel eenhoorns KUNNEN bestaan. Dus eenhoorns bestaan in een mogelijke wereld. Echter niet in de FEITELIJKE wereld (dat wil dus zeggen, de wereld waarin we leven, de wereld die daadwerkelijk bestaat)


Met andere woorden: De feitelijke wereld is 1 mogelijke wereld uit de mogelijke wereld ensemble en dat is de wereld die ook daadwerkelijk bestaat. Andere mogelijke werelden bestaan niet maar hadden wel in plaats van deze wereld KUNNEN bestaan. De feitelijke wereld is echter de totale realiteit die WEL bestaat.

Dus mogelijke werelden hadden kunnen bestaan in plaats van deze wereld, maar aangezien deze wereld bestaat, bestaan de andere werelden dus niet.

Als deze wereld niet had bestaan had een andere mogelijke wereld bestaan.

Ik hoop dat ik niet teveel in herhaling val, maar aangezien dit een nogal ingewikkeld concept kan zijn probeer ik het zo duidelijk mogelijk te maken.

Dus om nogmaals de definities door te nemen:

Wereld: een omschrijving van alles wat bestaat.
Mogelijke wereld: een mogelijke versie van alles wat bestaat
Mogelijke wereld ensemble: de absolute collectie van alle mogelijke werelden. Alles wat niet logisch tegenstrijdig is (en dus KAN bestaan) is onderdeel van het mogelijke wereld ensemble. Met andere woorden: zolang iets maar KAN bestaan, dan bevind het zich ergens in minimaal 1 van de mogelijke werelden.
De feitelijke wereld: De wereld die daadwerkelijk bestaat. Alles wat ooit heeft bestaan, nu bestaat en ooit zal bestaan is onderdeel van de feitelijke wereld.
Onmogelijke wereld: Een wereld met objecten die niet KUNNEN bestaan en dus logisch tegenstrijdig zijn. Zoals een wereld met een vierkante cirkel, een wereld zonder waarheid, e.d.
Een noodzakelijke entiteit: een entiteit die bestaat in alle mogelijke werelden en dus gegarandeerd bestaat in de feitelijke wereld.





Heeft het universum een verklaring?

Een Atheïst kan nu zeggen: “Ok, het klopt dat alles een verklaring voor zijn bestaan heeft, dat is absoluut waar. Maar dat geldt alleen voor dingen IN het universum maar niet voor het universum zelf. Het universum zelf bestaat zonder verklaring.”

Maar is dit een logische positie? Laten we nogmaals het voorbeeld van de bal in het bos nemen. We zijn het er allemaal over eens dat deze bal een verklaring voor zijn bestaan heeft. Laten we nu voorstellen dat de bal zo groot is als het hele bos? Maakt dat verschil uit? Nee, het heeft nog steeds een verklaring voor zijn bestaan nodig. Zo groot als de hele aarde? Zelfde probleem. Zo groot als een sterrenstelsel? Zelfde probleem.

Zo groot als het universum? Ook in dit geval heeft de bal nog steeds een verklaring nodig voor zijn bestaan. Het object groter maken maakt geen verschil uit. De afmeting van een object bepaalt niet of het object een verklaring voor zijn bestaan heeft of niet.

Je kunt hier bijna een grapje van maken en vragen hoeveel meter iets moet zijn om niet langer een verklaring voor zijn bestaan te hebben. En als je er een stuk afhaalt? Heeft het dan opeens wel een verklaring voor zijn bestaan?

Dit is overduidelijk geen logische positie.

Nu kan de Atheïst zeggen: “Maar het universum is geen object, het is een collectie van objecten.”

Maar het zelfde probleem blijft. Een collectie aan ballen in het bos hebben ook een verklaring voor hun bestaan nodig. En de afmeting van een collectie kan ook geen invloed hebben of het een verklaring voor zijn bestaan heeft of niet.

De Atheïst kan hier echter tegen inbrengen dat je niet de eigenschappen van de onderdelen van een object kan toepassen op het object zelf. Atomen zijn bijvoorbeeld onzichtbaar, ons hele lichaam bestaat uit atomen, maar ons lichaam is wel zichtbaar. Als de individuele onderdelen een bepaalde eigenschap hebben wil dat dus niet zeggen dat het hele object die eigenschap ook heeft. Dit wordt met een moeilijk woord de compositie drogreden genoemd (een drogreden is een verkeerd gebruik van logica).

De compositie drogreden is echter lang niet altijd van toepassing. Het kan van toepassing zijn op specifieke eigenschappen van de onderdelen maar niet op het feitelijke BESTAAN van de onderdelen. Bijvoorbeeld: wanneer je alle individuele onderdelen van een auto weghaalt, is dan de auto zelf niet ook weg? Ja natuurlijk is de auto zelf dan ook weg. Je kunt niet zeggen dat een auto nogsteeds in je garage staat wanneer alle onderdelen van die auto ergens anders zijn. Is dat een compositie drogreden? Nee natuurlijk niet. Zo is het ook met het universum; als je alle onderdelen van het universum zou kunnen weghalen dan is het universum zelf ook weg. Dat houdt dus in dat wanneer alles IN het universum contingent is, dan is het universum ZELF ook contingent.

De Atheïst probeert in feite alles onderdeel van de regel te maken behalve dan 1 entiteit, namelijk het universum zelf. De universum is de uitzondering op de regel zonder dat daar een goede reden voor gegeven word. Sterker nog, dat hele aspect zelf maakt het concept van "een entiteit zonder verklaring" onlogisch. Als namelijk entiteit A wel een verklaring heeft voor zijn bestaan, maar entiteit B heeft geen verklaring voor zijn bestaan; Hoe komt het dan dat entiteit B geen verklaring heeft maar entiteit A wel? Je zult dus een verklaring moeten hebben waarom entiteit B geen verklaring heeft!

Onthoud dat Leibniz God niet een uitzondering op de regel maakt aangezien God een noodzakelijke entiteit is (maar daar komen we straks op terug).
Verder is deze Atheïstische positie dodelijk voor wetenschap. Cosmologie en Astronomie zijn namelijk gericht op het vinden van een verklaring voor het universum. Wetenschap is constant bezig verklaringen te vinden. Maar als de Atheïst de positie houdt dat het universum geen verklaring heeft dan kunnen we net zo goed zeggen dat niks een verklaring voor zijn bestaan heeft en wetenschap het raam uit gooien.

De Atheïst kan dus niet zeggen dat zijn positie rationeel en logisch is.

Stel je de realiteit zelf eens voor als een huis. De noodzakelijke entiteit is de fundering waarop alle andere entiteiten rusten. De contingente entiteiten vinden hun verklaring uiteindelijk in de noodzakelijke entiteit. Zonder deze noodzakelijke entiteit zouden er ook geen contingente entiteiten kunnen bestaan. Dat wil zeggen dat als er geen noodzakelijke entiteit zou bestaan (wat de meeste Atheïsten dus beweren) dan zou er letterlijk niets bestaan kunnen hebben. Aangezien er wel degelijk realiteit is kunnen we concluderen dat er een noodzakelijk entiteit MOET bestaan die de verklaring is voor alle contingente entiteiten in de feitelijke wereld.






Waarom is God dan de verklaring van het universum?

We gaan nu naar punt 2: Als het universum een verklaring voor zijn bestaan heeft, dan is deze verklaring God.

Maar waarom dan? We hebben het net nog over het concept waarheid en over nummers gehad als noodzakelijke entiteiten. Zijn die dan de verklaring voor ons universum of zo? Hoe komen we dan bij God? Wat heeft God er dan mee te maken?

Op het concept van nummers en waarheid kom ik straks nog terug. We gaan eerst deduceren wat de eigenschappen zouden moeten zijn voor de noodzakelijk verklaring van het universum:

Op de eerste plaats is punt 2. het omgekeerde van de standaard Atheïstische positie. Namelijk dat als Atheisme waar is, dan heeft het universum geen verklaring voor zijn bestaan.

We zouden daarom kunnen zeggen: Als het universum een verklaring voor zijn bestaan heeft, dan is atheisme niet waar. En als het dus NIET waar is dat er GEEN God bestaat dan is het dus WEL waar dat er WEL een God is.

Al vind ik dat Leibniz daarmee een goed punt heeft, toch je hem hier mee kan beschuldigen van het spelen met woorden. Dus laten we kijken naar wat überhaupt de mogelijkheden zijn voor een verklaring van het universum. Als we het hebben over het universum dan hebben we het over alle ruimte, tijd, materie en energie. De verklaring van ruimte, tijd, materie en energie kan zelf dus NIET bestaan uit ruimte, tijd, materie en energie.

Met andere woorden, de verklaring voor het universum is:

- Tijdloos (tijdloze eeuwigheid)
- Immaterieel (bestaat niet uit materie of energie)
- Ruimteloos (bestaat niet slechts "hier" of "daar")
- Onveroorzaakt (anders is het contingent)
- Bovennatuurlijk (het universum is de natuurlijke wereld dus wat zich buiten de natuurlijke wereld bevind is “boven” de natuurlijke wereld)

De collectie van alle ruimte, tijd, materie en energie wordt ook wel "de natuurlijke wereld" genoemd. Volgens vrijwel alle Atheïsten is de natuurlijke wereld alles wat bestaat (naturalisme). Atheïsten houden dus de positie aan dat de natuurlijke wereld gelijk staat aan de "wereld" in de metafysische zin van het woord, namelijk alles wat bestaat (de natuurlijke wereld = de feitelijke wereld in Atheïsme). Maar we hebben dus bevestigd dat de natuurlijke wereld zelf een verklaring nodig heeft. Dat wil zeggen dat deze verklaring zich "buiten" de natuurlijke wereld bevind. We zoeken dus naar een bovennatuurlijke verklaring.


Ik begrijp dat het nu nogal verwarrend kan worden qua woorden, maar als we het dus hebben over de natuurlijke wereld, dan gebruiken we het woord wereld niet in de zelfde zin als hiervoor. (Ja frustrerend he). Hier wordt het woord wereld gebruikt als een aspect van de feitelijke wereld. In Theïsme bestaat de feitelijke Wereld (ik zal het even met een hoofdletter schrijven) dus uit een natuurlijk aspect (de natuurlijke wereld - kleine letter w) en een bovennatuurlijk aspect (bovennatuurlijke wereld - ook kleine letter w).

Ja ik begrijp dat het gebruik van woorden tot frustratie kan leiden.

Maar terug naar het argument:

Wat past er in deze eigenschappen die we hebben gegeven voor de verklaring van het universum? Als we uitgaan van wat we al kennen dat qua definitie past binnen de vastgestelde eigenschappen (immaterieel, tijdloos, ruimteloos, etc) dan kennen we maar 2 mogelijkheden, namelijk: abstracte objecten zoals nummers en concepten, OF puur bewustzijn.

Er is namelijk niks in de definitie van abstracte objecten en bewustzijn dat materieel, temporeel, ruimtelijke, etc is. Atheïsten geloven natuurlijk dat bewustzijn slechts puur en alleen het resultaat is van fysieke hersenen, maar dat wil niet zeggen dat de eigenschappen van bewustzijn zelf materieel, temporeel, ruimtelijk, etc zijn.


Maar nummers en concepten kunnen niet de verklaring zijn voor het universum want het zijn krachteloze concepten. Ze staan niet in causaal verband (verband van oorzaak en gevolg). Het nummer 7 bijvoorbeeld kan niks veroorzaken, dat is wat het inhoudt om abstract te zijn. De 7 is gewoon een onderdeel van logica. Het kan niet dienen als een fundering voor het bestaan van iets anders. Wat zou het überhaupt voor betekenis hebben om te stellen dat het universum is voortgebracht door het getal 7?

Bewustzijn blijft nog over. Ik heb het hierbij dus duidelijk niet over hersenen zoals wij hebben maar ik heb het over het feitelijke bewustzijn zelf. Niks in de definitie van bewustzijn is materieel of gebonden aan ruimte en tijd. Als we dus de mogelijkheden die we zouden kunnen bedenken voor de verklaring van het universum bekijken dan is bewustzijn het enige dat overblijft. Maar er zijn nog meer redenen die er op wijzen dat de verklaring van het universum een bewustzijn is. Een andere reden voor bewustzijn als verklaring voor het universum is dat bewustzijn in causaal verband staat. Bewustzijn kan dingen veroorzaken. Wijzelf doen het continue. Nog een reden is dat als we een verklaring in het tijdloze moeten zoeken (wat nodig is omdat tijd onderdeel van het universum is. Ik heb het in het hoofdstuk over het Kalam cosmologische argument over wat wetenschap ons verteld over wat tijd nu daadwerkelijk is) dan kunnen we niet een verklaring hebben zonder bewustzijn en hier is waarom:

Je kunt niet een universum verkrijgen door puur en alleen de mogelijkheid of potentie te hebben voor een universum. De Atheïst kan namelijk in een wanhopige poging nog stellen dat de verklaring voor het universum geen bewuste entiteit is maar een soort van bovennatuurlijk, noodzakelijke maar onbewuste en onpersoonlijke "kracht". Ik zal uitleggen waarom dit echter niet mogelijk is. Een auto bijvoorbeeld heeft alles wat nodig is om weg te rijden, maar zonder chauffeur zal een auto altijd stil blijven staan. Nu kan een auto bijvoorbeeld gaan rijden door dat er een andere auto tegenaan rijdt en hem zo een duw geeft. Maar in het tijdloze is dit niet mogelijk. Zelfs als dit mogelijk zou zijn heb je een oneindige reeks aan “duwtjes” nodig. Dit is niet alleen logisch onmogelijk maar kan uiteindelijk dus niet als een verklaring dienen omdat we dan weer te maken hebben met contingentie.

Maar als de mogelijkheid tot veroorzaken uit zijn eigen natuur voorkomt (zoals een auto met een chauffeur erin, de kracht om potentie om te zetten in feitelijke actie komt dan van “binnen uit”) dan hebben we dat wat nodig is om een universum te veroorzaken. Als de verklaring voor het universum geen bewustzijn zou zijn, dan kan je niet verder komen dan alleen de mogelijkheid of potentie te hebben voor een universum, maar je kunt niet tot het feitelijke bestaan van het universum komen. Bewustzijn kan dat echter wel. Dit houdt in dat wanneer je een onbewuste noodzakelijke "kracht" als verklaring voor het universum wilt stellen, dat je niet kan verklaren waarom deze noodzakelijke kracht überhaupt iets heeft voortgebracht. Als de noodzakelijke entiteit niet bewust was, dan zou er nooit iets met de potentie die het had gedaan kunnen worden, wat inhoudt dat deze noodzakelijke entiteit eeuwig alleen had bestaan zonder contingente entiteiten.

Ik kom hier nog op terug bij het Kalam kosmologische argument en het ontologische argument. Hierin geef ik nog meer redenen waarom de noodzakelijke entiteit die het universum heeft voortgebracht een bewustzijn moet zijn. Ook alle andere argumenten voor God's bestaan dragen daar aan bij.

Met andere woorden, de verklaring van het universum is dus een immaterieel, tijdloos, bovennatuurlijk, noodzakelijk bestaand bewustzijn. Dit bewustzijn is wat we noemen “God” en is de verklaring voor niet alleen het bestaan van het universum maar de verklaring waarom er iets bestaat in plaats van helemaal niets.

Maar nummers bestaan toch ook noodzakelijk? Zijn er dan heel veel noodzakelijke entiteiten.

Nummers en concepten zijn inderdaad net als God ook noodzakelijk, maar aangezien we al hebben kunnen vaststellen dat deze niks kunnen voortbrengen kunnen deze niet als verklaring voor het universum dienen. Maar los daarvan zijn het bestaan van nummers, concepten en logica ZELF eigenlijk nog een bewijs voor het bestaan van God. Zie het transcendentie argument. (hoofdstuk 2.5)

Kan het universum zelf niet een noodzakelijke entiteit zijn?

Wat kan de Atheïst nu nog inbrengen tegen Leibniz’s argument?
De Atheïst kan zeggen dat het universum inderdaad een verklaring voor zijn bestaan heeft. Maar dat God niet deze verklaring is, maar dat het universum zelf gewoon een noodzakelijke entiteit is.

Dit is echter een erg radicale positie die absoluut niet te verdedigen is. Ik zal aantonen waarom:

Als we kijken naar wat er in het universum bestaat zien we niks dat enigszins noodzakelijk is. Sterren, planeten, gassen en straling hadden allemaal ook niet kunnen bestaan. Sterker nog, we hebben wetenschappelijke zekerheid dat deze dingen
niet noodzakelijk zijn omdat we weten dat ze niet altijd al bestaan hebben. Als we ver genoeg terug in de tijd gaan bestonden al deze dingen nog niet. Sterker nog, wetenschap vertelt ons dat het hele universum is ontstaan in de oerknal.


Nu kan de Atheïst nog zeggen dat de feitelijke objecten in het universum inderdaad niet noodzakelijk zijn, maar dat de materie of energie waar de objecten uit zijn opgebouwd noodzakelijk bestaan. Zoals je weet is alles in het universum gemaakt van moleculen. Deze moleculen bestaan weer uit atomen. Deze atomen bestaan weer uit neutronen, protonen en elektronen. Deze deeltjes bestaan weer uit zogenaamde quarks en energie zelf bestaat uit golf deeltjes genaamd fotonen. Wetenschappers zijn op zoek naar het kleinst mogelijke bouwsteentje van alles wat er bestaat in het universum. In de zogenaamde “snaren theorie” bestaat alles in het universum uit zogenaamde ”snaren”; 1-dimensionale deeltjes die nog vele malen kleiner zijn dan atomen. Deze zijn niet verder onder te verdelen en zijn daarmee dus de kleinst mogelijke deeltjes.

De Atheïst zou dus kunnen zeggen dat deze snaren noodzakelijk bestaan. Dit is echter extreem onwaarschijnlijk. En dit is de reden waarom:

Er zullen echt triljoenen op triljoenen op triljoenen snaren moeten bestaan in het hele universum. Als de Atheïst dus wil beweren dat snaren noodzakelijk bestaan dan zal hij moeten zeggen dat iedere individuele snaar noodzakelijk bestaat. Dit is echter absurd, want er is geen enkele logische verdediging te vinden dat juist deze specifieke hoeveelheid snaren noodzakelijk zouden moeten bestaan. We kunnen ons gemakkelijk een wereld voorstellen waarin er veel minder of veel meer materie bestaat. Als snaren echt noodzakelijk zouden bestaan, dan zouden we verwachten dat er maar 1 snaar zou bestaan en niet triljoenen op triljoenen op triljoenen. Bovendien is er geen logische tegenstrijdigheid in een wereld met 1 snaar minder of 10 snaren minder of 10 snaren meer. Dat wil dus zeggen dat er mogelijke werelden zijn met een andere hoeveelheid snaren. Dit houdt in dat individuele snaren niet noodzakelijk zijn maar contingent.

Iedere specifieke collectie is op zichzelf contingent, want er is altijd een mogelijke wereld waarin een kleinere of grotere collectie had kunnen bestaan. Zelfs als je zou zeggen dat er een oneindige hoeveelheid snaren bestaan (wat onmogelijk is, maar laten we de Atheïsten even de voordeel van de twijfel gunnen en stellen dat het wel mogelijk is) dan blijft het niet noodzakelijk dat er een oneindige hoeveelheid zouden moeten zijn. Het zelfde probleem blijft, want we kunnen ons makkelijk een andere wereld voorstellen waarin er een eindige hoeveel materie bestaat.

Ik hoop dat je inziet hoe radicaal en extreem de positie van de Atheïst is wanneer hij beweert dat het universum een noodzakelijke entiteit is. Zelfs als we ons niet zouden focussen op de hoeveelheid van de materie dan is het nog steeds het geval dat we de materie zouden kunnen vervangen voor een andere set materie. Laat me een voorbeeld geven:

Stel dat je een paar schoenen hebt. Deze schoenen bestaan uit materie. Laten we nu zeggen dat we alle materie in deze schoenen vervangen voor een andere groep materie. Heb je dan nog steeds dezelfde paar schoenen? Nee, het zijn dan andere schoenen. Ook al zien ze er het zelfde uit, het zijn toch andere schoenen. Dit is makkelijk aan te tonen door de originele groep materie er naast weer terug te zetten. Je hebt dan twee paar schoenen naast elkaar staan. Het zijn twee verschillende groepen materie. Dus als materie zelf noodzakelijk bestaat, waarom is het dan specifiek deze groep materie en niet een andere groep? We kunnen ons makkelijk een andere mogelijke wereld voorstellen waarin er een universum bestaat gemaakt van een andere groep materie.

De Atheïst zal zo'n radicale positie moeten innemen dat hij moet beweren dat in iedere mogelijke wereld DIT specifieke universum MOET bestaan en dat een ander universum niet KAN bestaan. Dit is echter aantoonbaar absurd. Sterker nog als we alleen al kijken naar dit universum zelf dan kunnen we al zien dat ons universum verschilt met zichzelf op verschillende momenten in tijd. Wetenschap laat ons bijvoorbeeld zien dat het universum continue aan het uitdijen is. Met andere woorden, het universum wordt continue groter. Hoe verder je terug gaat in de tijd, hoe kleiner het universum is. Het universum is in een constant proces van verandering. We hebben hier dus duidelijk niet te maken met een noodzakelijke entiteit.

Maar nummers bestaan toch ook noodzakelijk en daar zijn er ook meerdere van?

Een mogelijk bezwaar dat iemand nog kan inbrengen is dat er ook meerdere nummers zijn (sterker nog een oneindige hoeveelheid) en al die nummers bestaan noodzakelijk. Dus waarom kunnen dan wel al die nummer individueel noodzakelijk zijn en alle individuele materie deeltjes niet?

Maar dan begrijp je niet het verschil tussen de natuur van getallen en de natuur van materie. Wanneer we het over getallen hebben dan hebben we het over abstracte concepten en niet over feitelijke objecten zoals materie. Getallen zijn geen individuele objecten maar zijn een extensie van logica (wiskunde om precies te zijn). Getallen zijn een onderverdeling van de wiskundige vorm van logica die specifieke feiten aanduiden van feitelijke objecten. Zo kun je getallen bijvoorbeeld niet vervangen voor een andere groep aan getallen. Je kunt het getal “1” niet vervangen voor een andere “1” zoals je een atoom kan vervangen voor een andere atoom. Een getal is niet een concreet voorwerp maar een conceptuele realiteit.

Verder kan het aangetoond worden dat de noodzakelijkheid van logica gegrond is in de natuur van God. (zie het transcendentie argument) Logica is niet apart individueel noodzakelijk en God is apart individueel noodzakelijk, maar logica is onderdeel van de natuur van God’s bestaan. Maar zoals ik al zei is dat een ander argument voor God’s bestaan. Je kunt hier meer over lezen in het hoofdstuk over het transcendentie argument.


Kwantum mechanica en woordspelletjes

Het volgende tegenargument dat soms wordt ingebracht tegen het contingentie argument wil ik even presenteren in de vorm van een filmpje. Dit zijn 2 stukjes uit een hoorcollege van de Atheïstische cosmoloog Lawrence Krauss op een meeting van de "Atheïst Alliance International". Zijn hoorcollege is getiteld "a universe from nothing" (een universum uit het niets). Hierin benoemd hij ook de stelling "waarom bestaat er iets in plaats van niets?". Volgens Krauss lost kwantum mechanica dit probleem op. Als we
echter goed letten op wat Professor Krauss nu eigenlijk precies suggereert, merken we dat zijn oplossing niets meer is dan een woordspelletje.
Laten we eens kijken wat hij precies te zeggen heeft (het filmpje begint pas na 5 seconde en heeft geen ondertiteling ben ik bang):





Professor Krauss is hier in feite gewoon aan het spelen met woorden. Zoals hij zelf al zegt "niets is niet langer meer niets in kwantum mechanica". Het "niets" waar Professor Krauss over spreekt is helemaal niet niets maar is zogenaamd kwantum vacuüm energie. Energie komt voor in de vorm van negatieve energie deeltjes en positieve energie deeltjes. Als we op een extreem kleine schaal het universum bekijken dan zien we dat op dit niveau er een chaotisch "zee" bestaat van energiedeeltjes die in paren uit het vacuüm springen en vervolgens meteen weer terug gaan. Dit vacuüm is echter niet niets maar het is wel degelijk iets. Je kan het vacuum vergelijken met nul graden Celsius. Er is temperatuur boven nul graden celcius en temperatuur onder nul graden Celsius. De vacuüm nul-punt energie is hier mee te vergelijken. Door zogenaamde kwantum fluctuaties (die chaos die je ziet in het filmpje op 1:54) verandert dit nulpunt in 2 energie deeltjes, een positief en negatief energie deeltje, om vervolgens weer terug te vallen in het nulpunt.

Maar spreken we hier dan over niets? Nee natuurlijk niet, net zoals nul graden Celsius niet "geen temperatuur" inhoudt, is de vacuüm energie ook niet helemaal niets maar gewoon een specifieke staat waar energie zich in kan bevinden. Maar dit kwantum vacuüm heeft eigenschappen, is dynamisch en bevindt zich in ruimte en tijd. Het kwantum vacuüm "niets" noemen is dus gewoon een woordspelletje, net zoals nul graden Celsius "niets" noemen slechts een woordspelletje zou zijn. Het kwantum vacuüm is gewoon energie een rust toestand, maar is net zo goed energie als positieve en negatieve energie. De energie deeltjes veranderen dus slechts van status maar komen niet te voorschijn uit letterlijk helemaal niets.

De stelling "waarom bestaat er iets in plaats van niets" is echter wel even iets heel anders dan de stelling "waarom bestaan er positieve en negatieve energie deeltjes in plaats van slechts vacuüm nul-punt energie". Krauss zijn laatste stelling dat in kwantum mechanica je altijd iets krijgt als je met niets begint houdt dus niks anders in dan dat energie zich niet in een absolute rusttoestand kan blijven bevinden door de wetten van kwantum mechanica. Dat is alles wat hij daadwerkelijk zegt. Het kan dus zijn dat in het universum in zijn vroegste staat alle materie/energie zich in een rusttoestand bevond. Oké, prima. Maar dat heeft geen enkele betrekking op het contingentie argument.

Het kwantum vacuüm zelf is echter net zo contingent als materie en energie deeltjes zelf aangezien het niks anders is dan een specifiek staat waarin deze deeltjes zich kunnen bevinden. Vacuüm nul-punt energie IS gewoon energie in een specifieke vorm.

Lawrence Krauss speelt hier gewoon een woordspelletje en beantwoord de vraag "waarom er iets bestaat in plaats van niets" niet. Ik zou een vergelijkbaar woordspelletje kunnen spelen door te stellen dat mijn inkomsten gelijk zijn aan mijn uitgaven, en dat wil dus zeggen dat er geen geld is. Ik zelf heb in dat geval uiteindelijk geen geld meer nee, maar het geld bevind zich gewoon op een andere plaats. Dat is het zelfde principe.


Kan niet EEN universum noodzakelijk zijn in plaats van DIT universum?

De Atheïst zit nu in een moeilijke hoek, maar hij kan zich nog proberen hier uit te wurmen door te stellen dat het er geen noodzakelijke entiteiten zijn, maar dat het WEL noodzakelijk is dat er EEN entiteit bestaat. Dus DIT specifieke universum bestaat niet noodzakelijk, maar het is wel noodzakelijk dat er EEN universum bestaat. Het is bijvoorbeeld noodzakelijk voor een object om EEN vorm te hebben maar niet om een specifieke vorm te hebben.

Dit is echter een extreem onwaarschijnlijk voorstel om meer redenen dan dat ik zelfs maar kan opnoemen, maar ik zal een aantal redenen geven waarom deze positie absoluut onlogisch is:

Reden 1: er is geen enkele reden dat er contingente objecten zouden bestaan als er geen noodzakelijke entiteiten zijn om ze voort te brengen. Contingente objecten bestaan namelijk niet noodzakelijk en hebben dus een externe oorzaak voor hun bestaan nodig. Maar als er alleen maar contingente objecten bestaan dan hebben ze ALLEMAAL een externe oorzaak nodig. Zonder een noodzakelijke entiteit heb je dus geen enkele basis om te zeggen dat er contingente objecten kunnen bestaan. Het eerdere probleem is dan hier dus van toepassing, dat dit universum geen verklaring voor zijn bestaan heeft.

Reden 2: Als het noodzakelijk zou zijn voor EEN universum om te bestaan. Hoe komt het dan dit het DIT universum is in plaats van een ander universum. Er zijn bijna een oneindige hoeveelheid mogelijke werelden te bedenken. En in de meeste zullen wij niet bestaan. Bedenk maar eens wat allemaal in de plaats van dit universum had kunnen bestaan. Er had bijvoorbeeld een universum kunnen bestaan met maar 1 deeltje aan materie, of 2 of 3, of losse materie zonder processen,enz. De kans dat net precies een universum bestaat uit alle mogelijke universums waarin net toevallig wij bestaan is dus bijna oneindige klein. De Atheïst moet dus stellen dat we zonder enige reden bij wijze van spreken een kosmische loterij hebben gewonnen waarin je een bijna oneindig kleine kans hebt om te winnen. Maar zelfs dat kan de atheïst niet beweren omdat kans geen mechanisme kan zijn om te verklaren dat de ene wereld bestaat in plaats van de andere wereld, want waar kan kans dan überhaupt op werken? Zonder noodzakelijke entiteit kun je niet verschillende werelden voortbrengen omdat je geen universeel "beginpunt" hebt. Om te stellen dat de verklaring waarom deze wereld bestaat in plaats van een andere wereld gewoon willekeurig is zou je als het ware een staat van "nietsheid" moeten voorstellen waaruit een willekeurige wereld voortkomt. "Niets" heeft echter per definitie geen eigenschappen dus kan ook niets voortbrengen, zelfs geen absolute willekeurigheid.

Reden 3: Als het slechts noodzakelijk is voor EEN universum om te bestaan, maar dat al de entiteiten in dat universum contingent zijn, dan zou dat moeten betekenen dat alle entiteiten de mogelijkheid hebben om uiteindelijk niet meer te bestaan. Als het dus noodzakelijk zou zijn voor een willekeurig contingent object om te bestaan, dan zouden we als we een niet-bestaand figuur bedenken zoals een eenhoorn. Vervolgens zouden we dan moeten concluderen dat als we alle entiteiten zouden kunnen weghalen die GEEN eenhoorn zijn, dat er dan opeens een eenhoorn zou moeten bestaan. Als er namelijk noodzakelijk EEN contingente entiteit bestaat, en alles wat geen eenhoorn is bestaat niet, dan zou er een eenhoorn moeten bestaan.


Dit zijn slechts 3 redenen waarom deze Atheïstische positie absoluut absurd is.

Hoe ook de laatste verdediging van de Atheïst faalt:

De Atheïst kan nu nog een aller laatste mogelijkheid geven: en dat is stellen dat er een oneindige hoeveelheid universums bestaan of dat dit universum oneindig oud is. Dit zou dus inhouden dat iedere entiteit dan wel contingent is, maar dat wel iedere entiteit een verklaring heeft voor zijn bestaan. In een eeuwig universum zouden er tenslotte een oneindige hoeveelheid verklaringen zijn. Dus entiteit 1 wordt verklaart door entiteit 2, entiteit 2 door entiteit 3, 3 door 4, 4 door 5 en zo tot in het oneindige. Aangezien iedere entiteit zo verklaart wordt door de entiteit ervoor, kun je geen enkele entiteit aanwijzen die geen verklaring heeft.

Maar zelfs oneindigheid kan de Atheïst niet redden. Voordat de oerknal theorie bekend was, was de Atheïstische positie dat het universum altijd al bestaan heeft. Met andere woorden, dat het universum nooit ontstaan is maar een oneindig verleden heeft. Op deze manier was er dus geen moment van creatie en is er dus geen God nodig om het universum te verklaren.

In het hoofdstuk over het Kalam Cosmologische argument geef ik redenen waarom het universum niet alleen niet oneindig oud is, maar dat het zelfs niet oneindig oud KAN zijn.
Maar laten we de Atheïst even de voordeel van de twijfel geven en stellen dat ze kunnen aantonen dat het universum altijd al bestaan heeft ondanks alle wetenschappelijke en filosofische problemen die daar mee samen hangen.

Zelfs ALS het universum eeuwig bestaan heeft, zelfs dan is Leibniz’ argument volledig geldig. De reden hiervoor is het volgende: zelfs al bestaat er een oneindige reeks aan contingente objecten die elkaars bestaan verklaren, dan nog is die hele reeks op zichzelf een contingente entiteit. Laat me dit illustreren:

Hier is een voorbeeld van een oneindige reeks:

... – 0,01 – 0,1 – 1 – 10 – 100 – 1000 – 10.000 – 100.000 – 1.000.000 - ...

Deze reeks aan getallen gaat oneindige door in allebei de richtingen. Maar zoals je misschien al kunt zien is dit niet de enige mogelijke reeks van oneindige getallen. Ik kan bijvoorbeeld ook deze reeks geven:

... – -2 – -1 – 0 – 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 – 10 – 11 – 12 – 13 – ...

De tweede reeks is ook oneindig. Maar dit is echter een compleet andere oneindige reeks dan de eerste.

Dus als we een universum zouden hebben met een oneindige reeks aan contingente objecten, dan nog is dit specifieke oneindige universum contingent. Er had namelijk ook een andere oneindig universum voor in de plaats kunnen bestaan met daarin een andere reeks aan oneindige contingente objecten.

Iedere mogelijke reeks van oneindige verklaringen is daarom zelf contingent, wat inhoudt dat de oneindige reeks ZELF een verklaring nodig heeft.

Ook als je zou beweren dat deze oneindigheid als een cirkel is (dat het begin het einde is en het einde het begin) dan is het nog steeds zo dat er een andere oneindige cirkel voor in de plaats had kunnen bestaan.

Zelfs als je zou beweren dat er een oneindig herhalend patroon is, dan had er ook een oneindigheid kunnen bestaan waarin het patroon niet herhalend is.

Het getal Pi bijvoorbeeld is 3,14... gevolgd door een oneindige hoeveelheid getallen, maar er is geen enkel terugkerend patroon in te vinden. Pi is daarom dus een andere oneindigheid dan bijvoorbeeld 3,14314314314314314.... etc.

Zelfs al zou aangetoond worden dat het universum eeuwig bestaan zou hebben, dan nog is een externe noodzakelijke entiteit nodig om het universum te verklaren. Onthoud dat een eeuwig universum plus het bestaan van noodzakelijke nummers niet voldoende is. Nummers kunnen namelijk niet de verklaring voor het universum geven om redenen die ik al eerder gegeven heb. Het bestaan van noodzakelijke nummers geeft geen enkele aanleiding tot het bestaan van een eeuwig contingent universum of wat voor soort universum dan ook.

En zo faalt ook de laatste verdediging van de Atheïst.


Conclusie:

Atheïsme faalt in het beantwoorden van de meest fundamentele vraag in filosofie: “waarom bestaat er IETS in plaats van helemaal NIETS”. Een Atheistisch universum kan niet bestaan zonder verklaring en kan niet bestaan met een verklaring.
De gelovige kan hier echter antwoord op geven en heeft een verklaring voor het bestaan het universum en het bestaan van contingente objecten op zich. We hebben gekeken naar wat de eigenschappen van de verklaring van het universum zou moeten zijn en deze eigenschappen leiden ons regelrecht naar het concept van God. God’s noodzakelijke natuur is de basis van alle realiteit en is de verklaring niet alleen van het universum, maar Hij is de verklaring waarom er iets bestaat in plaats van helemaal niets.

God’s niet-bestaan is niet alleen een positie zonder onderbouwing maar God’s niet-bestaan is zelfs logisch onmogelijk. God is onderdeel van iedere mogelijke Wereld en dus ook van de feitelijke Wereld. Hij is de noodzakelijke fundering waarop alle andere realiteit rust.

Maar behalve het feit dat de eigenschappen die de verklaring van het universum zou moeten hebben ons naar het God-concept leiden, is er nog een goede reden waarom het God moet zijn die de noodzakelijke entiteit waarop alle andere realiteit rust. Het God-concept ZELF leidt ons namelijk tot die conclusie. Dit bespreek ik in het volgende sub-hoofdstuk; het modale ontologische argument...