maandag 29 maart 2010

Welkom op deze website!

Ik ben er achter gekomen dat een of meerdere personen op verschillende forums zich als mij voordoen onder valse namen. Een voorbeeld is iemand met de gebruikersnaam "pax" maar ik heb ook al andere namen voorbij zien komen. Berichten die onder een andere naam dan "Lottewwjd" zijn gepost zijn vrijwel zeker NIET van mij afkomstig.

Een voorbeeld is http://xandernieuws.punt.nl/?id=621430&r=1&tbl_archief=&


hier doet een zekere "pax" zich voor als mij. Dit is niet door mij gepost. Voor zover ik mij herinner heb ik nog nooit iets op xandernieuws.punt.nl gepost.





Mijn naam is Lotte Cremers, 25 jaar, Christen en voormalig Atheïst (iemand die niet in God gelooft). Deze website is met name bedoeld voor mensen die niet in God geloven zoals ik een aantal jaar terug nog deed. Op deze website publiceer ik mijn online boek "Het bestaan van God - Hoe we kunnen bewijzen dat God bestaat en waarom het essentieel is voor jouw leven". Dit is een gratis online boek en ik verdien hier op geen enkele manier aan.

Voor wie is deze site bedoeld?
Dit boek is met name gericht op Atheïsten die nog weinig over het bestaan van God hebben nagedacht en die beperkt bekend zijn met filosofie, wetenschap, geschiedenis en theologie. Er is zeer veel goede informatie te vinden over de Christelijke Apologie (argumenten voor God's bestaan en een verdediging van het Christendom) maar veel van deze informatie is in het Engels en is vaak zeer moeilijk te begrijpen voor "de gewone mens". Daarom schrijf ik dit boek om voor een goede, uitgebreide maar makkelijk te begrijpen bron te zorgen waarin ik de vaak erg zware filosofische, wetenschappelijke, historische argumenten en theologie uitleg op het niveau van de gemiddelde mens die in deze gebieden niet zo thuis is. Daarnaast is het ook voor mijn mede-christenen een goede bron om hun geloof te versterken, met name wanneer zij zelf niet zo bekend zijn met de Christelijke apologie.

Navigeren op deze site:
Een nadeel aan blogspot is dat blogs in de geschreven volgorde worden weergegeven en per maand worden bijgehouden. Het is dus het beste om te navigeren via de balk aan de zijkant. Daar zie je de indeling van het boek in volgorde en kun je makkelijk van deel naar deel gaan. Ik probeer deze lijst ook bij te houden en overzichtelijk te houden. Lees het boek alsjeblieft wel in volgorde.

Waarom schrijf ik dit boek?
Ik haal geen enkel direct voordeel uit dit boek, ik verdien er geen geld aan en ik zal waarschijnlijk de meeste mensen die dit lezen nooit ontmoeten, hoogstens via e-mail of msn leren kennen. Ik schrijf dit boek niet voor mijzelf, maar omdat deze informatie de belangrijkste informatie is die je maar kunt indenken. Ik wil ook vooral zorgen voor een goede, respectvolle, makkelijk te lezen en interessante bron voor hedendaagse Nederlandse jongeren. Ik weet dat 9 van de 10 jongeren een vaak zeer beperkt beeld hebben van religie en het beeld dat ze hebben is vaak erg negatief. Dat negatieve beeld wil ik met dit boek veranderen. Ik wil laten zien dat het Christelijke wereldbeeld logisch, rationeel, goed onderbouwd, kritiek kan weerstaan, interessant, belangrijk en aantoonbaar de waarheid is. Ik wil je ook zeer kritisch naar je eigen overtuigingen en wereldbeeld laten kijken. Ik zal ook met name in hoofdstuk 3 mijn eigen verhaal vertellen over hoe ik van Atheïst tot Christen bekeerd ben. In datzelfde hoofdstuk laat ik ook zien waarom het Christendom daadwerkelijk zo essentieel voor je leven is en waarom het zo ontzettend belangrijk is dat je je met dit vraagstuk bezig houdt. Ik zal je zeggen dat het mijn leven totaal heeft veranderd.

Korte uitleg over de indeling van het boek
In de inleiding leg ik met name uit wat "apologie" nu daadwerkelijk is.

In Hoofdstuk 1 ga ik in op waarom deze vraag: "bestaat er een God?" zo'n belangrijke vraag is en waarom het zo vreemd is dat zoveel mensen deze vraag benaderen met een totale desinteresse. Met name die ongeïnteresseerde houding van "wat maakt het uit" en "ik zie het allemaal wel" en "dat weet toch niemand" probeer ik in dit hoofdstuk te doorbreken

In hoofdstuk 2 ga ik in op verscheidene bewijsstukken voor God's bestaan. Ik geef eerst een korte inleiding op wat filosofie is en op filosofisch redeneren. Vervolgens geef ik 6 algemene argumenten voor God's bestaan en daarna nog 2 argumenten om aan te tonen dat die God de Christelijke God is.

Hoofdstuk 3 is het belangrijkste hoofdstuk uit het boek. Hierin geef ik definitief antwoord op waarom de vraag "bestaat God" de allerbelangrijkste vraag is die je je kunt stellen en geef ik de centrale Christelijke boodschap die van absoluut levensbelang is. Dit hoofdstuk bevat de kern van het boek: namelijk wat te doen met het feit dat God bestaat? In dit hoofdstuk geef ik ook mijn persoonlijk verhaal van mijn bekering van Atheïst tot Christen op 21 jarige leeftijd. Daarnaast leidt ik je in tot te belangrijkste Christelijke doctrines (leringen)

In hoofdstuk 4 behandel ik de meest voorkomende Atheïstische argument voor God's niet-bestaan. "Waar komt God vandaan?" "Waarom is er zoveel pijn en lijden in de wereld?" "Is de bijbel niet onwetenschappelijk en onhistorisch?" "Is het Christendom niet gewoon afgeleid van oudere religies en heeft Jezus nooit echt bestaan?" "Is de bijbel niet ontzettend bruut en gewelddadig? Staat de bijbel niet vol met tegenstrijdigheden?"
Ik weerleg deze en meer argumenten in dit hoofdstuk.

In hoofdstuk 5 ga ik in op andere religies. Waarom zou Christendom namelijk van al die religies in de wereld de enige juiste zijn? Ik bekijk de belangrijkste wereldreligies en laat zien dat het Christendom met hoofd en schouders boven de andere religies uitsteekt als de enige ware weg van God.

Hoofdstuk 6 gaat over de bijbel, het woord van God. Waar komt de bijbel vandaan? Door wie is het geschreven en wanneer? Is de bijbel wel betrouwbaar? Is de bijbel niet veranderd door de eeuwen heen?
Maar behalve het beantwoorden van deze vragen en het weerleggen van deze objecties ga ik ook echt in op de bijbel zelf. Ik geef een zeer uitgebreide analyse van het scheppingsverhaal (genesis 1 & 2) en vervolg dit met een samenvatting van de volledige bijbel. Als laatste behandel ik Christelijke misverstanden en ronduit heiligschennissen. Dit houdt ook een strenge zelf-kritiek in waarin ik in ga op het kwaad dat door de eeuwen is aangericht door de Christelijke kerk.

Hoofdstuk 7 zal een eind conclusie van het hele boek zijn waarin ik inga op de zin van het leven, het leven als een Christen en het evangeliseren.

Aan het einde van het boek geef ik verscheidene referenties, bronnen, videomateriaal,boeken en website die je nog verder kunnen helpen



Reacties die ik tot nu toe heb gehad:
van Robert, een Atheïstische vriend van mij:
Wauw, Lotte ik ben echt diep onder de indruk van je boek. Religie is iets wat me echt nooit geïnteresseerd heeft en ik was eigenlijk niet van plan om veel van je boek te lezen, maar toen ik eenmaal begon kon ik er nog maar moeilijk mee ophouden. Ik had echt geen idee hoeveel er achter het Christendom zat en dat er zoveel en zo'n uitgebreide verdediging van was. Het heeft mij echt wel aan het denken gezet over hoe ik zelf naar de wereld kijk. Ik begrijp nu wel waarom dit allemaal zo belangrijk voor je is. Het beeld dat het Christendom maar domme fantasieverhaaltjes voor oude en goedgelovige mensjes is, is in ieder geval definitief voorbij. Nogmaals, ik had dit echt nooit achter een religie gezocht. Lotte, je weet iemand wel aan het denken te zetten zeg.

Van Eline (onbekende die deze site toevallig vond)
Ik wist niet eens dat het bestaan van God te bewijzen viel of dat er zelfs maar argumenten voor God bestonden. Ik dacht altijd dat religie meer met emotie en gevoel te maken had. Ik vind het ook erg bijzonder hoe pakkend en duidelijk je schrijfstijl is Lotte, ik vind het zeer prettig lezen, al moet je er nog wel heel wat spelfouten uithalen ben ik bang. Ik merk al dat ik met een heel ander gevoel naar een kerkgebouw kijk wanneer ik er een zie. Ik kijk heel erg uit naar de rest van je boek. Waarom heb ik deze informatie nooit eerder geweten!




Kleine waarschuwing: Het boek is nu nog lang niet af en ik publiceer de hoofdstuk delen al voor ik ze heb nagekeken op spelling, grammatica, opmaak, etc om ze veilig te stellen in het geval er iets mis zou gaan met mijn computer. Dit houdt dus in dat het mogelijk is dat je een gedeelte kan lezen dat vol met spellingsfouten, grammaticale fouten en/of zonder opmaak is. Mijn excuses hiervoor, ik probeer dit zo snel mogelijk bij te werken.
Daarnaast is het, aangezien het boek nog niet af is, mogelijk dat de indeling van het boek nog veranderd; nieuwe hoofdstukken, herschrijvingen van hoofdstukken, etc.




Ik hoop dat dit boek een ommekeer in je leven zal zijn en je met nieuwe ogen naar de wereld kan laten kijken.



Johannes 8:32
Dan zult u de waarheid kennen en door de waarheid bevrijd worden."

-de woorden van Jezus Christus -


Hoofdstuk 4.11: De JEPD theorie (de documentaire hypothese)

Nog niet af. Verschijnt binnenkort!

Hoofdstuk 4.12: De schade die de kerk heeft aangericht

Nog niet af. Verschijnt binnenkort!

Hoofdstuk 4.10: Tegenstrijdigheden in de Bijbel?

Nog niet af. Verschijnt binnenkort!

Hoofdstuk 4.9: Het probleem van vrije wil

Nog niet af. Verschijnt binnenkort!

Hoofdstuk 4.8: Is de Bijbel onhistorisch?

Nog niet af. Verschijnt binnenkort!

Hoofdstuk 4.7: Is de Bijbel onwetenschappelijk?

Nog niet af. Verschijnt binnenkort!

Hoofdstuk 4.6: De Davinci Code en complot theorieen

Nog niet af. Verschijnt binnenkort!



Hoofdstuk 4.5: De Jezus-mythe hypothese (Zeitgeist)

Nog niet af. Verschijnt binnenkort!

Hoofdstuk 4.4: Is de God van de Bijbel kwaadaardig?

Nog niet af. Verschijnt binnenkort!

Hoofdstuk 4.3: Is het God-concept tegenstrijdig?

Nog niet af. Verschijnt binnenkort!

Hoofdstuk 4.2: Gaat evolutie niet tegen de Bijbel in?

Dit hoofdstuk gaat dan wel over Atheïstisch argumenten, maar desondanks is dit sub-hoofdstuk met name op andere Christenen gericht. Het idee dat er een conflict is tussen evolutie en de Bijbel is namelijk een positie die ik veel meer hoor van andere Christenen dan van Atheïsten. Vele Christenen (al is het wel een minderheid) zijn er namelijk inderdaad van overtuigd dat er een onoplosbaar conflict is tussen de Bijbel en de evolutietheorie, en daarom zijn ze er van overtuigd dat de evolutie theorie onjuist moet zijn.


Deze Christelijke positie wordt “creationisme” genoemd. Creationisme komt in verschillende vormen maar het houdt in feite in dat ze geloven dat God niet alleen het universum zelf, maar ook alles IN het universum op bovennatuurlijke wijze heeft geschapen en ontworpen (waaronder dus het leven zelf en de aarde zelf). De bekendste (en beruchtste) vorm van creationisme is het zogenaamde “jonge aarde creationisme”. Deze Christenen geloven dat God het hele universum en alles daarin, waaronder de aarde, het licht, de sterren, de planten, de dieren en de mens op bovennatuurlijke wijze heeft geschapen in 6 dagen van 24 uur, ongeveer 6000 jaar geleden. Volgens deze positie is het hele universum en de aarde zelf dus pas 6000 jaar oud, al neigen sommige jonge aarde creationisten meer richting de 10.000 jaar.


Ik wil graag meteen even duidelijk maken dat ik GEEN jonge aarde creationist ben en zelfs geen andere vorm van creationist. De positie die ik aanhoud wordt “theïstische evolutie” genoemd.
Ik denk dat het echter eerst belangrijk is om eerst het woord evolutie te definiëren:



Wat is evolutie?
Evolutie is een term die vaak, met name onder creationisten, nogal foutief wordt gebruikt. In wetenschap is er een wetenschappelijke theorie dat de evolutietheorie genoemd wordt. Dit is een wetenschappelijk model dat min of meer uit 3 verschillende onderdelen bestaat (waarschuwing, ik ga evolutie slechts erg simplistisch en kort uitleggen):


- Levensvormen zijn dynamisch: dit houdt in dat diersoorten veranderen naar mate er vele generaties voorbij gaan. De nakomelingen van dieren zijn genetisch en morfologisch (hoe de genetica zich uit in lichamelijke eigenschappen) net even iets anders dan hun ouders. Naar mate er genoeg generaties voorbij gaan bouwen deze verschillen zich op waardoor kleine variaties tot grote variaties leiden. Hierdoor ontstaan op den duur nieuwe diersoorten uit voorgaande diersoorten.
- Al levensvormen stammen af van een gezamenlijke voorouder: dit houdt in dat vanwege de dynamische eigenschappen van levensvormen, alle diersoorten terug te herleiden zijn naar 1 diersoort die de gezamenlijke voorouder is van al het leven op aarde. Evolutie is voor te stellen als een boom (al is dat een veel te simplistische vorm eigenlijk): het leven begon met slechts de eerste levende cel die zich aseksueel kon voortplanten. Dit leidde tot vele eencellige dieren die door de generaties heen steeds meer van elkaar gingen verschillen en zodoende naar mate er genoeg tijd voorbij ging zich ontwikkelde tot verschillende diersoorten. Dus van bacterie-achtige levensvormen, tot primitieve planten en zeedieren, tot amfibieën, tot reptielen, tot zoogdieren waaronder uiteindelijk de mens (ik geef het nu natuurlijk wel erg simplistisch weer). Alle dieren die nu leven kun je als het ware zien als staande aan de uiteinden van de zijtakjes van een boom. Naarmate je de takken terug naar de onderkant van de stam volgt kom je al hun voorouders tegen inclusief de gezamenlijke voorouders waar de zijtakken bij elkaar komen. Zo deelt de mens een gezamenlijke voorouder met apen. Het is niet correct om te zeggen dat we VAN apen afstammen, maar het is dat we dezelfde voorouder hebben als de mensapen die in deze tijd leven (technisch gezien IS de mens een apensoort). Evolutie moet je dus niet als een ladder zien. We stammen niet af van welk dier dan ook die je vandaag de dag kunt zien want zij zijn even ver geëvolueerd als wijzelf. Ook de bacteriën die vandaag de dag bestaan zijn niet het zelfde als de eerste levensvormen want de bacteriën die nu leven zijn het resultaat van miljarden jaren aan evolutie.
- De evolutionaire mechanismen: Als laatste is natuurlijk een erg belangrijk onderdeel van de theorie HOE evolutie plaats vind. De rede dat de kinderen van hun ouders verschillen, is dat we op de eerste plaats een mengvorm krijgen van het DNA van onze beide ouders, maar daarnaast maakt DNA lang niet altijd exacte kopieën van zichzelf maar komen er willekeurige verschillen in voor. Dit worden willekeurige mutaties genoemd. Dit mechanisme zorgt voor de dynamiek van levensvormen. Dat is echter niet genoeg om nieuwe diersoorten te krijgen aangezien je ook een mechanisme moet hebben die er voor zorgt dat bepaalde eigenschappen, die voort komen uit willekeurige mutaties, bij elkaar opgeteld worden als het ware. Dit principe is het makkelijkst duidelijk te maken aan de hand van fokkers. Fokkers kunnen door selectief hun dieren te laten voortplanten uit 1 soort heel veel verschillende variaties krijgen met de eigenschappen die ze zelf willen. Zo is de hond in feite geen natuurlijke diersoort, maar is over duizenden jaren selectief gefokt uit de wolf (de gezamenlijke voorouder van alle honden). Als duivenfokkers bijvoorbeeld duiven met langere snavels willen hebben dan kiezen ze een dier uit met de langste snavel en laten die zich voortplanten, de nakomelingen die daarvan weer de langste snavels hebben laten ze vervolgens zich weer voortplanten, enzovoort, waardoor deze kleine verschillen uiteindelijk zorgen voor een duif met een veel langere snavel dan de originele duivensoort. En met die zelfde duivensoort kunnen ze weer andere duiven uit fokken, bijvoorbeeld met donkerdere veren, etc. Dit wordt kunstmatige selectie genoemd. Dit zelfde principe komt echter ook in de natuur voor. Alleen hier is het niet een fokker die selecteert, maar het is de natuurt zelf. De omgeving “bepaalt” welke eigenschappen het meest voordelig zijn om te kunnen overleven.
Stel je bijvoorbeeld voor dat een groep bruine kevers in een zanderige omgeving leeft en een stel van die kevers komen uiteindelijk juist in een bos omgeving terecht. Vogels kunnen die kevers goed zien en ze zijn dus een makkelijke prooi. Maar de kevers die qua kleur juist net iets minder bruin zijn en juist meer naar groen neigen worden minder makkelijk gezien en worden dus minder opgegeten. Hun nakomelingen die nog ietsje groener zijn hebben nog meer voordeel. Hun nakomelingen die nog minder bruin en meer groen zijn zullen nog makkelijker kunnen overleven. Uiteindelijk heb je kevers die volledig groen zijn en daarmee hele goede camouflage hebben. De bruinere kevers sterven uit en de groene kevers blijven over. Dit proces wordt “natuurlijke selectie” genoemd. Het is de omgeving die de taak van fokker speelt. Dit proces is de drijfveer achter evolutie.

Creationisten geloven de evolutietheorie echter gedeeltelijk maar wijzen bepaalde gedeeltes er van af. Ze geloven dat leven dynamisch is maar dat dit beperkingen heeft. Ze wijzen met name het 2e deel af dat al het leven een gezamenlijke voorouder heeft. Volgens creationisten komen variaties dan wel voor maar die variaties blijven beperkt binnen bepaalde “types” zoals zij het noemen. Bijvoorbeeld, met betrekking tot die kevers die ik noemde geloven creationisten dat kevers inderdaad kunnen veranderen, maar het zullen altijd in ieder geval EEN keversoort blijven. Vissen kunnen wel in andere soorten vissen veranderen maar ze kunnen nooit in amfibieën veranderen. Dieren blijven binnen hun specifieke “types”. Een paard en een zebra hebben bijvoorbeeld vast en zeker dezelfde voorouder, maar dit was een paard-achtige dier. In plaats van een levensboom stellen zij dus een heel "levensbos" voor waarbij de oorspronkelijke diersoorten op bovennatuurlijke wijze zijn geschapen en ontworpen door God in de scheppingsweek (alle plantentypes op de 3e dag, alle zeediertypes en vogeltypes op de 5e dag, alle landdiertypes en de mens (wat maar 1 type is) op de 6e dag.
Natuurlijke selectie kan volgens hen dus als het ware wel ervoor zorgen dat je een heel goed aangepaste beer krijgt, maar het zal altijd een beer zijn. Dit vergelijken ze met het controleproces in een autofabriek. Als je een auto op alle gebreken blijft controleren krijg je uiteindelijk een hele goede auto, maar je zult nooit een vliegtuig krijgen.
Creationisten wijzen natuurlijke selectie echter ook grotendeels af aangezien, volgens hen, dieren er slechter op worden, niet beter. Dieren verliezen juist steeds meer genetische informatie maar krijgen er geen nieuwe informatie bij. Dit is omdat we allemaal kopieën van kopieën van kopieën van kopieën van kopieën (etc) van het origineel zijn.


Dit lijkt op het eerste gezicht allemaal heel aannemelijk. Maar ik wijs deze positie om heel veel verschillende redenen af. Maar voordat ik daar nog verder op in ga moet ik er eerst op wijze dat dit slechts creationisme in het algemeen is. De meeste creationisten zijn echter zogenaamde “jonge-aarde creationisten”. Zij definiëren evolutie heel anders, namelijk in 6 verschillende varianten:


1. Kosmische evolutie: het ontstaan van het universum – materie, ruimte, tijd en energie. (de oerknal)
2. Stellaire evolutie: Het ontstaan en her-ontstaan van sterren (en planeten).
3. Chemische evolutie: Het ontstaan van alle verschillende soorten elementen uit waterstof
4. Organische evolutie: Het ontstaan van het leven uit niet-levende chemicaliën (abiogenese)
5. Macro-evolutie: de verandering van het ene type dier naar een ander type dier. (bv. Van vis naar amfibie)
6. Micro-evolutie: variaties binnen de diertypes. (bv. van wolf naar hond, of van rode kever naar groene kever)


Deze definitie en onderverdeling van evolutie slaat eigenlijk totaal nergens op en het zijn dan ook alleen maar creationisten die deze 6 soorten evolutie onderscheiden. Wanneer wetenschappers hebben over “de evolutie theorie” dan heeft dit alleen betrekking op biologie en dan nog niet eens het ontstaan van leven, wat abiogenesis of abiogenese wordt genoemd (en wat creationisten organische evolutie noemen). Het woord evolutie zelf betekent gewoon verandering over een tijdsperiode. Als je dus alles wat evolueert in het lijstje zou moeten plaatsen dan zou je ook muzikale evolutie, architecturale evolutie, linguïstische evolutie, culturele evolutie, e.d. moeten toevoegen. Creationisten gebruiken het woord “evolutie” echter om naar de oerknaltheorie, kosmische ontwikkelingsstadia, abiogenesis en de evolutietheorie te verwijzen. Nogal vreemd dus, maar laten we de creationistische definitie voor het gemak maar even accepteren. Wanneer ik dan ook spreek over Theïstische evolutie dan gebruik ik de creationistische definitie van evolutie. Deze term is dan ook bedoeld om in contrast te staan met creationisme, vandaar de benaming.


Jonge aarde creationisten wijzen de eerste 5 vormen van deze indeling van evolutie volledig af.
Volgens hen heeft de oerknal nooit plaats gevonden maar is het universum direct in de afmeting dat het nu heeft (in ieder geval weinig verschil met de afmeting dat het nu heeft, dus hoogstens 6000 jaar aan groei) door God gemaakt op de eerste dag (een leeg universum met een alleen de aarde daarin in zijn primitieve vorm.
Volgens hen zijn alle sterren en de planeten (op de aarde na) op bovennatuurlijke wijze geschapen door God op de 4e dag. Sterren ontploffen wel maar nieuwe sterren kunnen zich daar niet uit vormen. De aarde en de planeten in ons zonnestelsel zijn dan ook niet ontstaan toen de zon vormde uit een voorgaande ster. De zon is zelfs pas 3 dagen later geschapen dan de aarde. Sterker nog, het licht dat de sterren uitzenden is 3 dagen eerder gemaakt dan de sterren zelf.
Volgens hen zijn de elementen (stikstof, zuurstof, koolstof, etc.) zijn niet ontstaan in de kern van sterren en vrije gekomen wanneer deze sterren ontplofte (zodat er een nieuwe ster met planeten er om heen kon vormen) maar zijn gewoon allemaal door God geschapen.
Volgens hen is al het leven op bovennatuurlijke wijze geschapen door God en niet op natuurlijke wijze ontstaan uit niet-levend materiaal.
Volgens hen is het leven niet geëvolueerd uit een gezamenlijke voorouder maar zijn alle dierentypes op bovennatuurlijke wijze geschapen door God. Planten op de 3e dag, zeedieren en vogels op de 5e dag en landdieren en de mens op de 6e dag. De mens heeft geen gezamenlijke voorouder met moderne mens-apen maar alle mensen stammen af van Adam, de eerste mens die op bovennatuurlijke wijze is geschapen door God.
Volgens hen is micro-evolutie (zoals zij het noemen) de enige vorm van evolutie die daadwerkelijk voorkomt. Er komt variatie voor binnen de verschillende types maar niet tussen de verschillende types. Dieren kunnen wel veranderen maar dit blijft altijd binnen de perken van het specifieke type waar ze onder vallen.

Verduidelijking van de jonge-aarde creationistische positie:
De reden dat het jonge-aarde creationisme wordt genoemd is omdat ze niet alleen geloven dat de hele schepping heeft plaats gevonden in 6 dagen van 24 uur, maar dat deze scheppingsweek ongeveer 6000 jaar geleden heeft plaats gevonden. Dat is nogal een verschil met wat de “evolutionisten” (ik vind dat een absurde term, maar goed ik heb een term nodig om tegenover creationisme te zetten) zeggen dat het universum 13,7 miljard jaar geleden is ontstaan en de aarde 4,6 miljard jaar geleden is ontstaan. De moderne mens (homo sapiens) bestaat al ongeveer 200.000 jaar en er waren al andere mensensoorten daarvoor (homo erectus bijvoorbeeld).
Je zult je waarschijnlijk af vragen wat creationisten dan doen met al die fossielen die we vinden en met name dinosaurussen die volgens de wetenschap 64 miljoen jaar geleden zijn uitgestorven? Jonge-aarde creationisten geloven niet dat al deze aardlagen en fossielen het resultaat zijn van miljoenen jaren maar juist heel snel zijn ontstaan in de zondvloed die beschreven staat in Genesis hoofdstuk 6 (de ark van Noach). Volgens hen was dit een wereldwijde overstroming waarbij alleen Noach, zijn zonen en hun vrouwen, plus 2 van ieder diertype, overleefden. De aardlagen en alle fossielen zijn toen ontstaan simpelweg door dat het water het complete aardoppervlak overhoop haalde en alle dieren en mensen die niet op de ark waren verdronken en fossiliseerden.
Dinosaurussen zijn volgens hen op de 6e dag geschapen samen met alle andere landdieren en hebben volgens hen dus altijd samen met de mens geleefd. Noach zou ze zelf hebben meegenomen op de ark (baby's dan lijkt me) en dat ze eigenlijk pas enkele honderden jaren geleden zijn uitgestorven en dat hier de draken legendes vandaan komen.

Zoals ik al aan het begin zei ben ik GEEN jonge-aarde creationist. En ik hoop dat het duidelijk mag zijn waarom, want jonge aarde creationisme gaat volledig tegen wetenschap in. Ze ontkennen niet alleen de evolutietheorie maar ontkennen de laatste 400 jaar aan wetenschap.
Mijn positie echter wordt “Theïstische evolutie” genoemd. In feite een misleidende term maar het is dus gebaseerd op de 6 definities van evolutie volgens jonge aarde creationisten. Als je het mij vraagt kun je Theïstische evolutie gewoon definiëren als Christenen die wetenschap accepteren en geen enkel conflict zien tussen de Bijbel en de oerknal, abiogenese, evolutie, etc..
Creationisten hebben echter grote problemen met Theïstische evolutie omdat volgens hen creationisme gewoon de letterlijke interpretatie van de Bijbel is. Ik ben het daar echter totaal mee oneens. Creationisme is NIET een letterlijke interpretatie van de Bijbel maar een oppervlakkige “eerste indruk” interpretatie van de Bijbel. Het is dan ook niet dat ik stel dat de wetenschap goed zit en de Bijbel fout zit, en dat ik daarmee het scheppingsverhaal slechts als een symbolische mythe zie. Mijn positie is dat er helemaal geen conflict is tussen genesis en evolutie, oerknal, abiogenese, etc..
Ik verzet me dan ook niet alleen tegen creationisme op wetenschappelijke gronden maar ook op Bijbelse gronden. Ik ben van mening dat creationisme juist niet is wat de Bijbel leert. Creationisten geloven namelijk allerlei dingen die, als je genesis goed bestudeert, helemaal niet Bijbels zijn:


- Dat de aarde en het universum 6000 jaar oud
- Dat de aarde (de planeet zelf), de atmosfeer, de sterren, de zon en de maan en het leven op bovennatuurlijke wijze zijn geschapen
- Dat de sterren, de zon en het maan zijn geschapen op de 4e dag
- Dat het licht bestond voor de sterren, zon en maan.
- Dat de planten geschapen zijn voor de sterren, zon en maan.
- Dat de mens (het lichaam van de mens) op bovennatuurlijke wijze is geschapen. - Dat de 7 dagen van de scheppingsweek een tijdsperiode aanduiden.
- Dat de zondvloed een wereldwijde overstroming was.
- Dat er niks dood ging voor de zondeval.



Geen van deze dingen worden ondersteund door de Bijbel wanneer je de Bijbel letterlijk neemt en niet oppervlakkig interpreteert. Mijn positie is dit:


- Alleen het universum zelf (materie, energie, tijd en ruimte) en het bewustzijn (ziel) is door God op bovennatuurlijke wijze geschapen
- Alle andere dingen (de aarde zelf, het licht, de atmosfeer, de zon, de maan, de sterren, de planten, de dieren en het lichaam van de mens, zijn allemaal op natuurlijke wijze voortgebracht (indirect geschapen)
- De zon, de maan en de sterren bestonden al op dag 1 en werden pas zichtbaar op dag 4 en kregen pas hun toegewezen functie op dag 4.
- De 7 dagen van de scheppingsweek geven geen tijdsperiode aan van de schepping zelf, maar vormen een symbolische indeling van de tekst. De dagen vormen een framework waarin de schepping wordt weergegeven.
- De zondvloed was een lokale overstroming. Slechts een specifiek gebied overstroomde (wel een heel groot gebied) maar niet de hele aarde. De dieren op de ark waren dan ook slechts 2 van de diersoorten in deze specifieke omgeving, niet van alle diersoorten op de hele aarde.
- Er is een verschil tussen hoe de Bijbel de mens definieert en hoe de mens biologisch gedefinieerd wordt. De mens in Bijbelse zin houdt in dat we een ziel hebben die gemaakt is in het evenbeeld van God.
- De ziel van de mens (het evenbeeld van God) is op bovennatuurlijke wijze geschapen, het lichaam van de mens is niet op bovennatuurlijke wijze geschapen.
- Alleen de mens in de Bijbelse zin van het woord, ging niet dood voor de zondeval. De Bijbel zegt nergens dat dieren en planten niet dood gingen voor de zondeval.
- De leeftijd van zowel de aarde als van het universum zijn niet uit de Bijbel te halen.


Ik ga mijn positie bewijzen aan de hand van een uitgebreide zin-voor-zin analyse van het scheppingsverhaal. Maar voor dat ik daar aan begin ga ik me eerst richten op de kwestie van de leeftijd van de aarde. Hoe komen creationisten precies aan die 6000 jaar?



De Bijbel en de leeftijd van de aarde en het universum


In de middeleeuwen probeerde een aartsbisschop genaamd James Ussher aan de hand van de Bijbel uit te rekenen wanneer de schepping had plaats gevonden. Hij wilde berekenen, vanuit de Bijbel, hoeveel tijd er verstreken was sinds de schepping. Zijn conclusie was dat de schepping had plaats gevonden om op 23 september 4004 v. Chr..
Hoe hij tot die extreme precisie kwam is nogal onduidelijk en de meeste creationisten zullen ook niet beweren dat het zo precies te bereken valt tot op de datum, maar met de conclusie dat de schepping pas 6000 jaar oud is, zijn ze het eens.


Maar hoe bereken je zoiets zul je zeggen? Nou, in de Bijbel worden verschillende geslachtsregisters gegeven (genealogieën). Een genealogie is als het ware een enkele lijn in een stamboom. De leeftijden worden hier ook bij gegeven en als je alle genealogieën bij elkaar optelt dan kom je op ongeveer 6000 jaar. Dat brengt je dus tot Adam en als je dan de 6 scheppingsdagen daar bij optelt dan zit je dus aan het begin van de tijd.
Mijn positie is dat de leeftijd van de aarde niet uit de Bijbel te halen is. Er zijn in feite 2 kernredenen daarvoor:


- De genealogieën kunnen niet gebruikt worden om de leeftijd van de aarde te berekenen.
- De genealogieën brengen je sowieso alleen maar terug naar de geboorte van Adam. Een kalenderdag interpretatie van Genesis is noodzakelijk om de geboorte van Adam ook daadwerkelijk 6 dagen voor het begin te kunnen plaatsen.



Dat tweede punt is belangrijk in de zin dat de genealogieën je alleen terug kunnen brengen tot Adam en niet tot het ontstaan van de aarde. Maar aangezien jonge aarde creationisten stellen dat de scheppingsdagen letterlijke dagen van 24 uur waren en dat de genealogieën geschikt zijn om de tijd te berekenen die vanaf Adam tot aan Jezus is verstreken, stellen zij dat de totale schepping ongeveer 6000 jaar oud is.


Maar is de totale geschiedenis van de aarde daadwerkelijk te berekenen vanuit de Bijbel? Laten we eens bekijken hoe bisschop Ussher zijn berekening gemaakt heeft...


Er staan 2 genealogische lijsten in het boek Genesis, namelijk in Genesis hoofdstuk 5 en Genesis hoofdstuk 11. Dit brengt je van Adam tot Abraham voor een periode van 2083 jaar. Als je dan de leeftijden optelt van Abraham tot Mozes dan dateert de tijd van de exodus op 2513 jaar na het begin. Vanaf de exodus tot de bouw van de eerste tempel in Jeruzalem kom je uit op 2992 jaar na het begin. Doorgerekend naar de tijd van de ballingschap in Babylon kom je uit op 3418 jaar na het begin. Vanaf de ballingschap tot de geboorte van Jezus kom je uit op precies 4000 jaar na het begin. Jezus was geboren in het jaar 4 voor nul (eigenlijk vreemd als je bedenkt dat we juist voor het jaar nul van de periode voor Christus spreken, maar dat is dan ook honderden jaren later zo bepaald) en dat zou inhouden dat de schepping heeft plaats gevonden in 4004 v. Chr.
Maar is het werkelijk zo simpel? Niet bepaald. Daarom gaf Ussher ook duidelijk aan dat hij enkele veronderstellingen moest maken om tot deze berekening te kunnen komen. Ussher noemde een lijst van 5 veronderstellingen.



Zijn berekening kan alleen kloppen als deze 5 veronderstellingen juist zijn.
1. Er zijn geen ongedateerde periodes in de Bijbel
2. Er zijn geen mensen weggelaten in de genealogieën
3. Alle genealogieën zijn chronologisch weergegeven
4. Er zijn geen historische periodes weggelaten in de Bijbel
5. De genealogieën zijn geschreven voor chronologische doeleinden


Ik ben echter bang dat minimaal 4 van deze veronderstellingen onjuist zijn (en waarschijnlijk alle 5 aangezien Noah’s zonen ook een keer in de omgekeerde volgorde worden gegeven).


Zijn eerste stelling is dat er geen ongedateerde periodes zijn in de Bijbel. Dat is echter onjuist. Op de eerste plaats is natuurlijk de schepping zelf al ongedateerd, dat was tenslotte waar hij probeerde achter te komen, maar daarnaast zijn er verscheidene periodes in de Bijbel waarvan we niet weten hoe lang ze duurde. Hoe lang waren Adam en Eva in de tuin van Eden? De Bijbel vertelt ons dit niet. Het kan een dag geweest zijn; het kan een week geweest zijn; het kan 20 jaar geweest zijn. Het is simpelweg niet uit de Bijbel te halen hoe lang deze periode was. Ook de periode tussen het bouwen van de ark en de zondvloed is onduidelijk. Sommige beweren dat dit 120 jaar was, wat inderdaad mogelijk is, maar dat is niet volledig duidelijk uit de Bijbel te halen dat de genoemde 120 jaar op deze periode slaat. En zo zijn er nog meer periodes waarbij het simpelweg niet te achterhalen is hoe lang deze hebben geduurd. Dus deze aanname is onjuist.


Ook de aanname dat er geen historische periodes zijn weggelaten in de Bijbel is onjuist. Zo wordt bijvoorbeeld heel de Makabeïsche periode weggelaten (de periode tussen Maleachi en Jezus) tenzij je de deuterocanonieke boeken wilt meerekenen, maar zelfs dan ontbreekt er nog een eeuw.


Maar dit zijn eerlijk gezegd nog maar vrij kleine problemen voor Ussher’s berekening. Het meest fatale probleem voor zijn berekening is dat veronderstelling 2 en 5 onjuist zijn. De genealogieën zijn aantoonbaar NIET bedoeld voor chronologische doeleinden en er ontbreken weldegelijk personen in de genealogieën.
Wat we moeten begrijpen is dat de Bijbel niet slechts geschreven is voor mensen in de 21e eeuw in een westerse cultuur, dus wij bekijken geslachtsregisters waarschijnlijk heel anders dan in de tijd van de Bijbel. Ook is taalgebruik heel erg cultuur en tijd gebonden.


Neem bijvoorbeeld de eerste vers van het evangelie van Mattheus:


Mattheus 1:1
Overzicht van de afstamming van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham.

Hier zegt Mattheus dat Jezus de zoon is van David en dat David de zoon was van Abraham? Is dat zo? Nee, natuurlijk niet. Er zit duizend jaar tussen David en Jezus en duizend jaar tussen David en Abraham. En we snappen allemaal dat Mattheus hier geen fout maakte aangezien hij de vers erna begint met zijn genealogie van Jezus tot aan Abraham waarin hij 42 generaties benoemt tussen beide.

We moeten altijd rekening houden met de tijd en de cultuur waarin de Bijbel geschreven is als we willen begrijpen wat de Bijbel ons precies vertelt. Als je in deze tijd en in deze cultuur iemand vraagt wie zijn of haar vader is, dan krijg je de naam van een enkel persoon te horen. Maar als je in de Bijbelse tijd in het midden oosten aan iemand vroeg wie zijn of haar vader was, dan had je de kans dat je een toespraak van anderhalf uur te horen kreeg aangezien ieder noemenswaardig bloedverwant als een vader gezien werd. De termen “vader” en “zoon” in de genealogieën zijn dan ook een stuk minder strikt dan in onze tijd. Met “de vader van die en die” kon ook de grootvader bedoeld worden, de overgrootvader of zelfs een verre voorouder De term “zoon” betekende dan ook niet altijd de directe zoon maar kon ook de kleinzoon betekenen, de achterkleinzoon of een verre afstammeling (zoals het geval is in de eerste vers van Mattheus waarin hij dus Jezus de zoon van David noemt. Jozef wordt ook al de zoon van David genoemd en de farizeeën noemen zichzelf de zonen van Abraham).

De genealogieën zijn dan ook niet bedoeld om een chronologie weer te geven maar om bloedverwantschap, afstamming of legale positie weer te geven. Het doel van Mattheus was om, via de genealogie van Jozef, de legale positie van Jezus te bevestigen als zijnde geboren in het Huis van David. Jezus was tenslotte niet bloedverwant aan Jozef aangezien Jozef de legale vader was van Jezus. Maria, de moeder van Jezus zelf had zoals we weten tenslotte een maagdelijke geboorte via een wonder van God.
Lukas geeft in zijn evangelie echter ook een genealogie maar dan via de bloedlijn van Maria om ook Jezus zijn bloedlijn terug te herleiden naar koning David en uiteindelijk naar Abraham en Lukas gaat zelfs helemaal terug naar Adam (veel Atheïsten beweren dan ook dat de genealogieën van Mattheus en Lukas tegenstrijdig zijn. Deze claim behandel ik in hoofdstuk 4.9 over zogenaamde tegenstrijdigheden in de Bijbel)

Wat echter opmerkelijk is, is dat Mattheus 42 generaties plaatst tussen Jezus en Abraham terwijl Lukas er 56 generaties tussen plaatst. Is dit een tegenstrijdigheid? Nee. Want de genealogieën zijn niet bedoeld om chronologie weer te geven. We moeten begrijpen dat Mattheus zijn genealogie indeelt volgens een bepaald patroon, namelijk 14+14+14. Maar als we terugkijken in het oude testament dan zien we dat er helemaal geen 42 generaties tussen Jezus en Abraham zitten. Mattheus laat allerhande figuren weg zoals Jojakim en Joachaz. Nu is het niet zo dat Mattheus niet op de hoogte was van deze figuren, hij was tenslotte goed bekend met de Hebreeuwse geschriften, maar we moeten begrijpen dat hier andere factoren meespelen. 14+14+14 Maakt namelijk een patroon van 6x7 en mensen die bekend zijn met symbool gebruik in de Bijbel en apocalyptische literatuur begrijpen dat de getallen 6 en 7 belangrijke symbolische betekenis hebben. Zo staat het getal 7 voor Goddelijke volmaaktheid en het compleet maken van iets. Daarom staat het scheppingsverhaal dan ook in een patroon van 7 dagen, maar daar komen we later op terug. Hier speelde dus andere factoren in mee dan in de genealogie van Lukas.

Maar dit principe zien we de hele Bijbel door. Ook in het oude testament. Een voorbeeld daarvan is de genealogie van Zerachja naar Amarja die beschreven staat in zowel Ezra 7:3-4 als in 1 kronieken 5:32-37. Ezra benoemt deze lijn echter in 4 generaties, maar de schrijver van kronieken benoemt deze lijn in 10 generaties:






De schrijver van kronieken geeft een veel uitgebreidere genealogie dan Ezra doet. Zo zien we dat dat in de genealogie in kronieken de namen “Azarja” en “Amarja” bijvoorbeeld 2 keer voorkomen. De vader van de laatste Amarja die dezelfde Amarja is in de genealogie van Ezra, heeft een vader genaamd Azarja, maar hij heeft ook een overgrootvader die Azarja heet. Het is dus goed mogelijk dat Ezra spreekt over de overgrootvader van Amarja en niet de vader. Beide zijn mogelijk, dat kun je niet uit Ezra’s genealogie halen. Maar zoals je ziet laat Ezra een enorme kloof open tussen Merajot en Azarja.

Dit was echter heel normaal in die tijd aangezien de termen “vader” en “zoon” betrekking hadden op afstamming en niet noodzakelijk op de directe relatie.

Maar dit alles houdt dus in dat we niet kunnen weten waar en wanneer er gaten open gelaten zijn in de genealogieën. Zo kunnen de genealogieën in Genesis 5 en 11 dus net zo goed ook vol met gaten zitten. Dat kunnen we simpelweg niet weten. We moeten dan ook begrijpen dat de genealogieën niet bedoeld zijn om ons chronologische informatie te geven. De Bijbel is geen klok en het is verkeerd om de genealogieën dan ook voor deze functie te gebruiken. Het is sowieso al waarschijnlijk dat de genealogie in genesis 5 niet voor dit doeleinde is bedoeld aangezien de namen in deze genealogie een profetie vormen (zie hoofdstuk 2.9).

Al met al is Ussher’s berekening gebaseerd op foute veronderstellingen. De genealogieën kunnen ons niet vertellen wanneer Adam heeft geleefd. Het zou 6000 jaar geleden hebben kunnen zijn, maar het kan ook 20.000 jaar geleden zijn of 100.000 jaar. Deze informatie is simpelweg niet uit de Bijbel te halen. Wanneer Adam geleefd heeft zal dus altijd giswerk blijven.

Ik heb zelf echter wel in ieder geval een vermoeden wanneer Adam geleefd heeft, namelijk ongeveer 50.000 tot 70.000 jaar geleden. Dit is echter slechts een hypothese gebaseerd op genetische factoren en migratie patronen. Aan de hand van mutatie-patronen in het mannelijk y-chromosoom hebben wetenschappers namelijk kunnen berekenen dat er 50.000 tot 70.000 jaar geleden er een man leefde die de voorouder is van iedereen die nu leeft. Dit komt ook overeen met migratie-patronen dat rond die tijd de mensheid alleen nog maar leefde in midden Afrika en daarna pas zich over de wereld is gaan verspreiden. Deze man wordt zelfs door wetenschappers “y-chromosoom Adam” genoemd. Deze naam wordt natuurlijk wel poëtisch gebruikt. Wetenschappers suggereren niet dat dit de Bijbelse Adam was. In het Theïstische evolutie model komt deze persoon echter wel overeen met de Adam van de Bijbel aangezien iedereen die nu leeft een afstammeling is van deze man en dat er geen mensen leven die niet afstammen van deze man. Dat komt dus overeen met het Bijbelse concept van Adam. Het komt echter niet overeen met het creationistische model aangezien volgens hen Adam daadwerkelijk het eerste menselijke wezen is. Y-chromosoom Adam is echter wetenschappelijk gezien niet de eerste mens, maar slechts de algemene voorouder van iedereen die nu leeft. Er leefde toen ook andere mensen maar hun bloedlijnen zijn uitgestorven. In het Theïstische evolutie model past het echter wel aangezien wij niet geloven dat Adam het eerste menselijke wezen was maar slechts het eerste menselijke wezen met een ziel. We komen er later dan ook op terug welke positie het beste wordt ondersteund door de Bijbel.

Of Y-chromosoom Adam echter de Bijbelse Adam is, is niet te zeggen. Het is slechts een hypothese maar het is geen positie die ik dogmatisch zou aanhangen. Zo kunnen we ook de de algemene voorouder via de vrouwelijke mitochrondria berekenen maar dan komen we op een vrouw uit 120.000 jaar geleden. En nu zijn er natuurlijk in de geschiedenis meerdere gezamenlijke voorouders geweest, zo moet er voor Y-chromosoom Adam ooit nog zo’n persoon hebben bestaan waarvan Y-chromosoom Adam een afstammeling is. Het valt dus absoluut niet met zekerheid te zeggen wanneer Adam precies geleefd heeft. De laatste Y-chromosoom Adam komt in ieder geval overeen met het concept dat de Bijbelse Adam en Eva de voorouders zijn van alle mensen die nu leven. Dat is alles wat we hieruit kunnen concluderen. Zo zijn er ook die hebben voorgesteld dat Y-chromosoom Adam eigenlijk Noach geweest kan zijn en Mitochondriale Eva de Bijbelse Eva was. Het zal verder giswerk blijven en moeten we openstaan voor allerhande mogelijkheden.

Maar als het aankomt op de leeftijd van de aarde dan kunnen we dit niet uit de Bijbel opmaken. Zelfs als de schepping heeft plaats gevonden in een letterlijke week, dan nog kunnen we niet weten vanuit de Bijbel wanneer dit was.

Als Christenen moeten we daarom openstaan voor wat de wetenschap ons kan vertellen over hoe oud de aarde en de mensheid is. God heeft tenslotte 2 openbaringen: de Bijbel en de wereld zelf. Als we deze vraag niet kunnen beantwoorden vanuit de Bijbel dan zullen we het moeten beantwoorden vanuit God’s natuurlijke openbaring.

Mijn inziens haalt dit de fundering uit onder Jonge-aarde creationisme. Het principe van een jonge aarde kan tenslotte niet uit de Bijbel gehaald worden. Foy E. Wallace, een invloedrijke Christen in het midden van de 20e eeuw, wist dit heel mooi te verwoorden:

Foy E. Wallace - God's Prophetic Word 1946 (In het oorspronkelijke Engels)
"There is no statement in the Bible which indicates the age of the earth.[…]`If the scientists, or the pseudo-scientists, want to ascribe to the earth the age of a million, a billion, or three hundred billion years, I will not pause to argue the question with them now. [...] `In the beginning God.' That is all that the Bible affirms on the question.

Foy E. Wallace - God's Prophetic Word 1946 (nederlandse vertaling)
“Er is geen stelling in de Bijbel die de leeftijd van de aarde weergeeft. […] “als de wetenschappers of pseudo-wetenschappers, de aarde een leeftijd willen toeschrijven van een miljoen, een miljard of drie honderd miljard, zal ik niet met hun hier nu over in discussie gaan. [...] “In het begin (schiep) God” dat is alles wat de Bijbel bevestigd over dit vraagstuk.


Verschillende interpretaties van het scheppingsverhaal

Creationisme is echter niet alleen gebaseerd op het idee dat de Bijbel een jonge leeftijd voor de aarde zou leren. Zo zijn er ook oud-aarde creationisten. Creationisme is natuurlijk met name gebaseerd op het scheppingsverhaal waar de Bijbel mee begint. Hoofdstuk 1 van Genesis (het eerste boek in de Bijbel) beschrijft namelijk de schepping en Genesis 2 beschrijft Adam en Eva in de tuin van Eden.

De meeste mensen zijn wel bekend met het scheppingsverhaal van de Bijbel, zelfs als ze niet Christelijk zijn opgevoed. Genesis 1 beschrijft hoe God de wereld maakt en alles daarop in 6 dagen en rust op de 7e dag.

Jonge aarde creationisten beweren dat zij het scheppingsverhaal gewoon letterlijk nemen en dat de Bijbel dus leert dat in een periode van 6x 24 uur God de aarde en alles daarop op bovennatuurlijke wijze geschapen heeft. Dit is natuurlijk totaal in tegenspraak met de oerknal, een oude aarde en met evolutie. Jonge aarde creationisten beweren dan ook dat evolutie en de oerknal nooit hebben plaats gevonden en dat hun interpretatie van Genesis de wijze is waarop het wel gebeurd is. De Bijbel is tenslotte God’s woord en deze moet letterlijk genomen worden.

Ik ben het echter er totaal mee oneens dat jonge aarde creationisten Genesis 1 letterlijk nemen. Wat ik beweer en ga verdedigingen hier in dit hoofdstuk is dat de jonge aarde creationistische interpretatie niet letterlijk is. En dat jonge aarde creationisten allerhande dingen geloven over de schepping die juist in tegenstrijd zijn met wat de Bijbel daadwerkelijk leert. Ik ben van mening dat jonge aarde creationisten Genesis juist niet letterlijk, maar juist heel oppervlakkig interpreteren.

De jonge aarde creationistische interpretatie is dan ook niet de enige interpretatie van het scheppingsverhaal. Er zijn verschillende soorten interpretaties geweest voor Genesis door de eeuwen heen. Ik zal de meest bekende interpretaties eerst even weergeven en kort uitleggen:


De kalenderdag interpretatie: dit is dus de jonge aarde creationistische positie. De 7 dagen van het scheppingsverhaal zijn letterlijke dagen van 24 uur. De schepping heeft dus plaats gevonden in 6x24 uur en God had daarna een letterlijke rustdag van 24 uur.
De kloof interpretatie: De kloof-theorie komt voor in verschillende interpretaties maar in de meest simpele vorm staat deze interpretatie gelijk aan de kalenderdag interpretatie met als enige verschil dat er een kloof van tijd zit tussen Genesis 1:1 en Genesis 1:2. De eerste dag van de schepping is dus een periode ver na “in het begin”.
De herschepping interpretatie: Dit is een interpretatie waarin de kloof-theorie ook voorkomt. Aanhangers van deze interpretatie beweren dat de scheppingsweek in feite helemaal geen schepping is maar een herschepping. De schepping vond plaats in Genesis 1:1 en Genesis 1:2 beschrijft dat deze schepping toen vernietigd was en dat God de aarde toen in 6 dagen hersteld heeft. Er was dus al eerder leven op aarde. (de aanhangers van deze interpretatie geloven dat de val van Satan in deze periode heeft plaats gevonden en dat God de aarde toen heeft laten overstromen en vervolgens de aarde herschapen heeft).
De niet-chronologische dagen interpretatie: Deze interpretatie stelt dat de dagen weldegelijk periodes van 24 uur waren maar dat de dagen zich niet chronologisch achter elkaar hebben afgespeeld en dat er grotere periodes aan tijd tussen de dagen zich heeft afgespeeld. Volgens hun is er dus spraken van EEN eerste dag, EEN tweede dag, etc. Er kan dus goed miljoenen jaren tussen de individuele dagen hebben gezeten.
De dag/tijdperk interpretatie: deze interpretatie stelt dat de dagen niet 24 uur duurden maar dat deze dagen lange tijdsperiodes zijn. Dit is gebaseerd op het feit dat het Hebreeuwse woord voor dag, het woord “yom” meerdere betekenissen heeft, namelijk dagdeel, dag of tijdperk. De 6 dagen van de schepping zijn dus eigenlijk 6 periodes van miljoenen of zelfs miljarden jaren en we zitten momenteel nog steeds in de 7e dag. Creationisten die deze interpretatie aanhangen worden dan ook wel progressieve creationisten genoemd.
De framework interpretatie: deze interpretatie stelt dat de dagen helemaal niks met tijd te maken heeft maar een literair framework of model zijn waarin het scheppingsverhaal staat weergegeven. De dagen dienen een symbolische functie en geven geen specifieke tijdsperiode weer. De dagen zijn dan ook literair gezien met elkaar verbonden in 2 “triades” en beschrijven specifieke aspecten van de schepping aan de hand van de plaatsen en de “bewoners” van die plaatsen. Dit is de interpretatie die ik aanhang en die ik ga verdedigen in dit hoofdstuk.
De dagen van verkondiging interpretatie: Deze interpretatie stelt dat de dagen heel goed periodes van 24 uur hebben kunnen zijn (al is dat niet noodzakelijk) maar dat het geen scheppingsdagen maar verkondigingsdagen zijn. God gedurende 6 dagen verkondigingen of bevelen maar dit houdt niet in dat wat God zegt dan ook meteen gebeurd of in die specifieke volgorde. De 6 dagen beschrijven dus weldegelijk de eerste 6 dagen dat het universum bestond maar datgene wat God verkondigt ontvouwd zich gedurende de miljarden jaren daarna. Naast de framework interpretatie vind ik dit het meest waarschijnlijke model. Dit is echter dus niet de positie die ik hier ga verdedigen al zullen er wel specifieke aspecten uit terug komen.
De dagen van openbaring interpretatie: Deze interpretatie stelt dat de 7 dagen niks met de schepping te maken hebben, maar dat Mozes (de schrijver van Genesis) het scheppingsverhaal in 7 dagen geopenbaard kreeg van God. Het scheppingsverhaal is dus in 7 dagen geschreven maar dat heeft geen betrekking op hoe lang de schepping zelf duurde.
De symbolische interpretatie: Aanhangers van deze interpretatie stellen dat heel het scheppingsverhaal niet letterlijk genomen moet worden. Genesis 1 is slechts een symbolisch verhaal dat het slechts spirituele waarheid heeft maar niet letterlijk beschrijft hoe de wereld tot stand gekomen is. Genesis 1 is volgens hun slechts poëzie en geen verslag. Deze interpretatie komt voor onder vele van mijn mede Theïstische evolutionisten. Ik zelf ben dus echter geen aanhanger van deze interpretatie.


Zoals je ziet zijn er nogal wat interpretaties van Genesis 1. Vele jonge aarde creationisten denken echter dat al deze andere interpretaties pas ontstaan zijn nadat de wetenschap zei dat de aarde heel oud is en nadat de evolutie theorie bekend werd. Dit is echter niet het geval. Bijna al deze interpretaties waren er al eeuwen voordat de wetenschap ook maar iets kon vertellen over het ontstaan van de aarde. Zo stamt de framework interpretatie die ik aanhang en ga verdedigen uit de 4e eeuw van de kerkvader Sint Augustinus. Dit was in een periode dat er nog geen enkele wetenschappelijke reden was om te twijfelen aan een schepping van 6x24 uur 6000 jaar geleden.

Zoals je waarschijnlijk al door hebt is het scheppingsverhaal niet bepaald een tekst die erg voor de hand ligt. Vandaar dat er zoveel interpretaties van zijn. Jonge aarde creationisten zijn echter van mening dat hun interpretatie gewoon de letterlijke en meest voor de hand liggende interpretatie is. Misschien klopt het dat hun interpretatie het meest voor de hand ligt, maar daar zit de sleutel dan ook in; het is een eerste indruk interpretatie.

Ik ben het er mee eens dat wanneer je mensen die nog nooit van de bijbel hebben gehoord Genesis 1 laten lezen, dat ze dan waarschijnlijk op de kalenderdag interpretatie uitkomen. Het doet echter de Bijbel geen eer aan om het zo oppervlakkig op te pakken. De Bijbel is tenslotte een studieboek en als we willen weten wat God’s woord ons precies vertelt dan hebben we meer nodig dan een eerste indruk interpretatie. We moeten juist zeer zorgvuldig lezen wat het precies zegt en de geschriften bestuderen in plaats van globaal lezen.

Dus wat ik nu wil gaan doen is een uitgebreide zin voor zin exegese (een zorgvuldige analyse van een tekst) maken van het scheppingsverhaal in de orginele Hebreeuwse taal. Aan de hand daarvan wil aantonen dat de jonge aarde creationistische positie (en overigens ook andere creationistische interpretaties) weinig tot vrijwel geen Bijbelse ondersteuning heeft. De interpretatie van creationisten houdt namelijk meer in dan de betekenis van de dagen. Creationisme heeft tenslotte meer te maken met wat God precies doet gedurende de schepping.

Hier is een lijst van de dingen die (de meeste) creationisten geloven omtrent te schepping en waarvan ik ga aantonen dat dit NIET overeenkomt met wat de Bijbel zegt:

- De aarde is op bovennatuurlijke wijze geschapen
- De aarde is geschapen in vers 1
- Dag 1 beschrijft de schepping van het licht
- De atmosfeer is op bovennatuurlijke wijze geschapen
- De planten zijn op bovennatuurlijke wijze geschapen
- De vissen en vogels zijn op bovennatuurlijke wijze geschapen
- De landdieren zijn op bovennatuurlijke wijze geschapen
- Dat de mens (het lichaam van de mens) op bovennatuurlijke wijze is geschapen.
- Dat de sterren, de zon en het maan zijn geschapen op de 4e dag
- Dat het licht bestond voor de sterren, zon en maan.
- Dat de planten geschapen zijn voor de sterren, zon en maan.
- Dat er geen dieren en mensen dood gingen voor de zondeval.

Dit is in feite de kern van het creationisme, namelijk dat God zelf alles direct geschapen heeft wat beschreven staat in het scheppingsverhaal. Dat dit in een periode van 6x24 uur gebeurde komt er nog bij in het geval van jonge aarde creationisme. Echter als we Genesis 1 zorgvuldig bestuderen, zien we dat de tekst dit helemaal niet zegt, en dat zullen we zo zien. Het laatste punt, dat er niks dood ging voor de zondeval, bespreek ik na de analyse van het scheppingsverhaal wanneer ik creationistische kritieken en tegenargumenten ga bespreken.


Maar voor ik aan de exegese ga beginnen moet ik eerst nog een paar zaken duidelijk maken. Ik wil namelijk NIET beweren dat moderne wetenschap zoals evolutie overduidelijk uit de tekst naar voren komt. Dat wil ik zeker niet beweren. Iedereen zal Genesis tenslotte interpreteren aan de hand van de specifiek tijd, cultuur en de kennis die ze over de wereld hebben. Dat geldt overigens voor de hele Bijbel zo. Als we kijken naar kaarten, tekeningen of schilderingen van de wereld van eeuwen of millennia terug dan zien we dat mensen een heel ander beeld hadden.

Hier zijn een aantal tekeningen van hoe mensen vroeger de wereld zagen:





















Het idee hier is dat de aarde een platte schijf is dat omringd wordt door een grote oceaan. Om de aarde heen hangt een grote massieve kristallen koepel in de vorm van een hele bol of een halve bol.. Buiten de koepel bevindt zich de rest van het water. Vaak werd daar buiten ook nog de bovennatuurlijke realiteit getekend dat zich “buiten” de oneindige oceaan bevond. De aarde en de hemelkoepel worden dus omringd door een oneindig grote watermassa waarbij de hemelkoepel er voor zorgt dat er een droog gedeelte kan bestaan. Mensen probeerde vroeger tenslotte uit te leggen hoe het komt dat de lucht blauw is. Het idee was dat er dus water buiten de hemelkoepel was en dat de hemelkoepel van doorzichtig kristal was gemaakt. De blauwe lucht is dus niets meer dan het water dat we kunnen zien dat zich buiten de koepel bevindt en de complete aarde omringd. Nu weten echter dat de hemelkoepel helemaal geen massieve koepel van kristal is maar bestaat uit verschillende luchtlagen. Het klopt dat de lucht blauw is vanwege water, maar dat bevindt zich niet als een oceaan buiten de lucht om maar is door de atmosfeer heen verspreid in de vorm van zeer kleine druppeltjes, ijskristallen en stofdeeltjes. Wanneer het
licht hier doorheen schijnt zorgt het ervoor dat de lucht er blauw uit ziet.


Het punt is dat men het scheppingsverhaal zal lezen met een bepaald wereldbeeld in gedachte. Maar zowel vroeger als nu is dit wereldbeeld niet volledig uit de Bijbel afkomstig. Het idee van een platte aarde omgeven door een kristallen koepel en een oneindige watermassa was tenslotte niet alleen populair onder veel Israëlieten maar ook onder de Griekse bevolking en onder andere volkeren in die tijd. Het is dus zeer verkeerd om te stellen (wat veel Atheïsten doen) dat de Bijbel dit specifieke wereldbeeld leert. Sterker nog, dit wereldbeeld is op veel punten in conflict met de Bijbel. Een goed voorbeeld is het principe dat de aarde drijft op deze oneindige oceaan. Zo
zien we bijvoorbeeld in het boek Job (wat een van de oudste boeken van de Bijbel is):


Job 26:7 (NBV)
Hij strekt het noorden uit boven de woeste leegte,
en hangt de aarde op – boven het niets.

Job 26:7 (WW)
En dan spant Hij de noorderhemel uit boven de diepte,
en laat Hij de aarde drijven op het niets;

Job 26:7 (NIV)
He spreads out the northern skies over empty space; he suspends the earth over nothing.

Hier zien we dus beschreven dat de aarde nergens door ondersteunt wordt. Dit komt overeen met het moderne wereldbeeld dat de aarde in de ruimte hangt en geen enkele ondersteuning heeft. De aarde volgt tenslotte de aantrekking
van de zwaartekracht van de zon. Het is echter
erg moeilijk te rijmen met het idee dat er zich een oneindige hoeveelheid water onder de aarde
bevindt.


Ik bespreek de kosmologie van de Bijbel verder nog in hoofdstuk 4.8 waar ik de claims bespreek dat de Bijbel tegen moderne wetenschap in gaat. Het punt wat ik echter heel wil maken is dat onze kennis van de wereld niet alleen uit de Bijbel komt maar ook uit kennis die we halen uit God’s natuurlijke openbaring. Wat ik tracht aan te tonen is dat er geen conflict is tussen wat de wetenschap ons vertelt over de wereld en wat de Bijbel te zeggen heeft. Mijn claim is NIET dat
we noodzakelijk deze wetenschappelijke feiten uit de tekst kunnen halen.



De functie van het scheppingsverhaal


We moeten ons dan ook realiseren dat het scheppingsverhaal niet de primaire functie heeft om ons een wetenschappelijk beeld van de wereld te geven. Het scheppingsverhaal is tenslotte niet
alleen bedoeld voor mensen uit onze tijd. Bedenk goed dat we pas minder dan 100 jaar een goed wetenschappelijk beeld hebben het het universum, het ontstaan van de aarde en hoe geschiedenis van dit alles. Ongeveer een eeuw daarvoor werd het pas bekend dat de aarde zeer oud was en het slechts een paar eeuwen daarvoor werd het pas algemene kennis dat de aarde rond de zon draait en dat de aarde rond is, al wisten de Grieken dit al meer dan 2000 jaar
geleden, algemene kennis wat het toen echter nog niet.

Waar het op neer komt is dat het grootste gedeelte van de mensheid geen idee had van hoe de aarde tot stand was gekomen, hoe oud deze was en hoe het universum precies in elkaar zit. Ze zouden bovendien ook niks aan deze informatie gehad hebben aangezien ze niet in staat zouden
zijn om de waarheid hiervan te bevestigen.

Het is dan ook verkeerd om het scheppingsverhaal te zien als een verslag met de primaire functie om een wetenschappelijke beeld te geven van het ontstaan van de wereld. Voor het
grootste gedeelte van de mensheid was dit tenslotte toch niet te bevestigen en een accuraat beeld van de wereld en het universum heeft ook geen enkele betekenis als het aankomt op spirituele zaken en verlossing, en dat is natuurlijk de primaire functie van de Bijbel. De
belangrijkste functie van Genesis is dan ook theologisch, niet wetenschappelijk.

Veel Christenen zijn dan ook van mening dat we daarom het scheppingsverhaal puur en alleen theologisch moeten bekijken; dat het volledig symbolisch is en niet letterlijke genomen moet
worden.
Daar ben ik echter ook weer niet mee eens. Het klopt dat genesis primair een theologische functie heeft maar dat wil niet zeggen dat Genesis niet overeenkomt met hoe de aarde daadwerkelijk tot stand is gekomen. Zoals ik al heb gezegd is mijn positie is dat Genesis weldegelijk overeenkomt met een wetenschappelijk beeld van aarde en het universum. Het is uiteraard geen uitgebreid wetenschappelijk verslag, maar dat houdt niet in dat er daarom een
conflict moet zijn.

Maar laten we dan eerst de theologische aspecten van de schepping bekijken. Wat wil genesis ons nu eigenlijk precies duidelijk maken? Wat is nu precies de kracht van deze tekst voor
bijvoorbeeld een Israelische schapenherder in het oude midden oosten?

Zoals je weet is het Bijbelse scheppingsverhaal absoluut niet het enige scheppingsverhaal dat ooit geschreven heeft. Iedere religie, stam of volk had wel zijn eigen scheppingsmythe en de Israëlieten waren dan ook omringd door volkeren met hun eigen scheppingsverhalen. De theologische functie van Genesis wordt dan ook duidelijk als je de contrasten ziet met het beeld
dat Genesis geeft van God, de wereld en de positie van de mens.

Laat ik eerst het Bijbelse scheppingsverhaal maar eens weergeven. Dit is de NBV vertaling (Nieuwe Bijbel Vertaling) uit 2004, tijdens mijn analyse gebruik ik de willibrordvertaling (WV)
uit 1996.


Genesis 1
1 In het begin schiep God de hemel en de aarde.
2 De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. 3 God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht. 4 God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis; 5 het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag. 6 God zei: ‘Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt.’ 7 En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven. 8 Hij noemde het gewelf hemel. Het werd avond en het werd morgen. De tweede dag. 9 God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats stromen, zodat er droog land verschijnt.’ En zo gebeurde het. 10 Het droge noemde hij aarde, het samengestroomde water noemde hij zee. En God zag dat het goed was. 11 God zei: ‘Overal op aarde moet jong groen ontkiemen: zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten dragen met zaad erin.’ En zo gebeurde het. 12 De aarde bracht jong groen voort: allerlei zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten droegen met zaad erin. En God zag dat het goed was. 13 Het werd avond en het werd morgen. De derde dag. 14 God zei: ‘Er moeten lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht. Ze moeten de seizoenen aangeven en de dagen en de jaren, 15 en ze moeten dienen als lampen aan het hemelgewelf, om licht te geven op de aarde.’ En zo gebeurde het. 16 God maakte de twee grote lichten, het grootste om over de dag te heersen, het kleinere om over de nacht te heersen, en ook de sterren. 17 Hij plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde, 18 om te heersen over de dag en de nacht en om het licht te scheiden van de duisternis. En God zag dat het goed was. 19 Het werd avond en het werd morgen. De vierde dag. 20 God zei: ‘Het water moet wemelen van levende wezens, en boven de aarde, langs het hemelgewelf, moeten vogels vliegen.’ 21 En hij schiep de grote zeemonsters en alle soorten levende wezens waarvan het water wemelt en krioelt, en ook alles wat vleugels heeft. En God zag dat het goed was. 22 God zegende ze met de woorden: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en vul het water van de zee. En ook de vogels moeten talrijk worden, overal op aarde.’ 23 Het werd avond en het werd morgen. De vijfde dag. 24 God zei: ‘De aarde moet allerlei levende wezens voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren.’ En zo gebeurde het. 25 God maakte alle soorten in het wild levende dieren, al het vee en alles wat op de aardbodem rondkruipt. En God zag dat het goed was. 26 God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ 27 God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. 28 Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’ 29 Ook zei God: ‘Hierbij geef ik jullie alle zaaddragende planten en alle vruchtbomen op de aarde; dat zal jullie voedsel zijn. 30 Aan de dieren die in het wild leven, aan de vogels van de hemel en aan de levende wezens die op de aarde rondkruipen, geef ik de groene planten tot voedsel.’ En zo gebeurde het. 31 God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was. Het werd avond en het werd morgen. De zesde dag.
Genesis 2:1-4

1 Zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid. 2 Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. 3 God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk.
4 Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde. Zo ontstonden ze, zo werden ze geschapen.


Wat zijn nu eigenlijk de belangrijke theologische aspecten en contrasten tegenover andere scheppingsverhalen en andere Godsbeelden en concepten?

Het scheppingsverhaal van Genesis is uniek in zijn tijd en plaats in meerdere opzichten aangezien het een beeld geeft van God, de wereld en de mens die zeer anders is dan van de polytheïstische
volkeren waar de Israeliten mee samenleefden.

Als we kijken naar de scheppingsverhalen van bijvoorbeeld de Grieken en de Babyloniers dan zien we dat de Goden ondergeschikt zijn aan de schepping zelf. De meeste polytheïstische scheppingsverhalen beginnen namelijk met de schepping van de Goden zelf. In de Ennuma Elish (het Babylonische scheppingsverhaal) wordt er namelijk helemaal niet begonnen met de schepping van de wereld. De wereld is er al en heeft al eeuwig bestaan in een soort van chaos vorm. In het geval van de Grieken was dit ook echt ongeordende chaos en in het geval van de Babyloniers moet je meer denken aan een kale, doodse moerasachtige modder vlakte. Deze woestenij bestond al eeuwig toen er opeens in de diepte zich de eerste goden begonnen te vormen. Deze goden bevolkten de oerwereld wat vaak gepaard ging met oorlog, moord en incest. Uiteindelijk begonnen de goden orde te scheppen in deze oerwereld waaruit de huidige wereld zou zijn ontstaan. De goden maakte vervolgens de mensen om hun te dienen. De goden stonden ook meestal voor bepaalde natuurverschijnselen of bepaalde natuurkrachten. In de Ennuma Elish had je bijvoorbeeld de oergodin Tiamat en de oergod Apsu die stonden voor zout water en zoet water. De vermening hier van zorgde voor dat er nog andere goden geboren werden, die vervolgens, meestal door incest, andere goden voortbrachten. Uiteindelijk werd de god Marduk geboren die Tiamat vermoorde (de goden konden meestal ook sterven in polytheïsme) en haar lichaam in tweeën hakte. Van het ene stuk maakte hij de aarde en van het andere stuk maakte
hij de hemelkoepel.


In een van de Egyptische scheppingsverhalen (ze hadden er meerdere) was er een eeuwige oer-oceaan (de oneindige watermassa wat, zoals ik al eerder zei, het standaard beeld was van de
meeste volkeren) hieruit herrees plotseling de god Atum (waar die opeens vandaan kwam werd niet verteld). Atum ging toen achterover liggen en begon te masturberen totdat hij klaar kwam in zijn eigen mond. Vervolgens spuugde hij de eerste nieuwe goden uit (ja serieus, zo gaat een van de scheppingsverhalen van egypte). Er kwamen nog meer goden voort en die gingen toen deze oermassa veranderen in de huidige wereld met de mens er in.
Er waren ook Griekse en
Hindoeïstische scheppingsverhalen waarin de oermassa zelf een onpersoonlijke god was waaruit de andere goden voortgebracht werd. Andere scheppingsverhalen begonnen met een hemelgod(in) en een aardgod(in) die samen de wereld tussen hun beide in voortbrachten. In veel andere scheppingsverhalen wordt er begonnen met de zonnegod die het water laat opdrogen om het droge land zichtbaar te maken. Vaak vormt een minder belangrijke god de maan. De zon, de maan, de sterren en andere natuurverschijnselen werden vaak letterlijk als goden gezien en ook aanbeden als
goden.

De terugkerende aspecten in deze scheppingsverhalen zijn dus het volgende:

- De goden hebben de wereld niet gemaakt maar slechts hervormd
- De goden zijn meestal zelf ontstaan of zijn onpersoonlijk en hebben een oneindig verleden met de oermassa zelf

- Er bestaat een oneindig oude oermassa wat het materiaal is waarvan de goden de wereld vormen

- De goden zijn sterfelijke, eindige en beperkte wezens. Ze zijn ook vaak kwaadaardig of er zijn goede en slechte goden.

- De schepping (dus eigenlijk hervorming) vindt vaak op een zeer fysieke wijze plaats. De goden bouwen of boetseren als het waren de huidige wereld.
- De mens is meestal gemaakt om de goden te dienen. De goden hebben de mensen nodig voor een bepaald doel.

- De goden staan voor een bepaald natuurverschijnsel. De zon is vaak de oppergod. De wereld zelf of in ieder geval materiële fysieke dingen worden aanbeden


De belangrijkste theologische functie van het Bijbelse scheppingsverhaal is om in contrast te staan met deze polytheïstische scheppingsverhalen. De Bijbel geeft namelijk een heel ander beeld van God, de wereld en de mens:

- God is de schepper van alles. God bestaat zonder schepping volledig alleen. De totale schepping is volledig afhankelijk van God. God zelf is niet voortgebracht maar was er al in het absolute begin. God is dus, in tegenstelling tot de polytheïstische goden, zelfbestaand en de absolute schepper. God is transcendent aan de wereld. Er was geen oermassa die samen met God bestond. God heeft het materiaal waar de wereld uit bestaat Zelf geschapen.
- Er was een absoluut begin. De wereld heeft niet altijd al bestaan.
- De zon, maan en sterren zijn slechts lichten en geen goden. Het scheppingsverhaal wordt er ook niet mee begonnen maar deze objecten die door de omringende volkeren als heilig en goddelijk gezien werden, komen pas laat in het scheppingsverhaal naar voren. Dit was natuurlijk een enorme sneer naar de omringende volkeren. Wat genesis in feite zegt is “jullie goden zijn slechts onbelangrijke objecten die door onze God zijn voortgebracht”.

- Er is maar 1 God die verantwoordelijk is voor de hele schepping. Wat dit in feite zegt tegenover de andere volkeren is dat hun goden, zelfs als ze zouden bestaan, niks hebben gedaan en geen waarde hebben.
- God heeft de volledig macht over de wereld. Hij beveelt en het gebeurt. De schepping gebeurt dan ook niet op een fysieke wijze. God bouwt de wereld niet maar beveelt alleen.
- God is een goede schepper. Elke dag wordt bevestigd dat de schepping goed is. Dit staat nogal in contrast met de oorlogvoerende, incestplegende, masturberende, bloeddorstige goden uit polytheïstische scheppingsverhalen.
- De mens is de kroon op de schepping in het evenbeeld van de goede schepper gemaakt. God geeft de wereld dan ook aan de mens.



Dit was dan ook de functie die Genesis diende voor de Israëlieten. Niet om een wetenschappelijk verslag te geven van het ontstaan van de wereld, dat was tenslotte in die tijd niet te bevestigen, maar om te geven van hoe God werkelijk in relatie tot de wereld en de mens staat. Genesis is dan ook primair een theologische tekst met een theologische functie. Het scheppingsverhaal diende om de Israëlieten af te splitsen van de polytheïsten en om het ware beeld van God te krijgen. Niks in de wereld zelf is Goddelijk en de zon, maan en sterren horen niet aanbeden te worden aangezien het slechts lichten zijn.

Maar zoals ik al eerder zei is het scheppingsverhaal meer dan dat. Laten we nu eens de tekst zeer zorgvuldig analyseren en bekijken wat het ons precies te vertellen heeft over het ontstaan van de wereld en alles daarop. En vooral hoe dit overeenkomt met wat de wetenschap ons vertelt over de wereld.

wereld van eeuwen of millennia terug dan zien we dat mensen een heel ander beeld hadden.
Hier zijn een aantal tekeningen van hoe mensen vroeger de wereld zagen:


Uitgebreide analyse van het scheppingsverhaal.

Voordat we het scheppingsverhaal zin voor zin gaan doornemen gaan we eerlijk de vormgeving ervan bekijken. Zoals ik al had aangegeven hang ik een kruising tussen de framework interpretatie en de dagen van verkondiging interpretatie aan. De reden daarvoor zit hem in de stijl en vormgeving van het scheppingsverhaal.

Het eerste belangrijke aspect is dat je je moet afvragen wie er aan het woord is? Het scheppingsverhaal is tenslotte niet vanuit God’s perspectief geschreven. Er staat tenslotte niet “in het begin schiep Ik de hemel en de aarde”. Nu is het wel zo dat in bijna alle Bijbelboeken de schrijver over zichzelf spreekt in de derde persoon (alleen Ezra spreekt over zichzelf in de ik-vorm) maar we moeten er rekening mee houden dat geen enkele tekst in de Bijbel vanuit God’s perspectief is geschreven. De eerste 5 boeken van de bijbel zijn geschreven door de profeet Mozes. Het scheppingsverhaal is dan ook geschreven in een vertel vorm. Je hebt stukken waarin God zelf spreekt en je hebt daarnaast dus de verteller. Wat ik dan ook vermoed is dat Mozes het scheppingsverhaal geopenbaard kreeg van God via een visioen. Mozes aanschouwt de schepping vanaf de aarde zelf en beschrijft wat God zegt en wat er dan gebeurt. Het scheppingsverhaal komt dan ook over alsof het geschreven is vanuit een menselijke positie die de aarde aanschouwt tijdens de scheppingsperiode en deze beschrijft in de vorm van een verslag. Zo zien we dat de verteller een situatie omschrijft, vervolgens spreekt God, en vervolgens bevestigd de verteller dat wat God gesproken heeft, gebeurd is.

De vormgeving van Genesis is dus een verhaalvorm van een verteller en God zelf. Maar hoe zit het nu met de 7 dagen? Geven die daadwerkelijk een periode aan of zijn ze onderdeel van de vormgeving? Ik denk dat het laatste het geval is en daar zijn verscheidene redenen voor.

Wanneer begint de eerste dag? De meeste creationisten zullen zeggen in vers 1: “in het begin”, maar als je goed leest is dat niet het geval. God benoemt namelijk pas was dag en nacht is wanneer het licht er is. De eerste dag begint dus in vers 5, niet in vers 1. Dit houdt dus in dat “in het begin” los staat van de eerste dag.
Laten we nu eens kijken naar de 7e dag, de rustdag van God. Wat we ons hier meteen bij moeten afvragen is waarom God überhaupt rust? Dit komt op het eerste gezicht nogal vreemd over dat de almachtige God tijd nodig heeft om op adem te komen, niet waar? Dat is mijn inziens dan ook een zeer foutieve manier om hier te kijken. Wat ons als eerste moet opvallen is dat de 7e dag niet afgesloten wordt. De voorgaande 6 dagen worden allemaal afgesloten met de zin “het werd avond, het werd morgen, de zoveelste dag”. Op dag 7 wordt dit echter niet gedaan. Het is echter ook niet het geval dat de rest van Genesis 2 beschrijft wat er op de 7e dag gebeurd aangezien dit gaat over Eden en Adam en Eva. De rest van Genesis 2 slaat dus terug op de 6e dag. De meest logische conclusie is dat de 7e dag simpelweg nog steeds voortduurt. We zitten momenteel nog steeds in de 7e dag van de schepping, namelijk God’s rustdag. God rust namelijk van de schepping, wat inhoudt dat God niet meer bezig is met scheppen. De schepping is tenslotte klaar. Als deze wereld ten einde komt gaat God tenslotte de wereld herscheppen in de nieuwe hemel en aarde. Dan pas is God’s rustdag ten einde.

Daarnaast zien we dat het tot stand komen van de het hele concept van dagen in Genesis zelf gebeurt. Maar dat gebeurt echter op 2 plaatsen. In Genesis 1:4 lezen we namelijk: En God zag dat het licht goed was. God scheidde het licht van de duisternis; 5 het licht noemde God dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Het werd avond en het werd ochtend; dat was de eerste dag.
We zien hier dus dat op de eerste dag, dat de eerste dag tot stand komt. Dag is het licht, en nacht is de duisternis. Dag en nacht vormen dus de indeling van de periode dat er licht is en de periode dat het donker is. Maar het gaat nog verder dan dat, aangezien we in dag 4 zien dat de hemellichamen hun functie toegewezen krijgen waaronder de functie valt om dag en nacht aan te geven. Zo lezen we in Genesis 1:14 dat deze hemellichamen het licht van de duisternis moeten scheiden: 14 En God zei: ‘Er moeten lichten zijn aan het hemelgewelf, die de dag van de nacht zullen scheiden; zij moeten als tekens dienen, voor zowel de feesten als voor de dagen en de jaren. En in genesis 1:18 zien we dit ook terug komen: om te heersen over de dag en over de nacht, en om het licht van de duisternis te scheiden. En God zag dat het goed was.
Dus als het tot stand komen van het hele concept “dag” valt binnen de scheppingsdagen dan is het bijzonder onwaarschijnlijk dat de scheppingsdagen zelf normale standaard dagen zijn. We moeten er dan ook rekening mee houden wat dagen nu eigenlijk precies zijn? Een dag is de tijd die de aarde er over doet om 1 keer volledig om zijn as te draaien. De zon geeft het verschil aan tussen dag en nacht aangezien de kant van de aarde die richting de zon gedraaid staat, verlicht wordt terwijl de andere kant donker is. Maar stel ik zou naar mars gaan, dan zou een dag heel anders zijn dan hier op aarde. Aangezien de draaisnelheid van beide planeten verschillen. De planeet Venus draait zelfs zo langzaam om zijn as dat een jaar (de tijd die venus nodig heeft om rond de zon te draaien) korter is dan de tijd die Venus nodig heeft om rond zijn as te draaien. Dagen (en iedere andere tijdsindeling wat dat betreft) zijn dus relatieve begrippen. In dag is sowieso al, hoe je het ook bekijkt, zelf al een indeling-concept voor de tijd net zoals een meter een indeling is voor afstand.

We zien overigens nog iets opmerkelijks. In Genesis 2:4 wordt namelijk het woord “dag” gebruikt om naar de hele scheppingsweek terug te verwijzen. In het Nederlands staat dat meestal vertaald met het woord “toen” (op de Statenvertaling na) maar als we kijken naar het Engels dan zien we het weldegelijk staan:

Genesis 2:4 (engelse versie – King James version)
4These are the generations of the heavens and of the earth when they were created, in the day that the LORD God made the earth and the heavens,

Het Hebreeuwse woord voor “dag” is het woord “yom” en dit woord wordt gebruikt voor de 7 dagen van de schepping. In Genesis 2:4 wordt de vervoeging “beyom” gebruikt om terug te verwijzen naar de 7 dagen van de schepping. We zien hier dus een bepaald indelingspatroon naar voren komen.

Maar een indeling voor wat? Wat we ons op de eerste plaats moeten afvragen is waarom er überhaupt sprake is van 7 dagen (of dus eigenlijk 6 scheppingsdagen en een rustdag)? Een almachtige God heeft tenslotte geen 6 dagen nodig om de wereld te scheppen. Hij had het ook in 1 nanoseconde kunnen doen. Dat was overigens wat St. Augustinus geloofde, dat de schepping volledig compleet was in 1 moment en dat de 6 dagen slechts voor een indeling zorgde om de schepping uit te leggen.

Creationisten en Theïstische evolutionisten zijn er beide over eens dat God niet aan een bepaalde
tijd zit gebonden. God heeft geen 6 dagen nodig gehad en ook geen miljarden jaren. Waar het dus om gaat is niet hoeveel tijd God nodig had. De dagen van de schepping zullen dus een ander doeleinde moeten hebben.

Volgens de framework interpretatie hebben de dagen weinig tot niks met een tijdsperiode te
maken maar hebben alles met literaire indeling te maken. Ik zal eerst eens weergeven hoe dit framework er uit ziet:




Zoals je ziet rijmen de dagen met elkaar, niet in woorden maar in wat er gebeurd.

De eerste triade bestaat uit het vestigen van specifieke locaties:
- De plaats van het licht
- De plaats van de lucht en het water
- De plaats van het leefbare en vruchtbare land

De tweede triade bestaat uit het vestigen van de “bewoners” van deze locaties

- De hemellichamen “bewonen” de plaats van het licht
- De zeedieren en vliegende dieren bewonen de plaats van het water en de lucht
- De landdieren en de mens bewonen de plaats van het leefbare en vruchtbare land.


We zien dus dat de schepping is “opgehangen in een raamwerk van 7 dagen”. De lengte van de dagen zijn dus niet relevant. Het zijn zowel geen periodes van 24 uur als lange tijdperken. Het is een literair systeem om de schepping in onder te verdelen. De dagen hebben dus een
symbolische functie en dit is iets wat we vaker in de bijbel zien. Ik zal een aantal voorbeelden geven:

De dagen in profetie: zoals we in hoofdstuk 2.9 hebben kunnen zien wordt een “dag” in
profetie vaak symbolisch gebruikt en staan voor een profetisch jaar van 360 dagen. Dit zien we bijvoorbeeld in de 70 weken van Daniel en de voorspelling van Ezechiel waarin de dagen symbolisch staan voor de jaren van verbanning van de Israëlieten.

De dagen van Israël zonder koning

In Hosea 3 lezen we dat Israël geruime tijd het zonder koning zal moeten stellen:

Hosea 3:4 (NBV)
Zo zullen de Israëlieten geruime tijd verstoken blijven van koning en leiders, van offers en gewijde stenen, van orakels en huisgoden.


dit is echter geen letterlijke vertaling. In de NBV vertaling zie je namelijk het woord "dagen" niet staan en is dit vertaald naar geruime tijd. Dat komt omdat met "dagen" niet een paar periodes van 24 uur wordt bedoeld. Israël heeft het namelijk door verscheidene langdurige periodes moeten stellen zonder koning. In feite vertaalt de NBV het naar de betekenis. De Statenvertaling vertaalt het echter heel letterlijk:

Hosea 3:4 (Statenvertaling)
4 Want de kinderen Israëls zullen vele dagen blijven zitten, zonder koning, en zonder vorst, en zonder offer, en zonder opgericht beeld, en zonder efod en terafim.


Psalm 90
(o.a. ochtend en avond als jaargetijden)
In het gebed van Mozes zien we hoe het woord dag op verschillende wijze wordt toegepast:

Psalm 90

U bent ons toevluchtsoord geweest, o Heer,
van generatie op generatie.
2 Nog voor de bergen waren geboren,
voor wereld en aarde waren gebaard,
bent U God, van eeuwig tot eeuwig.
3 Maar de mens voert U terug tot stof
en zegt: ‘Keer terug, mensenkind.’
4 En in uw ogen zijn duizend jaren als de dag van gisteren, voorbij,
als een wake in de nacht, voorbij.
5 U maait hen weg in de slaap,
als gras: in de ochtend nog welig,
6 in de ochtend nog welig en fris,
en ’s avonds verwelkt en verdord.
7 Zo vallen wij onder uw kwaadheid,
verstijfd van schrik bij uw toorn.
8 U houdt voor ogen wat wij misdoen,
onze diepste geheimen voor het licht van uw aanschijn;
9 zo verstrijken onze dagen onder uw toorn,
wij voltooien onze jaren in een zucht.
10 Zeventig jaar kan ons leven tellen,
tachtig misschien als wij krachtig zijn;
het grootste deel is zorgen en verdriet;
de jaren vliegen voorbij en wij met hen.
11 Wie kent de kracht van uw boosheid?
Wie heeft werkelijk ontzag voor uw toorn?
12 Leer ons de vluchtigheid te zien van ons leven,
laat die wijsheid doordringen tot ons hart.
13 Keer om, o HEER, waar wacht U nog op?
Heb medelijden met uw dienaren.
14 Schenk in de ochtend uw rijkdom aan liefde
en wij zingen van vreugde, elke dag opnieuw.
15 Geef ons evenveel dagen van vreugde
als de dagen dat U ons met droefheid bedeelde,
en de jaren van ellende die wij doorstonden.
16 Laat uw dienaren zien wat U voor hen doet,
toon uw pracht aan hun kinderen.
17 Heer, onze God, toon ons uw liefde:
laat slagen waaraan onze handen beginnen,
laat slagen waaraan onze handen beginnen.

Ik wil hier met name wijze op vers 5 en 6. Hier wordt met ochtend verwezen naar de lente (wanneer het gras nog fris en nieuw is) en de avond verwijst naar de herfst (wanneer het gras verdort).

De werkweek en de sabbat: Dit is nog wel de meest duidelijke overeenkomst met de dagen van de schepping. God geeft de Israëlieten opdracht om 6 dagen te werken en de 7e dag te rusten. De 7e dag is de sabbat, een heilige dag waarop de Israëlieten zich op God kunnen richten in plaats van op hun werkzaamheden, net zoals God 6 dagen “werk verrichtte” en de 7e dag rustte. De werkweek van de Israëlieten staat dus in symbolische verband met de scheppingsweek. Creationisten zien dit als een reden om de dagen als letterlijke dagen van 24 uur te zien. Maar het blijkt echter om het patroon te gaan aangezien ze ook opgedragen worden om het land 6 jaar te bewerken en het 7e jaar braak te laten liggen (het land laten “rusten”). Dus het land kreeg ook een patroon van 6 periodes voor bewerking en een sabbat jaar. Nog een indicatie dat het gaat om het patroon van 6+1=7 en niet om de tijdsperiode zelf, is het feit dat nadat de sabbat voorbij is de werkweek opnieuw begint en de Israëlieten dus weer aan het werk gingen. Deed God dat echter
ook? Nee, zijn schepping bestaat slechts uit 1 week dat zich niet herhaald.

Wat we dus zien terugkomen in de Bijbel is dat dagen symbolische waarde kunnen hebben en dat we een terugkerend patroon van 6+1=7 zien. Alhoewel het dus mogelijk is dat de schepping een periode van 7 dagen van 24 uur was, kunnen we echter niet vanuit de Bijbel bepalen of dit ook het geval was en daarnaast zijn er juist gegronde redenen om de dagen niet als tijdsperiodes te zien maar als een indeling.

Dit betekent dat als we willen weten hoe lang de periode was waarin alles wat in het scheppingsverhaal beschreven staat gebeurd is, dan zullen we verder moeten kijken dan God’s schriftelijke openbaring en moeten kijken naar wat Zijn natuurlijke openbaring zegt. Dit houdt in
dat we dus het wetenschappelijke bewijs moet volgen naar waar het toe leidt en niet de wetenschap moeten gaan inperken zodat het in het plaatje van een jonge aarde en een
kalenderdag interpretatie past.

Tot zo ver de dagen van het scheppingsverhaal, maar hoe zit het nu met wat er precies gebeurd in deze dagen? Laat ik nog een keer de lijst weergeven van dingen die creationisten geloven die
mijn inziens niet ondersteund worden door wat de Bijbel zegt:

- De aarde is op bovennatuurlijke wijze geschapen
- De aarde is geschapen in vers 1
- Dag 1 beschrijft de schepping van het licht
- De atmosfeer is op bovennatuurlijke wijze geschapen
- De planten zijn op bovennatuurlijke wijze geschapen
- De vissen en vogels zijn op bovennatuurlijke wijze geschapen
- De landdieren zijn op bovennatuurlijke wijze geschapen
- Dat de mens (het lichaam van de mens) op bovennatuurlijke wijze is geschapen.
- Dat de sterren, de zon en het maan zijn geschapen op de 4e dag
- Dat het licht bestond voor de sterren, zon en maan.
- Dat de planten geschapen zijn voor de sterren, zon en maan.
- Dat er niks dood ging voor de zondeval.


Laten we nu het scheppingsverhaal zin voor zin doorlopen in 3 verschillende talen: de Nederlandse katholieke Willibrord Bijbelvertaling (1995), de Engelse King James Version (1611) en het originele Hebreeuws. De reden dat ik dit doe is omdat we heel precies gaan kijken naar de betekenis van de woorden. De bijbel is tenslotte niet oorspronkelijk in het Nederlands geschreven maar in het Hebreeuws (en het nieuwe testament in het Grieks). Als we dus precies willen weten wat de tekst ons zegt dan kunnen we het beste naar de oorspronkelijke taal gaan aangezien de Nederlandse taal en de Engelse taal wat beperkt kunnen zijn ten opzichte van de Hebreeuwse taal.

Ik geef de verzen van Genesis 1 voor 1 weer in de 3 talen: Hebreeuws in het groen, Engels in het rood en Nederlands in het blauw:


Genesis 1:1
Bereshit bara Elohim et hashamayim ve'et ha'arets.
In the beginning God created the heaven and the earth.
In het begin schiep God de hemel en de aarde.

De beroemde eerste zin van de Bijbel. Maar wat staat hier nu eigenlijk precies? In de oorspronkelijke taal bestaat deze zin uit 7 woorden (dus een 7 daags verhaal wordt begonnen met een vers van 7 woorden - patroon?). Deze woorden zijn:
- bereshit (begin)
- bara (scheppen)
- Elohim (godheid)
- et (de)
- shamayim (hemel)
- ve’et (en de)
- erets (aarde)

De “ha” voor shamayim en de verandering van “e” naar “a” (erets -> arets) heeft te maken met grammaticale vervoeging zoals we ook in onze taal hebben.

“Bereshit” geeft aan dat we hier te maken hebben met het begin. Later uit de zin blijkt dat we hier te maken hebben met het absolute begin maar daar kom ik straks op terug.

“bara” is een zeer essentieel woord hier. “bara” zou je simpelweg kunnen vertalen als “maken”. Maar het betreft hier een speciaal soort van “maken”. Het woord “bara” woord uniek gebruikt voor God. Het is iets dat puur alleen God kan doen. Dus als een mens iets maakt dan zal nooit het woord bara daarvoor gebruikt worden. Iedere keer als het woord bara gebruikt wordt in de bijbel dan heeft het betrekking op iets wat God doet. Wanneer een mens bijvoorbeeld een stuk gereedschap maakt of als een dier een nest maakt of als de wind in een patroon in het zand maakt, dan zal het Hebreeuwse woord “asah” gebruikt worden (of anders "yatsar" - vormen).
Het verschil tussen “bara” en “asah” is dat bara duidt op het op bovennatuurlijk wijze voortbrengen van iets. Bara houdt dus in dat God iets schept zonder daar materiaal voor te gebruiken dat al bestaat. Het betreft bovennatuurlijk schepping “uit het niets”, dat wil zeggen zonder al bestaand materiaal een nieuwe vorm te geven. Mensen, dieren of dingen kunnen dat niet. Wanneer wij iets maken dan gebruiken wij al bestaand materiaal dat we een nieuwe vorm geven. Als ik bijvoorbeeld een huis zou bouwen dan gebruik ik daar materialen voor die al bestonden. “Asah” betekent dus het hervormen van iets of iets een nieuwe functie geven.
Bara wordt kan daarnaast ook gebruikt worden in verband met het verrichten van wonderen door God. Het woord kan wel in verband met mensen gebruikt worden in de bijbel maar dan heeft niets van doen met iets “maken”. Maar hier kom ik later nog uitgebreid op terug als ik creationistische kritieken bespreek. Dan loop ik namelijk alle verzen door in het oude testament waarin het woord bara wordt gebruikt.

Het verschil tussen bara en asah is essentieel in het scheppingsverhaal en de kwestie van creationisme versus evolutie, zoals we verderop in het scheppingsverhaal zullen zien. Het woord bara wordt namelijk slechts in 3 verzen gebruikt in het scheppingsverhaal.

“Elohim” is het derde woord. Zoals ik in hoofdstuk 3 heb besproken in het gedeelte over de drie-eenheid is dit woord een meervoudig woord dat als een enkelvoudig woord wordt gebruikt. We hebben het hier dus over de hele drie-eenheid. De ene ware God met 3 persoonlijkheden (we zullen verderop in het scheppingsverhaal dan ook de Geest van God zien) schept hier dus, uit het niets, op bovennatuurlijk wijze in het absolute begin van de tijd. Maar WAT schept God hier precies?

“Hashamayim ve'et ha'arets” betekent “de hemel en de aarde”. Dat betekent het letterlijk tenminste, maar wat houdt “de hemel en de aarde” nu eigenlijk in? De reden dat ik deze woorden niet los van elkaar bespreek is omdat deze woorden ook niet los van elkaar gezien moeten worden. “Hashamayim ve'et ha'arets” is namelijk een Hebreeuws idioom. In het Hebreeuws bestaat er geen woord voor “het universum” of “de totale schepping”. Wanneer de Hebreeën het hele universum, dus de hele schepping (hoogstwaarschijnlijk valt de spirituele realiteit van de engelen ook hieronder), wilden aanduiden dan gebruikte zij het idioom: “Hashamayim ve'et ha'arets” . De hemel de aarde betekent dus “de schepping” of “het universum”; of nog beter gezegd: alles dat extern van God bestaat.

Wat de eerste zin van Genesis ons dus vertelt is dat in het begin God op bovennatuurlijke wijze, uit het niets, het universum schiep. Aangezien tijd onderdeel is van de schepping, en God tijdloos is zonder schepping, moet het begin dus noodzakelijk slaan op het eerste moment van de tijd. De Bijbel bevestigd bovendien ook in bijvoorbeeld in 2 Timotheüs 1:9 dat de tijd een absoluut begin had:

2 Timotheüs 1:9
9 Hij heeft ons gered en ons geroepen om ons aan hem toe te wijden, niet omdat wij iets gepresteerd hadden, maar omdat het zijn eigen besluit was ons genadig te zijn. Die genade heeft hij voor de aanvang der tijden voor ons weggelegd in Christus Jezus.

2 Timothy 1:9 (NIV)
9who has saved us and called us to a holy life—not because of anything we have done but because of his own purpose and grace. This grace was given us in Christ Jesus before the beginning of time,

Let op dat de aarde (de planeet zelf) in Genesis 1:1 dus niet specifiek genoemd wordt. Vers 1 gaat over het universum zelf.

Zoals je kunt zien komt vers 1 van Genesis precies overeen met wat we in het kalam argument (hoofdstuk 2.3) hebben besproken; dat God op het eerste moment van de tijd het complete universum uit het niets voortbracht – de oerknal (the big bang). Bedenk goed dat in de oerknal de totale hoeveelheid mater/energie en ruimte en tijd zelf voortgebracht werd. Vanaf het begin is er niks aan materie en energie meer bij gekomen. Er bestaat nu evenveel materie/energie als aan het begin of op wel moment dan ook in de geschiedenis. Het enige wat vanaf het begin gebeurd is, is dat materie en energie van vorm verandert. En we zullen zien dat Genesis ons het zelfde beeld geeft aangezien vanaf dit moment voor al het “maken” dat er gaat gebeuren het woord “asah” gebruikt wordt en niet bara. Bara zal nog voorkomen op een zeer specifieke plaats maar daar komen we later op terug.

Als we dus kijken naar wat God’s schriftelijke openbaring zegt en wat Zijn natuurlijke openbaring zegt dan zien we de volgende gelijkenis:

- Schriftelijke openbaring: God schiep in het absolute begin op bovennatuurlijke wijze het totale universum uit het niets.
- Natuurlijke openbaring: Het totale universum (alle materie/energie, ruimte en tijd) is ontstaan 13,7 miljard jaar geleden uit het niets (in het standaard model althans). Dit was het begin van de tijd. Deze gebeurtenis wordt de oerknal genoemd. Vanaf dat moment is er niks fysieks meer ontstaan maar veranderen de objecten slechts van vorm, configuratie en functie.


Genesis 1:2
Veha'arets hayetah tohu vavohu vechoshech al-peney tehom veruach Elohim merachefet al-peney hamayim.
And the earth was without form, and void; and darkness was upon the face of the deep. And the Spirit of God moved upon the face of the waters
De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren.

Wat we hier zien is een dramatische verandering van perspectief. Vers 2 gaat opeens over de aarde die dus in vers 1 niet specifiek genoemd werd. Hier zijn we het woord erets los gebruikt wordt. Hier hebben we het dus pas over de planeet zelf. De oude Hebreeën met het beeld in hun hoofd van een wereld omringd door een oneindige watermassa zullen vers 1 en 2 dus als het volgt gelezen hebben: in vers 1 schiep God de oneindige watermassa en in vers 2 gaat het perspectief naar de specifieke locatie in deze oneindigheid waar de wereld tot stand gaat komen, of beter gezegd al bezig is tot stand aan het komen aangezien de aarde zelf er al is in deze vers.

Hier is waar de kloof theorie komt kijken. Het ziet er namelijk heel erg sterk naar uit dat er een kloof bestaat tussen vers 1 en vers 2 om de volgende redenen:

- In vers 1 bestaat de aarde nog niet, in vers 2 bestaat de aarde wel al maar er staat niet beschreven waar de aarde vandaan komt
- Aangezien in vers 2 pas de situatie wordt beschreven waarin God licht en duisternis een naam geeft en zodoende de dag bevestigd, kan vers 1 niet onderdeel zijn van de eerste scheppingsdag.
- Vers 2 is locatie gebonden (het gebied van de aarde) en vers 1 heeft betrekking op de totale schepping.

“Het begin” en “dag 1” moeten dus los van elkaar gezien worden. Het feitelijke ontstaan van de aarde wordt niet beschreven en vind dus in feite plaats “tussen” vers 1 en 2. De Bijbel beschrijft de formatie van de aarde simpelweg niet.

De creationistische interpretatie van vers 1 en 2 is dat God in het begin een leeg universum schiep maar daarin de aarde. De aarde was toen nog woest, leeg en volledig bedekt met water. Dit is echter niet wat Genesis zegt. Als de aarde in vers in was geschapen op bovennatuurlijk wijze dan zou vers 1 anders moeten zijn geweest, namelijk “In het begin schiep God de hemel en schiep hij de aarde” of “in het begin schiep God de hemel en de aarde en schiep hij de aarde”. Dat komt misschien in het Nederlands wat vreemd over maar in het Hebreeuws zou je het zo moeten weergeven als God de aarde in vers 1 zou hebben gemaakt.

Maar de Bijbel gaat nog verder tegen deze interpretatie in. Volgens de creationistische interpretatie heeft God namelijk de aarde woest en leeg gemaakt, maar in Jesaja 45:18 lezen we dat dit juist NIET het geval is:

Jesaja 45:18
‘Want’, zo spreekt de HEER die de hemelen heeft geschapen (bara),
Hij, de ware God,
die de aarde heeft gevormd (yatsar) en gemaakt (asah),
en haar grondslagen heeft gelegd;
die haar niet als een leegte (tohuw) heeft geschapen (bara)
maar gevormd (yatsar) heeft tot een bewoonbare plaats:

‘Ik ben de HEER, en niemand anders.


De kloof theorie is dus de meest logische conclusie. Het ontstaan van de aarde wordt niet beschreven in de Bijbel en we springen meteen vanaf het begin tot aan de periode waarin de aarde al bestond in een woeste en lege vorm.
De staat waarin de aarde verkeerde wordt beschreven als een woestenij waar het donker is en water bedekt de hele aarde. De vraag is echter in welke vorm dit water was? Vloeibaar of waterdamp? Daar komen we zo op terug.

We zien hier dat de geest van God genoemd wordt. Dit ondersteund mijn inziens ook de klooftheorie aangezien we hier God’s focus gericht zien op de aarde. De Bijbel maakt namelijk duidelijk dat God allesomvattend is maar desondanks worden er ook wel eens specifieke locaties voor God aangeduid. Bijvoorbeeld dat de aanwezigheid van God de tempel vult of dat God in ons midden is of dat God afdaalt naar een stad. Dit wil echter niet zeggen dat God zich dan opeens op een specifieke ruimtelijke locatie bevindt maar dat God op een bepaalde manier actief is of Zijn focus als het ware ergens op richt. Jezus zei bijvoorbeeld dat als 2 of 3 mensen in Zijn naam bijeen zijn dat Hij in hun midden zal zijn. Dat houdt echter natuurlijk niet in dat Jezus fysiek tussen die mensen in komt te staan.

De vraag is nu alleen, wat zijn “de diepte (tehom)” en de “wateren (mayim)” die in deze vers genoemd worden? De oude Hebreeën interpreteerde “de diepte” als de oneindige oceaan onder de aarde waar de aarde als het ware op dreef (of ook nog door pilaren ondersteund werd). Dit is begrijpelijk vanuit hun wereldbeeld gezien dat beeld dan ook niet van hun specifiek afkomstig was, maar het algemene wereldbeeld was in dat gebied in die tijd. Andere scheppingsverhalen begonnen dan ook vaak met deze diepte waar de aarde uit te voorschijn kwam. Het probleem hiermee is echter dat de atmosfeer (of de hemelkoepel) er nog niet was om het water te scheiden dus als je met dit wereldbeeld in gedachte Genesis wil lezen dan zou je moeten concluderen dat er op dit moment nog geen enkele droge plek zou bestaan. Maar wat heeft “diepte” dan voor betekenis en hoe kan duisternis zich op het wateroppervlak bevinden als er helemaal geen oppervlakte is?

Wat waarschijnlijker is, is dat “de diepte” en “de wateren” niet synoniemen zijn voor het zelfde, maar over 2 verschillende dingen gaan. Het meest consistente beeld dat je uit Genesis kunt halen is dat er een lege en woeste aarde bestond met een laag water daar omheen in de lucht. Waarom in de lucht? Omdat de oppervlakte van deze kale aarde dan “de diepte” is dat verduisterd wordt door de laag water die zich daar hoog boven bevind (vandaar dat het aardoppervlak de diepte genoemd wordt aangezien zich dat ver onder de wateren bevindt). Het klopt wel dat wanneer het woord “tehom” wordt gebruikt in de Bijbel dat het meestal gaat over de diepte in verband met water, maar dat is niet altijd het geval. Tehom betekent gewoon letterlijk diepte en kan bijvoorbeeld ook met afgrond worden vertaald. Het is natuurlijk gewoon logisch dat diepte bijna altijd in verband wordt gebracht met de oceaan aangezien dat de enige plek is op aarde die daadwerkelijk een diepte genoemd kan worden, tenzij je op een berg staat. Bovendien gaat in verschillende situaties waarin "tehom" betrekking heeft op water, dan ook overduidelijk niet over een oneindige oeroceaan. Het woord "tehom" wordt namelijk ook gebruikt voor de diepte van de rode zee tijdens de exodus, waar God een wonder verricht door een baan door de zee heen droog te laten vallen zodat de Israëlieten over de bodem van de zee kunnen vluchten. We hebben hier dus niet met een oer-oceaan te maken maar gewoon een zee met een bodem. Daarnaast wordt het woord tehom ook gebruikte voor afgronden of dieptes in vergelijking met bergen.

Aangezien er 2 verschillende woorden gebruikt worden voor de wateren en de diepte, lijkt het me dus de meest logische conclusie dat het hier over 2 verschillende dingen gaat. Als de diepte en de wateren over het zelfde zouden gaan, dan is het enigzins vreemd dat er 2 verschillende woorden worden gebruikt. Niet onmogelijk natuurlijk, maar het idee dat "tehom" en "mayim" over 2 verschillende dingen gaan is in ieder geval absoluut geen vreemde of onterechte interpretatie. Deze interpretatie wordt namelijk ondersteund door wat er daarna gebeurd en specifiek wat er op dag 2 gebeurd. Maar daar kom ik uitgebreider op terug op dag 2.

Laten we eerst eens kijken hoe deze vers overeenkomt met wat we wetenschappelijk gezien weten over de staat van de aarde toen deze nog maar net ontstaan was. Volgens de wetenschap is de aarde ontstaan vlak nadat de zon uit een planetaire nevel was ontstaan, die op zijn beurt weer was ontstaan toen de ster, die voor de zon bestond, explodeerde. Dit zorgde voor een enorme schijf van elementen die rond de net nieuwe zon heen draaide. Door zwaartekracht klonterden deze elementen zich op verschillende plekken samen waar de planeten, inclusief de aarde, uit ontstonden. In feite is onze planeet ontstaan uit duizenden kleine “mini- planeetjes” die samengeklonterd zijn tot een grote planeet. Dat geldt overigens voor alle planeten behalve de gas-reuzen. De oerstaat van de aarde was dus een grote vormloze klomp steen zonder atmosfeer (tenminste niet wat we als een atmosfeer zouden herkennen) en met extreem veel vulkanische activiteit. Hier zie je een fragment uit een BBC documentaire over het ontstaan van de oceanen en de atmosfeer:



Door deze vulkanische activiteit ontstond er een enorme laag van allerlei gassen in de lucht wat er voor zorgde dat de complete aarde was bedekt met een dikke wolkenlaag. Een groot gedeelte van deze gassen was waterdamp dat volgens de meest recente theorieën was dit water ingesloten in het gesteente zelf, al zijn sommige wetenschappers van mening dat een gedeelte van het water op aarde zich niet in de aarde zelf bevond maar in deze oerstaat door kometen is aangevoerd (het gedeelte na dit fragment gaat dan ook over die theorie). We weten echter dat extreem vroeg in de geschiedenis van de aarde er water was zelfs toen de aarde nog extreem heet was. In de national geographic documentaire “Earth investigated: the birth of the oceans” wordt de vondst van een extreem oud zirkonenkristal besproken dat gevormd moet zijn in water toen de aarde pas 180 miljoen jaar oud was. Dat lijkt een heel lange tijd, maar als je bedenkt dat de aarde 4,55 miljard jaar oud is (4550 miljoen jaar dus) dan is dit echt in de “babytijd” van onze planeet.

Uit deze wolkenlaag zou later de atmosfeer zijn ontstaan. Aangezien de aarde langzaam maar zeker afkoelde viel deze wolkenlaag grotendeels naar beneden in de vorm van regen over een periode van tienduizenden jaren of misschien zelfs veel langer. Deze extreme regenval vormde de oceanen en werd het hele aardoppervlak gebombardeerd met grote massa's water. Gedurende dit proces vormde de uitdunnende wolkenlaag die zich in de lucht bevond zich in de lagen van de atmosfeer. Vanaf dat moment was er dus een atmosfeer en water in zowel de lucht als op het aardoppervlak.

Ik denk dat de eerste 2 dagen van Genesis in een notendop dit proces beschrijven. Laten we doorgaan naar de volgende verzen en kijken hoe die overeen komen met wat het wetenschappelijke beeld van de vroege aarde.


Genesis 1:3
Vayomer Elohim yehi-or vayehi-or.
And God said, Let there be light: and there was light.
Toen zei God: ‘Er moet licht zijn!’ En er was licht

Ook een goede vertaling van het Hebreeuws naar het Nederlands zou geweest zijn: “Toen zei God: er moet licht verschijnen! En er verscheen licht”. Hier zien we voor het eerst dat God iets zegt. Let echter wel op dat God niet iets doet of maakt, hij geeft alleen een bevel. God zegt dat er licht moet zijn en de verteller bevestigd vervolgens dat er licht gekomen is. Er staat NIET in de tekst dat God het licht geschapen heeft. Er is geen enkele indicatie van het maken van iets op welke wijze dan ook. Geen bara, geen asah, zelfs geen yatsar (formeren/vormen). Het enige wat God zegt is dat er licht moet verschijnen en dat gebeurt.

We moeten ons hier dus 2 dingen afvragen: WAAR moet dit licht verschijnen en waar komt het licht vandaan?

Aangezien de vorige vers beschreef dat er duisternis over de diepte lag, lijkt het me de meest logische conclusie dat het licht moet verschijnen over de diepte. De creationistische interpretatie van deze vers is dat God op bovennatuurlijke wijze het licht in het hele universum schiep zonder dat de zon en de andere sterren nog bestonden. God maakte dus 3 dagen voordat er sterren waren al het licht wat de sterren zouden gaan uitzenden. Dit vind ik een erg vreemde interpretatie die niet overkomt met wat er beschreven staat in dag 1 en wat er beschreven staat in dag 4. Creationisten geloven dat de zon, maan en sterren pas geschapen werden op de 4e dag. Mijn positie is echter dat deze hemellichamen al bestonden en slechts zichtbaar werden op de 4e dag en een functie toegewezen kregen. Maar daar komen we op de 4e dag nog uitgebreider op terug.

Het licht op dag 1 komt mijn inziens dus gewoon van dezelfde bron als waar het nu ook vandaa komt. Het licht in dag 1 is gewoon zonlicht, afkomstig van een zon die al bestaat, dat vervolgens nu op de aarde kan vallen. De aarde was er tenslotte al in vers 2, en zowel aan de hand van wat er over de hemellichamen beschreven staat in dag 4 (namelijk het feit dat de hemellichamen niet ontstonden maar slechts te voorschijn kwamen op dag 4 - daar komen we dus straks op terug) en aan de hand van wat we wetenschappelijk gezien weten over God’s natuurlijke openbaring, is dat deze hemellichamen al bestonden voor de situatie die beschreven staat vanaf vers 2.

Nu is alleen de vraag hoe het komt dat het zonlicht eerst niet op het aardoppervlak kon vallen? Ik denk dat je het antwoord al kunt halen uit het voorgaande fragment.
Wat er waarschijnlijk gebeurde is dat de wolkenlaag begon samen te trekken, doordat de aarde begon af te koelen, waardoor de wolkenlaag diffuus werd. Als het vandaag de dag namelijk volledig bewolkt is, dan kun je de zon niet zien, maar het niet zo dat het dan volledig donker is. Het licht kan tenslotte door de wolken heen schijnen. Dag 1 beschrijft mijn inziens dat de wolkenlaag langzaam maar zeker samentrok waardoor het diffuus werd en het licht er doorheen kon schijnen. Vanaf dat moment was er licht op het oppervlak van de aarde. De atmosfeer ging van zijn eerste fase (namelijk een extreem dikke wolkenlaag) naar zijn tweede fase (een uitgedunde wolkenlaag zonder ozon) en zodoende kon er licht verschijnen op het aardoppervlak. God zei dat er licht moest zijn en de verteller kon bevestigen dat het licht verschenen was.

Genesis 1:4-5
4 Vayar Elohim et-ha'or ki-tov vayavdel Elohim beyn ha'or uveyn hachoshech. 5 Vayikra Elohim la-or yom velachoshech kara laylah vayehi-erev vayehi-voker yom echad.
4 And God saw the light, that it was good: and God divided the light from the darkness. 5 And God called the light Day, and the darkness he called Night. And the evening and the morning were the first day.
4 En God zag dat het licht goed was. God scheidde het licht van de duisternis; 5 het licht noemde God dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Het werd avond en het werd ochtend; dat was de eerste dag.

Hier zien we het tot stand komen en de beeindiging van de eerste dag. Als je het mij vraagt zit er een hint in deze zin dat de dagen tot een symbolische indeling dienen aangezien licht en duisternis niet fysiek te scheiden zijn. Duisternis is namelijk geen positieve realiteit. Er is geen substantie die “duisternis” heet. Duisternis is simpelweg de afwezigheid van licht. Als er geen licht is dan heb je noodzakelijk duisternis. Wat dat betreft is het in de ruimte altijd “nacht”. Dag en nacht zijn relatieve begrippen. Het is op het moment dat ik dit schrijf hier dag maar aan de andere kant van de wereld is het nacht. Als de planeet niet om zijn as zou draaien dan zou het aan de ene kant van de aarde altijd dag zijn en aan de andere kant altijd nacht. Wat ook zeer opvallend is, is het feit dat de Israelieten de dagen helemaal niet vanaf zonsopgang rekenden maar juist vanaf zonsondergang. Een dag (24 uur) was voor hun dus van avond tot avond. Dus waarom staat er dan "het werd avond en het werd ochtend"? Dit is echter wel logisch als de dagen inderdaad slechts een indeling zijn. De reden daarvoor is namelijk omdat de ochtend dan een nieuwe periode inleidt. Zoals we zagen in psalm 90:5-6 kan de ochtend ook symbolisch verwijzen naar de lente. Voor ons begint het nieuwe jaar in de winter, maar voor de Israëlieten begon het nieuwe jaar juist in de lente. De lente was het nieuwe begin. Als ook de dagen in Genesis voor een symbolische indeling staan, dan zou je verwachten dat het begin van deze "dagen" de ochtend zou zijn. Echter, als de dagen voor letterlijke dagen van 24 uur zouden staan, dan zou je verwachten dat de nieuwe dag in de avond zou beginnen.


Genesis 1:6-8
6 Vayomer Elohim yehi rakia betoch hamayim vyhi mavdil beyn mayim lamayim. 7 Vaya'as Elohim et-harakia vayavdel beyn hamayim asher mitachat larakia uveyn hamayim asher me'al larakia vayehi-chen. 8 Vayikra Elohim la-rakia shamayim vayehi-erev vayehi-voker yom sheni.
6 And God said, Let there be a firmament in the midst of the waters, and let it divide the waters from the waters.7 And God made the firmament, and divided the waters which were under the firmament from the waters which were above the firmament: and it was so. 8 And God called the firmament Heaven. And the evening and the morning were the second day.
6 En God zei: ‘Er moet een uitspansel zijn tussen de wateren, een afscheiding tussen het ene water en het andere.’ 7 En God maakte het uitspansel; Hij scheidde het water onder het uitspansel van het water erboven. Zo gebeurde het. 8 Het uitspansel noemde God hemel. Het werd avond en het werd ochtend; dat was de tweede dag.

Het is denk ik niet moeilijk om te zien hoe de oude Hebreeën deze verzen in verband zouden hebben gebracht met hun wereldbeeld van een aarde met de hemelkoepel daar om heen in het midden van een oneindige watermassa. Er staat namelijk “een uitspansel tussen de wateren, een
afscheiding tussen het ene water en het andere”. Volgens dit oude wereldbeeld zorgde de hemelkoepel er namelijk voor dat er een droge plek ontstond in deze oneindige watermassa. Er zou namelijk oneindig veel water boven, onder en naast de aarde bestaan volgens dit wereldbeeld. Maar zoals we al hebben kunnen concluderen in dag 1 is dat wat Genesis zegt niet
bepaald overeen komt met dit wereldbeeld aangezien we al te maken hadden met een oppervlakte in dag 1. Er moet dan dus al een droge plek zijn geweest, helemaal als je bedenkt dat we zowel te maken hadden met het oppervlakte van “de wateren” en het oppervlakte van “de
diepte”.

Dus wat gebeurt er nu eigenlijk dan wel precies in deze verzen? In vers 6 spreekt God en in vers 7 en 8 zien we de verteller bevestigen dat er gebeurd is wat God zei in vers 6. God zegt dat de wateren van elkaar moeten gescheiden worden tot water dat zich boven bevindt en water dat zich onder bevindt. Ik suggereerde dat het water waar hier over gesproken wordt zich in de lucht bevond in de vorm van een dicht wolkendek en dat de diepte daaronder droog aardoppervlak was. Er vond op dag 1 een verandering plaats in deze wolkenlaag waardoor licht er doorheen kon vallen. Wat ik denk dat er gebeurt op dag 2 is dat dit wolkendek uiteen gespleten wordt. Het wolkendek valt uiteen in regen wat het water beneden vormt en de rest van het wolkendek vormt de hemelkoepel (de atmosfeer dus). Dit idee wordt, zoals je in het videofragment kon zien, ondersteund door wat we vanuit de wetenschap kunnen ontdekken over God’s natuurlijke openbaring. Deze atmosfeer was toen echter nog niet zoals de atmosfeer nu is en bevond zich nog steeds in een diffuse staat. De hemellichamen zijn hier nog niet zichtbaar aangezien er een belangrijk element nog amper aanwezig is in de atmosfeer, namelijk zuurstof. De grote hoeveelheid zuurstof die er op aarde is, is namelijk pas voortgebracht nadat er planten waren ontstaan die koolstofdioxode omzetten in zuurstof. Maar daar komen we op terug in dag 3 en dag 4.

Wat betreft de creationistische interpretatie van deze vers, zullen we nu moeten kijken naar HOE de atmosfeer is ontstaan op dag 2. Creationisten geloven dat God op bovennatuurlijke wijze de atmosfeer gemaakt heeft. De tekst zelf geeft dit echter helemaal niet aan. Het Hebreeuwse woord voor “maken” is zoals we hadden besproken ”asah” en dat wordt hier in vervoegde vorm
gebruikt (vaya’as). Zoals we al eerder hebben besproken slaat het woord “asah” niet op een bovennatuurlijke daad die uniek is voor God. “Asah” betekent formatie, niet creatie. Er is dus geen enkele indicatie dat God de atmosfeer direct en op bovennatuurlijke wijze heeft geschapen. Wat er op dag 2 wordt beschreven komt dus prima overeen met een natuurlijk proces dat God heeft opgesteld (denk maar eens aan de precieze afstelling van de natuurwetten in hoofdstuk 2.4). Wat zowel creationisten als Atheïsten namelijk de neiging hebben om te denken, is dat wanneer iets een natuurlijk proces is, dat God dan hier niks mee te maken heeft. Maar dat is natuurlijk onzin als God de natuurlijke wereld heeft gemaakt inclusief de wetten die bepalen hoe de natuurlijke wereld functioneert.

God kan dus ook dingen veroorzaken en maken zonder dit direct op bovennatuurlijke wijze te hoeven doen. Stel er staat een fles 10 meter van mij vandaan en ik schop een bal tegen die fles aan zodat de fles omvalt. Wat heeft er dan voor gezorgd dat die fles omviel? Je zou meteen zeggen dat ik dat heb gedaan maar technisch gezien was het de bal. Het is echter volledig terecht
om te zeggen dat ik de fles heb doen laten omvallen aangezien ik de intentie had om de fles te doen laten omvallen en de bal hiervoor gebruikt heb. Ik kan de fles zelf fysiek omver duwen (direct) of ik kan het via iets anders zoals een bal doen (indirect). In beide gevallen ben ik het echter die de fles laat omvallen. Aangezien het woord “bara” hier niet gebruikt wordt en
aangezien de atmosfeer niet uit het niets kwam, lijkt het mij de meest logische conclusie dat de atmosfeer indirect gemaakt is door God via een natuurlijk proces. Er is geen enkele reden
waarom de tekst dit niet toelaat.

Genesis 1:9-10
9 Vayomer Elohim yikavu hamayim mitachat hashamayim el-makom echad vetera'eh hayabashah vayehi chen. 10 Vayikra Elohim layabashah erets ulemikveh hamayim kara yamim vayar Elohim ki-tov
9 And God said, Let the waters under the heaven be gathered together unto one place, and let the dry land appear: and it was so. 10 And God called the dry land Earth; and the gathering together of the waters called he Seas: and God saw that it was good.
9 En God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats samenvloeien, zodat het droge zichtbaar wordt.’ Zo gebeurde het. 10 Het droge noemde God land, en het samengevloeide water noemde Hij zee. En God zag dat het goed was.

We hebben dus tot zover de atmosfeer en het water onder de atmosfeer. Op dag 3 gaat het over het land. Zoals je weet zoekt water altijd het laagste punt op dus als het aardoppervlak volledig egaal zou zijn geweest dan zou het water het hele aardoppervlak bedekken. De reden echter dat er droog land is, is doordat het aardoppervlak bestaat uit bergen en dalen. Het aardoppervlak heeft allerlei hoogteverschillen waarbij alleen de laagste gedeeltes bedekt zijn met water. Maar waar komen deze hoogteverschillen vandaan?

Hier zijn 2 afbeeldingen van een dwarsdoorsnede van de aarde:






Zoals je ziet is het aardoppervlak (de aardkorst) maar een dunne laag die drijft op zeer heet vloeibaar gesteente (magma). Dit betekent dat de korst nooit stil ligt maar continue enigzins beweegt. Hierdoor kan de aardkorst dan ook niet uit 1 geheel bestaan maar is gebroken in verschillende aardplaten. Deze aardplaten bewegen dus individueel van elkaar en komen dus met elkaar in botsing. Waar de platen botsen schuiven ze overelkaar, duwen elkaar omhoog en verwringen zodat er bergen en dalen ontstaan. De plaatsen waar de platen uitelkaar bewegen worden opgevuld door het magma wat zich daar een weg naar boven kan banen. Dit is hoe de continenten gevormd zijn en bewegen.

Hier is nog filmfragment van een national geographic documentaire waarin dit wordt uitgelegd. In dit fragment wordt ook kort het ontstaan van de aarde zelf en het ontstaan van de atmosfeer benoemd. Helemaal interessant is dat het ook vermeld dat de vroege atmosfeer diffuus was:

http://www.youtube.com/watch?v=lsZq1pNufNg



Wat we echter ook uit deze verzen kunnen halen is dat er nogal sterk gesuggereerd wordt dat het land zich op 1 plek bevond en het water op een andere plek. Dat komt dus over alsof er 1 groot supercontinent bestond in plaats van de 6 landmassa’s die we vandaag de dag hebben, niet waar? Wat zegt de wetenschap hierover?

Volgens de wetenschap (en je kon dit ook in het filmfragment zien) zijn er in de geschiedenis van de aarde verscheidene supercontinenten geweest. Er zijn er 4 bekend: Vaalbara, Ur, Rodinië en Pangea. Er moeten nog eerder supercontinenten geweest zijn dan Vaalbara maar de afmetingen en posities daarvan zijn niet bekend. De wetenschap is nog maar in staat om de beweging van de aardplaten terug te rekenen tot ongeveer 2,6 miljard jaar geleden. Door het proces dat ik hier boven uitgelegd heb (dit wordt platentektoniek genoemd) is dit supercontinent uitelkaar gedreven in kleinere continenten en uiteindelijk komen ze weer bij elkaar om opnieuw een supercontinent te vormen, en zo herhaalt dit proces zich.

Genesis 1:11-13
11 Vayomer Elohim tadshe ha'arets deshe esev mazria zera ets pri oseh peri lemino asher zar'o-vo al-ha'arets vayehi-chen. 12 Vatotse ha'arets deshe esev mazria zera leminehu ve'ets oseh pri asher zar'o-vo leminehu vayar Elohim ki-tov. 13 Vayehi-erev vayehi-voker yom shlishi.
11 And God said, Let the earth bring forth grass, the herb yielding seed, and the fruit tree yielding fruit after his kind, whose seed is in itself, upon the earth: and it was so. 12 And the earth brought forth grass, and herb yielding seed after his kind, and the tree yielding fruit, whose seed was in itself, after his kind: and God saw that it was good. 13 And the evening and the morning were the third day.
11 En God zei: ‘Het land moet zich tooien met jong groen gras, zaadvormend gewas en vruchtbomen die ieder naar zijn soort hun vruchten dragen, met zaad erin.’ Zo gebeurde het. 12 En uit het land schoot jong groen op, gras, zaadvormend gewas, in allerlei soorten, en bomen die ieder naar zijn soort hun vruchten droegen, met zaad erin. En God zag dat het goed was. 13 Het werd avond en het werd ochtend; dat was de derde dag.

Hier staat het Nederlands niet helemaal goed vertaald als je het mij vraagt. In plaats van “het land moet zich tooien” zou een betere vertaling geweest zijn “laat het land voortbrengen”. We zien dat de Engelse versie dit wel heeft. Het is echter niet een heel erg essentieel verschil aangezien het Nederlands wel dezelfde implicatie heeft. Deze verzen zijn mijn inziens heel problematisch voor creationisten en zijn precies wat je zou verwachten vanuit een Theïstische evolutie positie. Wie brengt namelijk het plantenleven voort in deze verzen? Niet God zelf. God zegt alleen dat het moet gebeuren. Het is de AARDE zelf die het plantenleven voortbrengt. De aarde kan niks bovennatuurlijks doen en er staat ook geen enkele indicatie van een iets bovennatuurlijk in deze verzen. Het is de aarde zelf die het plantenleven voortbrengt wat dus mijn inziens heel erg sterk er op duidt dat het plantenleven het resultaat is van een natuurlijk proces. Als je als creationist gelooft dat God de planten op bovennatuurlijke wijze geschapen heeft in 24 uur dan volg je dus niet wat de tekst precies zegt. De tekst komt echter prima overeen met de Theïstische evolutie positie.

Hoe zit het met de wetenschap? Wat is het eerste leven dat ontstaan is? De eerste periode van het leven waren slechts eencellige wezens die enigszins vergelijkbaar moeten zijn geweest met de bacteriën van nu. De eerste meercellige wezens was echter het eerste plantenleven dat de mogelijkheid had tot fotosynthese. Dit was de eerste grote splitsing die plaats vond in de evolutie van de levensvormen. De ene groep werd de eerste planten de andere groep zou zich echter later ontwikkelen tot de eerste zeedieren.

Wat ik echter niet wil beweren is dat we het hele evolutie proces uit Genesis kunnen halen. Dat zou ook niet echt logisch zijn aangezien de verteller slechts heel algemeen spreekt over wat voor soort planten er voortgebracht zijn. Hij maakt bijvoorbeeld geen onderscheidt tussen waterplanten en landplanten, naaldbomen en loofbomen, sporenplanten en andere begroeiing dat niet te plaatsen valt onder grassen, zaadplanten en vruchtbomen. Hoe we het mijn inziens moeten zien is dat op de 3e scheppingsdag de aarde het plantenleven begon voort te brengen en al het plantenleven dat we vandaag kunnen zien is het resultaat daarvan. De aarde is tenslotte ook vandaag de dag nog bezig met het voortbrengen van planten. Dat de aarde planten moet voortbrengen is tenslotte geen eenmalige gebeurtenis maar is een continue proces.

Zoals ik al eerder aangaf zorgde het primitieve plantenleven ervoor dat er veel zuurstof in de atmosfeer kwam. Hierdoor kan uiteindelijk dan ook de ozonlaag ontstaan (een ozon molecuul bestaat uit 3 zuurstof atomen). Het eerste plantenleven leefde dus nog niet in direct zonlicht. De atmosfeer was rond deze tijd nog steeds niet transparant. En dat is maar goed ook want zonder ozonlaag zou het plantenleven nog niet hebben kunnen overleven door de schadelijke straling die de ozonlaag moeten tegenhouden. Door het zuurstof dat dit primitieve plantenleven voortbracht veranderde de compositie van de atmosfeer dus en kwam het in de staat waarin het van difuus naar transparant ging.

En wat zegt de Bijbel over wat er met de atmosfeer gebeurde? Laten we naar de volgende verzen kijken.

Genesis 1:14-15
14 Vayomer Elohim yehi meorot birekia hashamayim lehavdil beyn hayom uveyn halaylah vehayu leotot ulemoadim uleyamim veshanim. 15 Vehayu li-meorot birekia hashamayim leha'ir al-ha'arets vayehi-chen.
14And God said, Let there be lights in the firmament of the heaven to divide the day from the night; and let them be for signs, and for seasons, and for days, and years: 15 And let them be for lights in the firmament of the heaven to give light upon the earth: and it was so
14 En God zei: ‘Er moeten lichten zijn aan het hemelgewelf, die de dag van de nacht zullen scheiden; zij moeten als tekens dienen, voor zowel de feesten als voor de dagen en de jaren, 15 en als lampen aan het hemelgewelf om de aarde te verlichten.’ Zo gebeurde het.

De zin “er moeten lichten zijn” is het zelfde als “er moet licht zijn” alleen dan dus in meervoud. Dat “er moeten zijn” zou eigenlijk beter vertaald kunnen worden naar “er moeten verschijnen”, maar ook dit heeft in feite de zelfde implicatie. In de NBV vertaling wordt het dan ook vertaald naar “er moeten lichten komen” in plaats van “er moeten lichten zijn”.

Er staat ook een sterke hint in deze verzen dat het om specifieke hemellichamen gaat die slechts te voorschijn komen, aangezien er staat dat een van hun functies is om als lampen de aarde te verlichten. De meeste sterren verlichten namelijk helemaal niet de aarde specifiek aangezien er maar een paar duizens sterren zichtbaar zijn vanaf het aardoppervlak met het blote oog. Een miniscule fractie van de sterren kan slechts dienen als lampen om de aarde te verlichten. Creationisten geloven echter dat in deze verzen de schepping van alle hemellichamen benoemt worden.

Het is echter niet zo dat de Bijbel doet alsof de zichtbare sterren al de sterren zijn die er zijn. We lezen namelijk in hoofdstuk 22 van Genesis dat God tegen Abraham zegt dat de sterren niet te tellen zijn en vergelijkt het met de zandkorrels op de stranden. Een handje zand bevat echter al meer zandkorrels dan dat er zichtbare sterren aan de hemel zijn.

De hoeveelheid en plaats van de sterren was dan ook een probleem voor het oude wereldbeeld van een platte aarde met een kristallen koepel er overheen, omringd door een oneindige watermassa aan alle kanten. De enige vorm van lichtbron dat de mensen toen kenden was tenslotte vuur. Dus er werd gedacht dat de sterren en de zon dan wel vuurbollen moesten zijn. Maar waar bevinden die zich dan? Waarom werden de sterren niet gedoofd in het water? Maar als ze zich binnen de hemelkoepel bevonden (wat de meeste volkeren dachten) dan konden er nooit zoveel sterren zijn als de zandkorrels op de kusten. Bovendien, waar blijven ze dan als het ochtend wordt? Ik behandel dit verder nog in het sub-hoofdstuk over wetenschap en de Bijbel.

God zegt dus dat de lichten te voorschijn moeten komen. Deze lichten zijn dus de bronnen die het licht voortbrengen wat al verschenen was op de eerste dag. Nu worden echter deze bronnen zelf zichtbaar. Als de atmosfeer tot nu toe slechts diffuus was maar nog niet transparant, dan betekent dat, dat er een verandering in de atmosfeer moeten hebben plaats gevonden. Dit komt mijn inziens precies overeen met wat er op dag 3 gebeurde, namelijk het ontstaan van het plantenleven. De eerste planten zorgde voor de grote hoeveelheid zuurstof in de atmosfeer, wat zorgde voor een nieuwe compositie van de atmosfeer en de vorming van de ozonlaag waardoor er ook daadwerkelijk levensvormen konden overleven in direct zonlicht.

Maar waarom worden de hemellichamen specifiek genoemd op dag 4 als ze niet geschapen werden? Nou, precies zoals het er staat, om een bepaalde functie te kunnen dienen: 14 En God zei: ‘Er moeten lichten zijn aan het hemelgewelf, die de dag van de nacht zullen scheiden; zij moeten als tekens dienen, voor zowel de feesten als voor de dagen en de jaren, 15 en als lampen aan het hemelgewelf om de aarde te verlichten.’ Zo gebeurde het.

Als de atmosfeer niet transparant is, kunnen de hemellichamen dan dienen als tekens? Nee, want ze zijn niet zichtbaar. Pas als ze zichtbaar zijn kunnen ze deze functie vervullen en dat is wat er gebeurd op dag 4; God maakt de hemellichamen tot tekens en als lampen om de aarde te verlichten. Laten we kijken naar wat de volgende verzen precies zeggen

Genesis 1:16-19
16 Vaya'as Elohim et-sheney hameorot hagdolim et-hamaor hagadol le-memshelet hayom ve'et hamaor hakaton le-memshelet halaylah ve'et hakochavim. 17 Vayiten otam Elohim birekia hashamayim leha'ir al-ha'arets. 18 Velimshol bayom uvalaylah ulehavdil beyn ha'or uveyn hachoshech vayar Elohim ki-tov. 19 Vayehi-erev vayehi-voker yom revi'i.
16 And God made two great lights; the greater light to rule the day, and the lesser light to rule the night: he made the stars also. 17 And God set them in the firmament of the heaven to give light upon the earth,18 and to rule over the day and over the night, and to divide the light from the darkness: and God saw that it was good. 19 And the evening and the morning were the fourth day.
16 God maakte de twee grote lampen, de grootste om over de dag te heersen, de kleinste om te heersen over de nacht, en Hij maakte ook de sterren. 17 God gaf ze een plaats aan het hemelgewelf om de aarde te verlichten, 18 om te heersen over de dag en over de nacht, en om het licht van de duisternis te scheiden. En God zag dat het goed was. 19 Het werd avond en het werd ochtend; dat was de vierde dag.

Creationisten zullen zeggen dat hier staat dat de hemellichamen geschapen werden op bovennatuurlijke wijze door God. Als dat zo zou zijn dan zou het woord bara gebruikt zijn en dat is hier niet het geval. We zien hier dat het woord asah gebruikt wordt, al valt dat niet in de eerste instantie op aangezien het vervoegd is: “Vaya'as Elohim (en God maakte)”. Het woord “asah” wordt dus gebruikt met betrekking tot de hemellichamen. En zoals ik al eerder heb verteld heeft het woord “asah” betrekking op iets dat al bestaat een nieuwe vorm of een nieuwe functie te geven. Dus in welke zin maakte God de hemellichamen? Precies wat we in de vorige verzen lazen; Hij maakte ze tot tekens aan het hemelgewelf, om dag van nacht te scheiden en om te dienen als lampen voor de aarde. Er is echter geen indicatie in deze verzen dat de hemellichamen hier pas ontstonden en er zijn juist veel indicaties door heel het scheppingsverhaal heen dat dit juist NIET het geval was, zoals ik al eerder aangegeven heb.

Kortom, dit is de volgorde van gebeurtenissen die mijn inziens ondersteund wordt door zowel het scheppingsverhaal al doorwat we wetenschappelijk hebben ontdekt over God’s natuurlijke openbaring:

- De hemellichamen bestonden al voor Genesis 1:2
- Op dag 1 viel er licht door de atmosfeer die van ondoordringbaar voor licht, naar difuus ging.
- Op dag 3 ontstond het eerste plantenleven (dat in staat was tot fotosynthese). Deze planten produceerde zuurstof wat zorgde voor weer een verandering in de compositie van de atmosfeer.
- Op dag 4 werd de atmosfeer transparant en werden de hemellichamen zelf zichtbaar. Vanaf dat moment konden deze lichten een functie dienen als tekens aan de hemel om dag van nacht te scheiden, e.d.
- Dit alles was hoogstwaarschijnlijk allemaal resultaat van indirecte schepping van God waar niks bovennatuurlijks aan te pas kwam.


Genesis 1:20
20 Vayomer Elohim yishretsu hamayim sherets nefesh chayah ve'of yeofef al-ha'arets al-peney rekia hashamayim.
20 And God said, Let the waters bring forth abundantly the moving creature that hath life, and fowl that may fly above the earth in the open firmament of heaven.
20 En God zei: ‘Het water moet wemelen van dieren en boven het land moeten de vogels vliegen langs het hemelgewelf.’

Om terug te komen op de framwork interpretatie; we zagen net dat dag 4 correnspondeert met dag 1. Hier zien we dat dag 5 correnspondeert met dag 2. Op dag 4 kwamen de “bewoners” van de plaats van het licht te voorschijn. Op dag 5 komen de bewoners van de lucht en het water te voorschijn. De nederlandse vertaling is hier echter wat onduidelijk aangezien het 2 dingen niet weergeeft, namelijk dat de water de dieren voortbrengt (in plaats van “laat de wateren wemelen” zou het beter vertaald kunnen worden als “laat de wateren voortbrengen”. In de Engelse versie zien we dit wel.) en dat de dieren specifiek de LEVENDE dieren worden genoemd (het woord “nefesh” in het Hebreeuws). Dit slaat op een specifiek aspect dat deze dieren hebben dat er nog niet was; iets wat we dus niet kunnen vinden in het plantenleven. Het plantenleven is niet “nefesh” maar de dieren die hier genoemd worden zijn dat wel. De Engelse King James vertaling die ik hier gebruik vertaald het naar “moving” in plaats van “living”, dat is niet helemaal correct dus maar we hebben hier wel te maken met oud Engels uit het jaar 1611.

Wat is echter precies het verschil tussen planten en dieren? Biologisch gezien zijn het beide levensvormen die groeien, voeden en voortplanten. Beide hebben ook dezelfde oorsprong in een heel vroeg stadium toen de levensvormen slechts bestonden uit enkele cellen. Zowel dieren als planten bestaan dan ook uit dezelfde materialen (en dat is ook nodig anders zouden dieren en wijzelf geen planten kunnen eten). Het grote verschil echter tussen dieren en planten is dat dieren een bewustzijn hebben en planten niet. De meest primitieve zeedieren hadden dit echter ook nog niet aangezien deze dieren nog geen hersenen hadden maar een extreem primitief zenuwstelsel. Pas tegen het einde van het pre-cambrische tijdperk ontstonden er zeedieren met complexe zenuwstelsels die de eerste hersenen genoemd konden worden. Ik vermoed dat dit de periode was waarin de eerste “nefesh” zeedieren ontstonden.

We hadden echter al besproken in Hoofdstuk 2.5 dat bewustzijn geen natuurlijke entiteit is maar transcendent is. Slechts de vorming van complexere zenuwstelsels is dus niet voldoende om “nefesh” dieren te verkrijgen. Hier moet iets bovennatuurlijks aan te pas komen, namelijk een directe scheppingsdaad van God.

Let echter wel dat de dieren zelf door het water zijn voortgebracht volgens deze vers. De lichamen van de dieren zijn dus niet bovennatuurlijk ontstaan maar door een natuurlijke proces in het water. Mijn inziens komt dit overeen met de evolutie van de zeedieren uit de scheiding tussen plant en dier in de eerste stadia van het leven; al kun je dat natuurlijk niet specifiek uit deze vers halen. God zelf zal echter verantwoordelijk geweest moeten zijn voor het “nefesh” aspect van deze dieren, namelijk de bovennatuurlijke schepping van de dierengeest (het dierlijk bewustzijn – ik gebruik hier bewust het woord ziel niet aangezien we onderscheid moeten maken tussen mens en dier, daarom gebruik ik het woord ziel voor de mens en dierengeest of nefesh voor de dieren):

Genesis 1:21-23
21 Vayivra Elohim et-hataninim hagedolim ve'et kol nefesh hachayah haromeset asher shartsu hamayim le-minehem ve'et kol-of kanaf leminehu vayar Elohim ki-tov. 22 Vayevarech otam Elohim lemor peru urevu umil'u et-hamayim bayamim veha'of yirev ba'arets. 23 Vayehi-erev vayehi-voker yom chamishi.
21 And God created great whales, and every living creature that moveth, which the waters brought forth abundantly, after their kind, and every winged fowl after his kind: and God saw that it was good. 22 And God blessed them, saying, Be fruitful, and multiply, and fill the waters in the seas, and let fowl multiply in the earth. 23 And the evening and the morning were the fifth day.
21 Toen schiep God de grote zeemonsters en al de krioelende dieren, waar het water van wemelt, soort na soort, en al de gevleugelde dieren, soort na soort. En God zag dat het goed was. 22 God zegende ze en Hij sprak: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk; bevolk het water van de zee, en laat de vogels talrijk worden op het land.’ 23 Het werd avond en het werd ochtend; dat was de vijfde dag.

Hier zien we sinds vers 1 voor het eerst weer het woord bara terug komen (in de vervoeging “vayivra”). We zien echter ook een vervoeging van het woord asah staan maar dit heeft echter betrekking op wat het water heeft gedaan. Wat er in feite letterlijk staat is dit: “God schiep de grote zeedieren en alle krioelende levende (nefesh) dieren die door het water waren gemaakt”
God deed dus iets bovennatuurlijks met dieren die door het water waren voortgebracht op een niet-bovennatuurlijke wijze. Dit komt overeen met de Theïstische evolutie positie waarin wordt gesteld dat de fysieke levensvormen door evolutie (een natuurlijk proces) zijn gevormd en dat God op bovennatuurlijke wijze de nefesh/geest/bewustzijn heeft geschapen. Deze verzen zijn echter wat mij betreft in conflict met de creationistische positie waarin wordt gesteld dat de zeedieren volledig op bovennatuurlijke wijze zijn geschapen, want dan zou je niet het onderscheidt verwachten tussen het scheppen (bara) door God en het maken (asah) door het water.

Genesis 1:24-25
24 Vayomer Elohim totse ha'arets nefesh chayah leminah behemah varemes vechayeto-erets leminah vayehi-chen. 25 Vaya'as Elohim et chayat ha'arets leminah ve'et habehemah leminah ve'et kol-remes ha'adamah leminehu vayar Elohim ki-tov.
24 And God said, Let the earth bring forth the living creature after his kind, cattle, and creeping thing, and beast of the earth after his kind: and it was so. 25 And God made the beast of the earth after his kind, and cattle after their kind, and every thing that creepeth upon the earth after his kind: and God saw that it was good.
24 En God zei: ‘Het land moet levende wezens voortbrengen van allerlei soort: tamme dieren, kruipende dieren en wilde beesten van allerlei soort.’ Zo gebeurde het. 25 God maakte de wilde beesten op het land, soort na soort, de tamme dieren, soort na soort, en alles wat over de grond kruipt, soort na soort. En God zag dat het goed was.

We zien hier meteen weer 2 opvallende dingen. Op de eerste plaats, WAT brengt de dieren voort hier op God’s bevel? Juist, de aarde. En op de tweede plaats zien we hier niet opnieuw het woord bara gebruikt. Hier gaat het terug naar een vervoeging van asah. Dit houdt in dat God iets bovennatuurlijks deed bij de dieren op dag 5 wat Hij vervolgens niet herhaalde bij de dieren van dag 6. Als bara op dag 5 slaat op het “nefesh” aspect van de dieren, wat mijn inziens de tekst duidelijk impliceert, en de dieren op dag 6 zijn ook nefesh dieren, dan zullen we moeten concluderen dat, aangezien God hier niet op bovennatuurlijke wijze lijkt in te grijpen, de dieren op dag 6 hun nefesh aspect ergens anders vandaan hebben. Al kun je afstamming onder de dieren (evolutie) niet uit de tekst zelf halen, desondanks zitten er dus wel indicaties in de tekst die wel erg toevallig overeen lijken te komen met het feit dat dieren geëvolueerd zijn. Dit is volgens mij zo’n indicatie en we gaan in de volgende verzen nog zo’n indicatie zien.

Als God namelijk de eerste dieren die ontstonden tot “nefesh” schiep maar dit niet deed voor de dieren op dag 6 die desondanks wel nefesh dieren zijn, dan zou het een logische conclusie zijn dat de dieren op dag 6 hun “nefesh” hebben gekregen vanuit de dieren op dag 5. Ieder dier dat geboren wordt verkrijgt tenslotte hun variant van de ziel net zo als bij ons zelf. Mensen kunnen geen zielloze kinderen verkrijgen, dat zou tenslotte absurd zijn. Het is natuurlijk niet zo dat er een ziel in ons genetisch materiaal zit (de ouders zelf maken tenslotte de ziel niet) maar iedereen geboren uit ouders met een ziel zullen zelf ook een ziel verkrijgen. Als de landdieren geëvolueerd zijn uit de waterdieren, dan zou dat verklaren waarom er op dag 5 specifiek een bovennatuurlijke daad van God staat beschreven betreffend het nefesh aspect van de dieren terwijl we dit niet terug zien op dag 6.

Zoals ik al zei valt evolutie zelf niet uit de tekst te halen maar het komt weldgelijk overeen met datgene dat we wel uit de tekst kunnen halen.

Overigens, de “tamme dieren” heeft niks met tamheid ten opzichte van wildheid te maken. “Tamme dieren” betekent gewoon de veedieren waar de Israëlieten bekend mee waren (runderen, schapen e.d.). De NBV vertaling vertaald dit dan ook naar “vee” in plaats van “tamme dieren”. De Engelse versie vertaald het ook naar “cattle”, het Engelse woord voor “vee”.

Genesis 1:26-27
26 Vayomer Elohim na'aseh adam betsalmenu kidemutenu veyirdu bidegat hayam uve'of hashamayim uvabehemah uvechol-ha'arets uvechol-haremes haromes al-ha'arets. 27 Vayivra Elohim et-ha'adam betsalmo betselem Elohim bara oto zachar unekevah bara otam.
26 And God said, Let us make man in our image, after our likeness: and let them have dominion over the fish of the sea, and over the fowl of the air, and over the cattle, and over all the earth, and over every creeping thing that creepeth upon the earth. 27 So God created man in his own image, in the image of God created he him; male and female created he them.
26 En God zei: ‘Nu gaan Wij de mens maken, als beeld van Ons, op Ons gelijkend; hij zal heersen over de vissen van de zee, over de vogels van de lucht, over de tamme dieren, over alle wilde beesten en over al het gedierte dat over de grond kruipt.’ 27 En God schiep de mens als zijn beeld; als het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.

Op de eerste plaats zien we hier de drie-eenheid in actie (God spreekt over zichzelf in de wij-vorm) zoals we besproken hebben in hoofdstuk 3. De vraag die we ons moeten stellen is: wat betekent het om in het evenbeeld van God te zijn? Het kan niet op ons lichaam slaan aangezien God geen lichaam heeft. Het kan ook niet op “nefesh” slaan want dat hebben de dieren ook. Het moet dus op iets unieks slaan dat mensen wel hebben. Dit kan alleen maar slaan op de menselijke ziel. Dat is het evenbeeld van God. Het bewust en op intelligent wijze kunnen ervaren van de omgeving; intellect in plaats van instinct; moreel besef; specifieke intelligentie; etc. In die aspecten zien we afspiegelingen van God. Dit is echter geen unieke Theistische evolutie interpretatie. Vrijwel alle creationisten zijn het hiermee eens.

Maar hoe zit het met het woordgebruik? Let goed op wat er precies staat. Eerst zien we dat God zegt “nu gaan we de mens maken” (Vayomer Elohim na’aseh adam) hier staat het woord asah en niet bara. Asah betekent zoals je inmiddels weet iets dat al bestaat een nieuwe vorm of functie geven en niet iets op bovennatuurlijke wijze scheppen. Dus God zegt laten we iets nemen dat al bestaat en het hervormen of een nieuwe functie geven. Er wordt hier dus iets wat al bestaat tot iets nieuws gemaakt. Dat is heel essentieel. Wat wordt die nieuwe vorm/functie? Antwoord: een wezen in het evenbeeld van God. En HOE wordt dit al bestaande wezen tot een wezen in het evenbeeld van God gemaakt? Antwoord: zoals we lezen in vers 25, God schiep (bara) de mens als zijn beeld.
Als we de tekst dus zo letterlijk mogelijk nemen dan moeten we concluderen dat God een al bestaand wezen nam en hier iets bovennatuurlijks aan schiep zodat dit wezen vervolgens in het evenbeeld van God was.

Maar wat was dit al bestaande wezen dan? Dat kunnen we niet uit de tekst zelf halen, maar de meest logische plaats om te zoeken naar dit voor-menselijke wezen is in de vers ervoor waarin de landdieren tot stand kwamen. Wat ik dus denk dat hier beschreven staat is dat God een van de nefesh landdieren nam en deze vervolgens een ziel gaf waarna dit de mens was in God’s evenbeeld. Dit komt precies overeen met Theïstische evolutie maar niet met creationisme. Als Adam de eerste mens met een ziel was, maar fysiek gezien gewoon deel uitmaakte van een primitievere mensensoort, dan valt dat precies te rijmen met deze verzen. Dit wordt bovendien versterkt door wat we lezen in genesis 4:14 waarin Kain wordt verbannen voor de moord op zijn broer Abel. Kain is echter bang voor de mensen die zich in dat gebied bevinden, dat zij hem zullen doden. Wie zijn die mensen waar Kain het over heeft dan? Hij wordt tenslotte verbannen van de plek waar hij met zijn familie was, dus hebben we het hier over zijn broers en zussen die nog niet eens genoemd zijn en opeens ook blijken te leven op een plek waar Kain juist naar toe verbannen wordt? Dat is wel erg onwaarschijnlijk. Ik denk dat de mensen waar over gesproken zijn de primitieve, dierlijke, nefesh menselijke wezens zijn waar Adam er slechts 1 van was en hij alleen werd naar de tuin van Eden gebracht nadat hij door God tot Zijn evenbeeld geschapen was. Hier kom ik later in genesis 2 nog op terug.

Genesis 1:28-31
28 Vayevarech otam Elohim vayomer lahem Elohim peru urevu umil'u et-ha'arets vechiveshuha uredu bidegat hayam uve'of hashamayim uvechol-chayah haromeset al-ha'arets. 29 Vayomer Elohim hineh natati lachem et-chol-esev zorea zera asher al-peney kol-ha'arets ve'et-kol-ha'ets asher-bo feri-ets zorea zara lachem yihyeh le-ochlah. 30 Ulechol-chayat ha'arets ulechol-of hashamayim ulechol romes al-ha'arets asher-bo nefesh chayah et-kol-yerek esev le'ochlah vayehi-chen. 31 Vayar Elohim et-kol-asher asah vehineh-tov me'od vayehi-erev vayehi-voker yom hashishi.
28 And God blessed them, and God said unto them, Be fruitful, and multiply, and replenish the earth, and subdue it: and have dominion over the fish of the sea, and over the fowl of the air, and over every living thing that moveth upon the earth. 29 And God said, Behold, I have given you every herb bearing seed, which is upon the face of all the earth, and every tree, in the which is the fruit of a tree yielding seed; to you it shall be for meat. 30 And to every beast of the earth, and to every fowl of the air, and to every thing that creepeth upon the earth, wherein there is life, I have given every green herb for meat: and it was so. 31 And God saw every thing that he had made, and, behold, it was very good. And the evening and the morning were the sixth day.
28 God zegende hen, en God sprak tot hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk; bevolk de aarde en onderwerp haar; heers over de vissen van de zee, over de vogels van de lucht, en over al het gedierte dat over de grond kruipt.’ 29 En God zei: ‘Hierbij geef Ik alle zaadvormende gewassen op de hele aardbodem aan jullie, en alle bomen met zaaddragende vruchten; zij zullen jullie tot voedsel dienen. 30 Maar aan alle wilde beesten, aan alle vogels van de lucht en aan alles wat over de grond kruipt, aan alles wat dierlijk leven heeft, geef Ik al het groene gewas als voedsel.’ Zo gebeurde het. 31 God bekeek alles wat Hij gemaakt had, en Hij zag dat het heel goed was. Het werd avond en het werd ochtend; dat was de zesde dag.

Dit zijn de laatste verzen van Genesis 1 en zijn niet heel erg relevant meer voor de verschillen tussen creationisten en Theistische evolutionisten. Er is hier echter 1 bepaald punt waar jonge aarde creationisten specifiek in geloven en dat is dat deze verzen stellen dat alle dieren vegetariers waren. Jonge aarde creationisten geloven namelijk dat er helemaal niks dood ging voor de zondeval (behalve planten maar die zijn niet levend (nefesh) in de Bijbelse zin van het woord).

Ik denk echter dat deze verzen dat helemaal niet suggereren. Ik denk dat wat hier beschreven staat bedoeld is als onderscheid tussen wat de dieren eten van de planten en wat de mens behoort te eten van de planten. Veel dieren eten bijvoorbeeld grassen en bladeren maar dat kunnen wij niet eten, tenzij je het over specifiek bladvoedsel hebt dat door mensen specifiek verbouwt wordt zoals spinazie, sla en kolen. Als je echter kijkt naar afrikaanse stammen die nog buiten de moderne maatschappij leven dan zie je dat ze voornamelijk zaden en vruchten en dergelijk plantaardig voedsel eten. Ik denk dus dat hier een onderscheid gemaakt wordt tussen wat de dieren kunnen eten niet automatisch ook dingen zijn die goed zijn voor de mensen om te eten.

Het idee dat alle dieren vegetarisch waren voor de zondeval (of volgens de meeste creationisten tot aan de zondvloed) is mijn inziens absurd. Ik bedoel, waren haaien oorspronkelijk vegetarisch? En tijgers en leeuwen? Dat lijkt me nogal onzinnig. Bovendien hebben carnivorische dieren simpelweg niet het veteringssysteem om plantaardig voedsel te verteren. Er is een reden dat bijvoorbeeld koeien 4 magen hebben. Carnivorische dieren zijn er simpelweg niet op gebouwd om planten te eten. Wat creationisten dus in feite moeten voorstellen is dat er een punt in het verleden was dat God bepaalde dieren fysiek aangepast heeft om carnivorisch te worden (dus een compleet ander veteringsstelsel geven e.d.). Dat komt mij wel heel erg vreemd over. Bovendien wordt er nergens in de Bijbel gezegd dat er geen dieren dood gingen voor de zondeval. Maar daar komen we later nog op terug.

Genesis 2:1-3
1 Vayechulu hashamayim veha'arets vechol-tseva'am. 2 Vayechal Elohim bayom hashvi'i melachto asher asah vayishbot bayom hashvi'i mikol-melachto asher asah. 3 Vayevarech Elohim et-yom hashvi'i vayekadesh oto ki vo shavat mikol-melachto asher-bara Elohim la'asot.
1Thus the heavens and the earth were finished, and all the host of them.2 And on the seventh day God ended his work which he had made; and he rested on the seventh day from all his work which he had made. 3 And God blessed the seventh day, and sanctified it: because that in it he had rested from all his work which God created and made.
1 Zo werden de hemel en de aarde voltooid, en alles waarmee ze toegerust zijn. 2 Op de zevende dag bracht God het werk dat Hij verricht had tot voltooiing. Hij rustte op de zevende dag van al zijn werk dat Hij verricht had. 3 God zegende de zevende dag en maakte hem heilig, want op die dag rustte God van al het werk dat Hij scheppend tot stand had gebracht.

Hier wordt de scheppingsweek afgesloten al wordt de laatste dag zelf niet afgesloten zoals ik al eerder besproken had. God is tenslotte nog steeds in Zijn rustperiode van de schepping. Hij schept tenslotte niks meer totdat Hij uiteindelijk de hemel en de aarde zal herscheppen tot een nieuwe hemel en aarde.

Een creationistisch tegenargument voor het principe dat we nogsteeds in de 7e dag zitten, is dat de 7e dag heilig verklaard is. De menselijke geschiedenis van kwaadaardigheid kan echter niet als gezegend beschouwd worden. Dit is mijn inziens inderdaad problematisch voor een dag/tijdperk interpretatie maar niet voor de framework interpretatie. Het is namelijk niet de periode zelf die heilig verklaard wordt (dus niet wat er gebeurd op de 7e dag) maar het is de 7e dag zelf die
gezegend en heilig verklaard wordt zoals iedere 7e dag van de werkweek voor de Israëlieten een heilige sabbat dag moest zijn.

Genesis 2:4-6
4 Eleh toledot hashamayim veha'arets behibare'am beyom asot Adonay Elohim erets veshamayim. 5 Vechol siach hasadeh terem yihyeh va'arets vechol-esev hasadeh terem yitsmach ki lo himetir Adonay Elohim al-ha'arets ve'adam ayin la'avod et-ha'adamah. 6 Ve'ed ya'aleh min-ha'arets vehishkah et-kol-peney ha'adamah.
4These are the generations of the heavens and of the earth when they were created, in the day that the LORD God made the earth and the heavens, 5And every plant of the field before it was in the earth, and every herb of the field before it grew: for the LORD God had not caused it to rain upon the earth, and there was not a man to till the ground.
6 But there went up a mist from the earth, and watered the whole face of the ground
4 Dit is de geschiedenis van het ontstaan van de hemel en de aarde, zoals ze geschapen zijn. Toen de HEER God aarde en hemel maakte, 5 waren er op aarde nog geen wilde planten en groeide er geen enkel veldgewas, want de HEER God had nog geen regen op de aarde laten vallen en er was nog geen mens om de grond te bebouwen, 6 om het water uit de aarde omhoog te halen en de aardbodem te bevloeien.

Vele Atheïsten zijn met het kritiek gekomen dat Genesis 2 en Genesis 1 met elkaar conflict zijn en dat het in feite gewoon 2 verschillende scheppingsverhalen zijn. De specifieke claim dat Genesis 1 en 2 geschreven zijn door verschillende auteurs (de JEPD theorie) behandel ik in
hoofdstuk 2.11. Genesis 2 geeft echter helemaal niet een apart scheppingsverhaal weer. Genesis 2 beschrijft een specifiek gebied, namelijk de plek van de Tuin van Eden. Het woord “erets” (aarde) wordt namelijk niet alleen gebruikt voor de totale planeet maar ook voor een land of gebied. In genesis 1:1 werd over het hele universum gesproken. Van genesis 1:2 tot Genesis 2:3 werd er over de planeet gesproken. Vanaf genesis 2:4 wordt er over een specifiek gebied gesproken, namelijk de plaats waar de schepping van de mens (op dag 6) plaats vond. In de rest van Genesis 2 wordt namelijk een specifiek gebied besproken en niet het hele aardoppervlak.

De situatie hier is een locatie die kaal en droog is (misschien een woestijnachtig gebied?) en er was geen mens aanwezig. In tegenstelling tot Genesis 1 staat Genesis 2 echter vol poëtisch taalgebruik en symboliek.

Genesis 2:7-8
7 Vayitser Adonay Elohim et-ha'adam afar min-ha'adamah vayipach pe'apav nishmat chayim vayehi ha'adam lenefesh chayah. 8 Vayita Adonay Elohim gan-be'Eden mikedem vayasem sham et-ha'adam asher yatsar.
7 And the LORD God formed man of the dust of the ground, and breathed into his nostrils the breath of life; and man became a living soul. 8 And the LORD God planted a garden eastward in Eden; and there he put the man whom he had formed.
7 Toen boetseerde de HEER God de mens uit stof dat Hij van de aarde nam, en Hij blies hem de levensadem in de neus: zo werd de mens een levend wezen. 8 Daarna legde de HEER God een tuin aan in Eden, ergens in het oosten, en daarin plaatste Hij de mens die Hij geboetseerd had.

Vers 7 beschrijft mijn inziens het hele proces van het eerste leven naar het moment dat God de mens een ziel gaf. Het woord "yatsar" dat vertaald is naar boetseren (het wat algemenere woord “vormen” zou echter een betere vertaling zijn) heeft tenslotte geen bovennatuurlijk indicatie maar duidt eerder op procesmatig tot stand komen in plaats van een soort van instant schepping. Zoals we al gezien hebben in Genesis 1 is de fysieke mens waarschijnlijk onderdeel geweest van de landdieren en alle dieren en planten zijn tenslotte door de aarde voortgebracht.
Het taalgebruik is hier ook een stuk poëtischer zoals je ziet. Zo wordt de schepping van de ziel beschreven als God die Adam de levensadem in blaast door de neus. Je moet dat natuurlijk niet zien als God die fysiek Adam mond op mond beademing aan het geven is.

Vervolgens legt God een tuin aan in dit droge en kale gebied en plaatst vervolgens Adam in deze tuin. Dat houdt dus in dat Adam BUITEN de tuin van Eden is geboren. Daar kom ik later nog op terug want dat is enigzins belangrijk.

Hier eindig ik mijn exegese van het scheppingsverhaal. De rest van genesis 2 beschrijft wat er in de tuin gebeurd. Ik kom op specifieke aspecten hiervan echter later nog wel op terug.


Tegenargumenten:

Nu ga ik een aantal creationistische en sceptische tegenargumenten op mijn interpretatie van Genesis behandelen.

Kun je dat onderscheid tussen bara en asah echt wel maken? Hoe zit het met het gebruik van het woord “bara” in de rest van het oude testament?

Het woord bara komt slechts 45 keer voor in het hele oude testament, verdeeld over 42 verzen.
4 Daarvan staan in genesis 1 en 2.

25 van die verzen zijn al meteen duidelijk in harmonie met hoe er onderscheid gemaakt wordt tussen de verschillende vormen van iets “maken” in het scheppingsverhaal. In deze verzen wordt het woord bara gebruikt in verband met de mensheid, wonderen (iets wat alleen God kan dus), de schepper zelf (het woord bara kan ook gebruikt worden om naar God zelf te verwijzen; net zoals in het Nederlands is “scheppen” en “schepper” maar een kleine vervoeging tenslotte), de schepping van een engel of het verwijst naar het ontstaan van iets totaal nieuws zoals bijvoorbeeld wanneer Jesaja spreekt over de nieuwe hemel en aarde (de nieuwe schepping). Ik zal even lijst geven van deze verzen en de onderwerpen waar bara betrekking op heeft.

Genesis 1:1 – de hemel en de aarde (de totale schepping)
Genesis 1:21 – nefesh

Genesis 1:27 – de mens in God’s evenbeeld

Genesis 2:3-4 – de hemel en de aarde (de totale schepping)
Genesis 5:1-2 – de mens

Genesis 6:7 – de mens

Exodus 34:10 – wonderen

Numeri 16:30 – iets totaal nieuws (wonderen)

Deuterononium 4:32 – de mens

Psalm 89:47 – de de mens
Psalm 102:18 – de mens

Psalm 104:30 – de mens (al is het onderwerp niet helemaal duidelijk hier)

Prediker 12:1 – de schepper zelf

Jeremia 31:22 – iets nieuws

Ezechiel 21:30 – de mens

Ezechiel 28:13 – een engel (satan)

Ezechiel 28:15 – een engel (satan)

Maleachi 2:10 = de mens

Jesaja 4:5 – een wonder

Jesaja 40:28 – de schepper zelf
Jesaja 41:20 – refereert naar daden van God / wonderen

Jesaja 42:5 – het universum

Jesaja 43:1 – de schepper zelf

Jesaja 43:7 – de mens (hier wordt bara, asah en yatsar alledrie gebruikt op de mens wat we dus ook in genesis 1 en 2 zagen)

Jesaja 43:15 – de schepper zelf

Jesaja 45:8 – de hele schepping

Jesaja 45:12 – de mens

Jesaja 45:18 – het universum (dit is ook de vers die specifiek zegt dat God de aarde niet als een leegte of chaos heeft geschapen (bara) maar gevormd (yatsar) heeft tot een bewoonbare plaats)
Jesaja 65:17-18 – de nieuwe hemel en aarde (de nieuwe schepping)


Deze verzen zijn dus geen van alle problematisch voor dit onderscheid tussen bara en asah en ondersteunen het juist. Maar hoe zit het met de overige 13 verzen?

In 3 van de overige 13 verzen heeft het woord bara een totaal andere betekenis. Hier heeft het woord bara betrekking op het ontginnen van bos of het hakken/doorsteken met een zwaard. Dit zijn dan ook de enige verzen waarin bara betrekking heeft op wat mensen doen. Dubbele betekenissen van woorden is niets unieks. Dit hebben we namelijk ook in het Nederlands. Ik zal een paar willekeurige voorbeelden geven:

Het woord “teer”
- Ik smeer het dak in met teer.
- Deze tinnen kan is erg teer.
Het woord “ruiten”
- Speelkaarten hebben tekens zoals harten en ruiten.
- De glazenzetters zetten nieuwe ruiten in.
Het woord “tol”
- het kindje liet de tol ronddraaien.
- Op deze weg moet je tol betalen.
Het woord “baal”
- Ik breng een baal hooi naar de stal.
- Mijn geld is op en daar baal ik van.

En zo zijn er nog honderden voorbeelden te bedenken. In 3 verzen in de bijbel wordt een vervoeging van het woord bara dan ook gebruikt met een totaal andere betekenis dan maken/scheppen. Dit zijn die 3 verzen:

Jozua 17:15 – het ontginnen van een bosgebied
Jozua 17:18 – het ontginnen van een bosgebied

Ezechiel 23:47 – neerhakken/doorsteken (met een zwaard)


Nu houden we nog 10 verzen over. 4 Daarvan gaan niet over daadwerkelijke objecten die gemaakt of geschapen worden maar hebben een meer symbolische betekenis. Laat ik deze verzen eerst eens weergeven:

Psalm 51:12 – een nieuw hart
Jesaja 48:7 – nieuwe dingen / geheimen / gebeurtenissen

Jesaja 57:19 - “Voor diegenen onder hen die treuren schep Ik nu lippen die vrucht dragen” / troostrijke woorden
Jesaja 45:7 – duisternis en onheil

In psalm 51:12 vraagt de psalmist aan God om hem een een nieuw hart te geven. Dit is uiteraard symbolisch. Een hart is tenslotte maar een bloedpomp. Als er bijvoorbeeld wordt gesproken over hoe God in de gelovige een hart van steen in een hart van vlees verandert, dan wordt er natuurlijk niet letterlijk bedoeld dat hiervoor deze persoon een steen in zijn borstkas had zitten.
Zo gaan Jesaja 48:7 en 57:19 ook niet over feitelijke objecten die geschapen worden.

Jesaja 45:7 is een vers waarin er contrasten gegeven wordt. Zo staat er dan God het licht maakt (asah) en de duisternis schept. Dat God zorgt voor voorspoed maar ook onheil schept. Dit hoofdstuk gaat dan ook over God’s oordeel en berechting. Het onheil waar hier over gesproken wordt is dan ook niet zo zeer onheil in het algemeen, maar onheil met betrekking tot God’s oordeel over zondige volkeren wat een aantal keer in de vorm van wonderen (zoals in Egypte tijdens de exodus en Sodom en Gomorra in Genesis) en wanneer God zijn gekozen volk de Israëlieten gebruikt als instrument om volkeren te berechten.
Duisternis echter is niet een daadwerkelijk positieve realiteit zoals ik al eerder aangaf. Het is geen “ding” of substantie maar simpelweg de afwezigheid van licht (net zoals kou de afwezigheid van warmte is). Duisternis is dus slechts een begrip dat we gebruiken om naar een bepaalde staat te verwijzen (namelijk de afwezigheid van licht). Vandaar dat het woord bara hier wordt gebruikt in plaats van asah of yatsar want dat zou het doen laten overkomen alsof duisternis een soort van substantie is.

Van de 42 verzen waarin bara wordt gebruikt zijn er nu slechts 6 over die een mogelijk conflict zouden kunnen veroorzaken met het het onderscheid dat gemaakt wordt tussen bara en asah in het scheppingsverhaal. Deze verzen zal ik individueel doorlopen:

Jesaja 40:26 – de sterren???

In onze Nederlandse vertalingen zul je dit niet zien staan. Maar in een paar Engelse vertalingen lijkt het alsof de sterren geschapen (bara) zijn. Dit is echter een vertalingsprobleem want als je deze zin in het Hebreeuws opzoekt dan zie je dat bara helemaal niet betrokken wordt op de sterren. In deze vers wordt je gevraagd om naar boven te kijken naar de hele geschapen orde en te beseffen wie dit alles geschapen heeft. In de Nederlandse NBV en Willibrord vertalingen komt dit goed naar voren maar in de Engelse King James versie lijkt het alsof het schepping hier betrekking heeft op de sterren zelf, wat dus niet het geval is. In de NBV staat er: “kijk omhoog! Wie heeft dit alles geschapen” en dan pas wordt er over de sterren gesproken. De King James versie vertaalt het onterecht naar “who created these stars”. Het is daarom ook handig om vertalingen met elkaar te vergelijken.

Psalm 148:5 – onderwerp onduidelijk?

Dit is wat de eerste 5 verzen van psalm 148 zeggen:

Psalm 148:1-5
Halleluja! Loof de HEER, bewoners van de hemel Loof hem daar in de hoogten Loof hem al zijn herauten Loof hem, heel zijn engelenmacht Loof hem, zon en maan, loof hem heldere sterren Loof hem hoogste hemelen, water boven de hoge hemel Laat zij loven de naam van de HEER. Op zijn bevel zijn zij geschapen.
Deze vers wordt soms aangedragen door creationisten als argument dat er helemaal geen onderscheid gemaakt moet worden tussen bara en asah omdat hier het woord bara van toepassing is op de zon, maan, sterren, en de eerste hemel (de atmosfeer en het water boven in de atmosfeer).

Ik denk echter dat je de hele psalm dan uit zijn verband haalt. Deze psalm geeft namelijk weer hoe de hele schepping God looft. De eerste 6 verzen gaan over de hemelbewoners en de rest gaat over de aardbewoners. Er wordt hier dus over de hele schepping gesproken; de hemel en de aarde inclusief de engelen. Wat geschapen is hier, is dus gewoon de totale schepping, de hemel en de aarde zoals in Genesis 1:1. Bovendien is dit een erg symbolische psalm waarin objecten verpersoonlijkt worden alsof ze letterlijk God kunnen loven zoals wij dat doen, maar het punt van deze psalm is dat de hele scheppingsorde van God getuigt.
Ezechiel 21:24 – plaats een wegwijzer???

De betekenis van deze vers is wat onduidelijk en wordt in verschillende vertalingen anders vertaald. In het Engels staat hier “make a signpost”, in de Nederlandse Willibrord vertaling staat “plaats een wegwijzer” en in de NBV vertaling staat “maak een open plek”.
Hoe het ook zij, Ezechiël zelf is degene die hier een open plek maakt of een wegwijzer plaatst/maakt, en niet God. Hier hebben we dus te maken met bara in de zin van ontginnen (een open plek maken) op het steken van een wegwijzer in de grond. Het heeft niks met een scheppingsdaad van God te maken.

Jesaja 54:16; = de smid en de vernietiger?

Het is mij niet helemaal duidelijk wie er precies bedoelt wordt met de smid en de vernietiger. Dit hoofdstuk is een symbolische tekst waarin Jeruzalem wordt beschreven als een onvruchtbare vrouw en God’s liefde voor deze vrouw. Dit is wat vers 15 t/m 17 zeggen:

Jesaja 54:15-17
Wordt je toch aangevallen, het komt niet van mij. Valt iemand je aan? Het wordt zijn eigen val. Ik heb de smid geschapen, die het gloeiende vuur aanblaast om gereedschap te vervaardigen voor een zeker doel; zo heb ik ook de vernietiger geschapen, die verderf wil zaaien. Maar elk wapen dat tegen jou in een geding belastert zal zelf veroordeelt worden. Dit is het deel dat de dienaren van de HEER toekomt, dit is het recht dat ik hun toeken – spreekt de HEER.

De vernietiger is een titel die vaak voor Satan wordt gebruikt, dus het is mogelijk dat de vernietiger in deze zin de engel Satan is. Mogelijk verwijst de smid hier dan naar een beschermende engel die god dient in tegenstelling tot Satan. In dat geval verwijst bara naar de schepping van 2 engelen. Maar als het hier niet gaat over engelen dan zal het wel over mensen moeten gaan. In dat geval is er ook geen conflict aangezien bara inderdaad ook van toepassing is op mensen.

Psalm 89:13; = noord en zuid (de bergen Tabor en Hermon)?

In deze vers staat dat God het noorden en het zuiden heeft geschapen en verwijst dan naar Tabor en Hermon wat 2 bergen zijn. Het gaat hier echter om de volkeren en niet om de bergen zelf. Als het over de volkeren gaat is er dus geen conflict aangezien bara dan van toepassing is op de mensen.

Maar het zou ook kunnen dat bara betrekking heeft op het noorden en het zuiden specifiek. Als dat zo is dan is er ook geen conflict aangezien noord en zuid slechts indelingen zijn van ruimte en dus in het rijtje valt van een nieuw hart, duisternis, troostende woorden, etc.

Bedenk daarnaast ook even dat de ruimte zelf waar noord en zuid indelingen van zijn door God gemaakt is in Genesis 1:1 aangezien dit onderdeel is van het universum zelf.

Amos 4:13 = de wind?

Dit is de laatste vers die nog over is waar het woord bara in voorkomt en dit is de ENIGE vers dat mogelijk een conflict zou kunnen zijn, maar dan wel in een hele lichte mate.
Dit is de enige vers dat enigszins een moeilijkheid vormt aangezien de wind en bergen niet op bovennatuurlijke wijze geschapen zijn volgens Theïstische evolutie.
De NBV vertaling vertaalt het echter wat slordig aangezien er eigenlijk zou moeten staan "hij die de bergen gevormd (yatsar) heeft en de wind schept (bara).
Bara heeft dus sowieso alleen maar betrekking op de wind. Maar wat de wind betreft hebben we in feite hier te maken met iets dat vergelijkbaar is met duisternis. Niet dat wind de afwezigheid is van iets, maar wind is niet een ding. Wind is een staat van beweging waarin lucht zich bevindt. Dit is vergelijkbaar met de stroming van water. Het water is een substantie en stroming is een staat van beweging waarin deze substantie zich kan bevinden. Wind is zodoende een gebeurtenis, niet een ding. Wat dat betreft hoort de wind dus thuis in het rijtje van duisternis en dergelijke zaken.

Maar aan iedere creationist die dit leest, besef even goed, dat in het scheppingsverhaal het woord bara precies voorkomt op de plaatsen die je zou verwachten als Theïstische evolutie waar is. Namelijk de schepping van het universum, de schepping van de nefesh in dieren en de schepping van de mensenziel. Dat zijn precies de 3 dingen die alleen maar op bovennatuurlijk wijze tot stand hebben kunnen komen. Is het echt toevallig dat bara precies op die plaatsen wordt gebruikt? En het enige conflict zou dan Amos 4:13 zijn omdat God hier de schepper van de wind genoemd wordt (en dus foutief ook van de bergen); en dat is de enige vers in het hele oude testament dat hier in conflict mee zou zijn en die nog zeer twijfelachtig is ook.

Al met al lijkt het mij bijzonder reëel om te stellen dat het scheppingsverhaal stelt dat er maar 3 dingen op bovennatuurlijke wijze zijn geschapen door God: het universum, nefesh en de mensenziel. Precies wat je zou verwachten als Theïstische evolutie waar is maar een groot conflict voor creationisme dat stelt dat alles op bovennatuurlijke wijze is geschapen.

Maar Jezus zei dat de mens in het begin is geschapen, toont dat niet aan dat de schepping wel in 6 letterlijke dagen van 24 uur moet hebben plaats gevonden.

Creationisten verwijzen vaak naar mattheus 19:4
4 Hij gaf ten antwoord: ‘Hebt u niet gelezen dat de schepper hen vanaf het begin mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt?

Is dit echter echt een conflict? Niet bepaald. Op de eerste plaats zegt genesis niet “in het begin schiep god de mens mannelijk en vrouwelijk. Zelfs als creationisme waar zou zijn, dan zou de mens pas 6 dagen na het begin zijn geschapen. Het zou heel goed kunnen dat Jezus simpelweg het over het begin van de mensheid heeft. Dus dat vanaf het begin van de mensheid, de mens al uit mannen en vrouwen bestonden. Het is echter ook mogelijk dat hij het over het begin van de Hebreeuwse geschriften heeft aangezien daar de schepping staat beschreven.

Maar wat mij het meest waarschijnlijk lijkt is dat Hij bedoelt dat man en vrouw voor elkaar bedoelt zijn en dat God dit al vanaf het begin zo bedoelt heeft. De eerste mensen waren tenslotte een man en een vrouw. De context van deze vers is namelijk het huwelijk en scheiding! Dat is wel even heel belangrijk om te beseffen in welke context Jezus deze uitspraak doet. Wat Jezus hier volgens mij zegt is dat de mensheid altijd al uit man en vrouw hebben bestaan en altijd al een man voor een vrouw bedoelt is en een vrouw voor een man. Dus vanaf het begin af aan dat de mens er was, waren er mannen en vrouwen en hoorden zij bij elkaar. Ik denk niet dat je hieruit kunt halen dat de schepping van de mens in het begin was, want technisch gezien is dat zelfs vanuit een creationistische positie onjuist. De hemel en de aarde zijn in het begin geschapen, niet de mens.


Hoe zit het met de evolutie volgorde? Waren er niet landdieren voor de vogels volgens evolutie?

Dat lijkt inderdaad te steken in mijn interpretatie. Hier zijn echter verschillende oplossingen voor. Op de eerste plaats is de volgorde niet noodzakelijk relevant aangezien ik de framework-interpretatie aanhang en de dieren die genoemd worden staan in relatie tot de indeling van de dagen (lucht en water op dag 2, lucht en waterdieren op dag 5. Land met planten op dag 3, landdieren en de mens op dag 6). Maar daarnaast hoeft het feit dat de luchtdieren worden genoemd op dag 5 helemaal geen probleem voor de evolutie volgorde te zijn aangezien we niet precies weten welke dieren onder welke categorie vallen vanuit de Bijbel gezien. Amfibieën leven bijvoorbeeld op zowel land als in het water, onder welke Bijbelse categorie zullen zij dan vallen? De Bijbel verdeeld het leven in op de volgende wijze: de planten en de “4 soorten vlees”, namelijk het vlees der beesten, het vlees der vissen, het vlees der vogels en het vlees der mensen. Er zijn dus 5 categorieën waarin het leven is ingedeeld. Dit heeft echter niks te maken met de moderne biologische kwalificaties. Een walvis is bijvoorbeeld in de Bijbelse kwalificatie een vis, maar het is technisch gezien een zoogdier. Een vleermuis is volgens de Bijbelse indeling een vogel maar het is technisch gezien een vliegend knaagdier. We kunnen echter niet verwachten dat onze biologische indeling het zelfde is als de Bijbelse indeling. De Bijbel deelt het leven in aan de hand van waar ze zich bevinden. Een walvis zwemt in het water en valt dus onder het vlees der vissen. Een vleermuis vliegt in de lucht en valt dus onder het vlees der vogels. Het is dus mogelijk dat de reptielen waaruit de vogels zijn ontstaan vanuit de Bijbel onderdeel uitmaken van het vlees der vissen.
Verder vallen insecten ook onder het vlees der vogels. Het Hebreeuwse woord voor insect heeft tenslotte dezelfde stam als het woord voor vogel. Insecten zijn ontstaan uit de zeedieren (waarschijnlijk uit kleine schaaldiertjes). Dat houdt in dat de eerste bewoners van het rijk van de luchtdieren er al waren in de tijd van de amfibieën.

Maar hoe zit het dan met Eva?

Eva is wat mij betreft de enige echte moeilijkheid voor Theïstische evolutie. Zij lijkt inderdaad daadwerkelijk een speciale creatie van God te zijn. De vraag is echter waarom God een rib van Adam pakte? Waarom niet gewoon Eva uit het niets scheppen of gewoon samen met Adam uit het stof der aarde vormen? Dit is een moeilijke kwestie waar ik niet een sluitend antwoord op heb. Wat we sowieso moeten begrijpen is dat Genesis 2 vol met symbolisch taalgebruik staat en het feit dat Eva geboren is uit Adam, is als het ware het omgekeerde van een normale geboorte waarbij het de vrouw is die baart. Hier is het echter Adam die als het ware Eva baart. Een mogelijkheid waarom God Eva uit Adam schiep is om aan zowel Adam en Eva duidelijk te maken dat ze te maken hebben met de schepper. God vertoont namelijk niet zo vaak in de Bijbel wonderen maar wanneer Hij dit doet, dan heeft dat als functie om aan specifieke mensen te openbaren dat Hij God is. Op deze manier maakte Adam daadwerkelijk een wonder mee en Eva zou beseffen dat ze niet op dezelfde manier zou zijn ontstaan als Adam. Een andere reden zou kunnen zijn om voor een pure genetische bron te zorgen die zich het meest functioneel zou kunnen verspreiden over de aarde om uiteindelijk ervoor te zorgen dat er alleen nog maar mensen van de bloedlijn van Adam en Eva zouden zijn (dit zou y-chromosoom Adam wel diskwalificeren voor het zijn van de Bijbelse Adam). Er zijn ook suggesties dat er hier gebruik wordt gemaakt van woordspelingen en zegswijzen waarbij Eva niet letterlijk uit Adam is voortgekomen maar figuurlijk als “uit zijn zij” (het woord van rib kan ook als zij vertaald worden) was. Met andere woorden dat Eva Adam’s vrouw werd om dat zij al extreem dicht bij hem stond voor dat ze in de Tuin kwamen. Hoe het precies zit weet ik helaas niet. Ik hou verschillende interpretaties hier dus voor open.

Als genesis overeenkomt met evolutie waarom is er vroeger dan nooit iemand geweest die evolutie uit de Bijbel haalde voordat evolutie door de wetenschap was ontdekt?

Dit is een heel belangrijke vraag om te beantwoorden. Ik zeg dat evolutie OVEREENKOMT met Genesis. Ik zeg niet dat je zonder kennis van evolutie dit uit de Bijbel zou halen, al zijn er wel bepaalde indicaties zoals ik al heb gezegd. Mensen interpreteren het scheppingsverhaal uiteindelijk vanuit het wereldbeeld dat ze al hebben. Mijn punt is dan ook dat er geen conflict is met evolutie, abiogenesis, een oude aarde, de oerknal, etc en het scheppingsverhaal. Ik draag het niet als een bewijsstuk aan voor Goddelijke inspiratie van Genesis. Dit sub-hoofdstuk bevindt zich tenslotte niet voor niks in het hoofdstuk over Atheïstische argumenten. Atheïsten beweren namelijk vaak dat de Bijbel en moderne wetenschap onverenigbaar zijn. Dat is de claim die ik hier probeer te weerleggen. Ik beweer dus niet dat Genesis de evolutietheorie leert of iets in die richting.

Maar er was geen dood voor de zondeval! Dat komt niet overeen met evolutie aangezien er dan al miljoenen jaren aan doden dieren waren voor dat de zondeval plaats vond.

Als je het mij vraagt zegt de Bijbel nergens dat er geen dieren dood gingen voor de zondeval. De vers die gebruikt wordt ter ondersteuning van het hele principe dat er niks dood ging voor de zondeval is Romeinen 5:12:

Romeinen 5:12
Door een mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, en zo is de dood voor ieder mens gekomen, want ieder mens heeft gezondigd.


Deze vers heeft echter duidelijk alleen betrekking op mensen en niet op dieren. Dieren kunnen tenslotte niet zondigen. Een andere argument is dat in genesis 3 God tegen Adam zegt dat de grond vervloekt is voor hem en doornen en distels zal voortbrengen. Maar ook dit zegt niks over de dood van dieren. Maar denk even goed na wat hier nu eigenlijk beschreven staat. Adam en Eva worden uit de tuin verbannen. Dus de vervloekte aarde waar over wordt gesproken bevindt zich dus buiten de tuin van Eden. Het is niet de tuin zelf aangezien God Adam en Eva dan niet had hoeven wegsturen. Maar als de hele wereld nog een paradijs was voor de zondeval en niet slechts alleen de tuin van Eden, waarom plante God deze tuin dan? Wat heeft dat voor nut als de hele aarde een paradijs was?

Het komt mij veel logischer over dat de hele wereld was zoals het nu is en dat de tuin van Eden een afgezonderd stukje paradijs was waar Adam en Eva afgeschermd waren van de buitenwereld. Hier konden ze blijven tot dat ze zondigden. Daarna waren ze vervloekt om zich in de buitenwereld te moeten begeven waar ze zich dus niet langer meer in een paradijs zouden bevinden maar daar waar doornen waren en waar ze zelf voor eten zouden moeten zorgen.

Bovendien zei God dat Adam en Eva zouden sterven als ze van de verboden vrucht aten, maar als er niks dood ging voor dat ze van de vrucht aten, dan zouden Adam en Eva helemaal geen idee hebben gehad van wat de dood eigenlijk is. Creationisten stellen hier vaak een soort van voorgeprogrammeerde kennis voor, maar zelfs dat zou maar weinig betekenis hebben als je nog nooit daadwerkelijk geconfronteerd zou zijn met de dood zelf.

Een andere vers die gebruikt wordt is 1 Korinthiërs 15:21

1 Korinthiërs 15:21
Zoals de dood er is gekomen door een mens, zo ook is de opstanding uit de dood er gekomen door een mens.

Maar deze vers zegt helemaal niks over de dood van dieren. Dit gaat duidelijk over de dood van mensen. Dat wordt helemaal duidelijk als je de volgende vers er aan toevoegd:

1 korinthiers 15:21-22
Zoals de dood er is gekomen door een mens, zo ook is de opstanding uit de dood er gekomen door een mens. Zoals wij door Adam allen sterven, zo zullen wij door Christus allen levend worden gemaakt.

Worden dieren soms ook door christus levend gemaakt? Is er een wederopstanding voor dieren? Duidelijk niet he.

Maar in Genesis 1:31 zegt God dat alles wat Hij had gemaakt heel goed was?

Dat is waarschijnlijk het sterkste argument voor jonge aarde creationisme. Echt overtuigend is het echter niet. Op de eerste plaats is er een verschil tussen heel goed en perfect. Het universum is een goede schepping maar het is niet perfect aangezien het niet perfect bedoeld is omdat God al wist dat de mens zou zondigen. Het is niet dat God een perfecte wereld had gemaakt en dat tot zijn grote verbazing de mens het naar de knoppen werkte. Wat is het nut van het scheppen van een perfecte wereld als je al weet dat deze vervolgens vervloekt zal moeten worden? Deze wereld is niet geschapen om perfect te zijn maar is geschapen om uiteindelijk te vergaan en herschapen te worden tot een wereld die WEL perfect is. God’s plan staat al vanuit de eeuwigheid tenslotte. Deze wereld is zodoende nooit daadwerkelijk bedoeld als perfectie omdat God al wist wat er zou gebeuren. Het komt mij veel logischer over als het alleen de tuin van Eden was dat een paradijs was en niet de hele schepping.

Bovendien is het hele idee dat er geen dieren dood gingen voor de zondeval ook niet logisch. De dieren werden opgedragen zich voort te planten. Als er geen dieren dood gingen dan zou binnen een paar dagen heel de tuin van Eden vol gezeten hebben met miljarden insecten. Die planten zich tenslotte extreem snel voort. Adam en Eva hadden dan in de insecten kunnen zwemmen als het waren (dat is niet echt een paradijs als je het mij vraagt). Daarnaast moeten creationisten dan beweren dat dieren sterven OMDAT Adam zondigden. Wat heeft Adam’s zonde met de dood van dieren te maken? Wat je dan zegt is dat God dieren elkaar liet opeten als consequentie van de zonde van de mens. Dat komt niet erg logisch over. De dood van dieren is mijn inziens gewoon onderdeel van de huidige schepping. De dood zal pas in de nieuwe hemel en aarde totaal verdwenen zijn.

Veel creationisten zien een schepping waarin de dood van dieren in het ontwerp zitten tegen het karakter van God in gaat. Maar eerlijk gezegd zie ik veel meer problemen met een God die dieren laat dood gaan vanwege de zonden van de mens en zelfs sommige dieren tot carnivoren maakt en een heel systeem opzet van jagers en prooien alleen maar omdat een mens gezondigd heeft. Bedenk ook even dat dieren als offers gebruikt werden en dat er ook vele dieren dood gingen in de zondvloed.

Dieren hebben in de Bijbel simpelweg niet dezelfde intrinsieke waarden als mensen, en dat is misschien niet leuk voor groenactivisten en dierenliefhebbers (ik ben zelf overigens ook een dierenliefhebber) maar dat is hoe de zaken staan Bijbels gezien. Ik kom hier echter aan het einde van het hoofdstuk nog op terug, aangezien het ook een Atheïstisch argument tegen Theïstische evolutie is dat evolutie een wreed proces is om leven tot stand te brengen.

Bovendien zal de nieuwe hemel en aarde niet “heel goed” maar perfect zijn.


Als de Bijbel niet zegt dat alles in 6 letterlijke dagen is geschapen, wat had Genesis dan WEL hebben moeten zeggen als alles WEL in 6 letterlijke dagen was geschapen?

Als jonge aarde creationisme waar was dan zou dit een voorbeeld zijn van hoe het scheppingsverhaal er dan zou hebben uitgezien:

In het begin schiep God de Hemelen en schiep God de aarde. Dit was het begin van de eerste dag. De aarde was woest en leeg en duisternis lag op de wateren en de geest van God zweefde over de wateren. En God zei: laten wij licht maken (bara). En God schiep (bara) het licht. En God zag dat het licht goed was. Hij scheide het licht van de duisternis. Het licht noemde Hij dag en het duisternis noemde hij nacht. Het werd ochtend en het werd weer avond; Dit was de eerste dag. En God zei: laten wij een uitspansel maken (bara) tussen de wateren, tussen het ene water en het andere. En God schiep (bara) het uitspansel. Hij scheidde het water onder het uitspansel van het water erboven. Zo gebeurde het. Het uitspansel noemde God hemel. Het werd ochtend en het werd weer avond; dat was de tweede dag. En God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats samenvloeien, zodat het droge zichtbaar wordt.’ En God bewoog het water naar één plaats zodat het droge zichtbaar werd.. Het droge noemde God land, en het samengevloeide water noemde Hij zee. En God zag dat het goed was. En God zei: laten we jong groen gras, zaadvormend gewas en vruchtbomen die ieder naar zijn soort hun vruchten dragen, met zaad erin, scheppen (bara) op het land’ Zo gebeurde het. En God schiep (bara) het jonge groen, gras, zaadvormend gewas, in allerlei soorten, en bomen die ieder naar zijn soort hun vruchten droegen, met zaad erin. En God zag dat het goed was. Het werd ochtend en het werd weer avond; dat was de derde dag. En God zei: ‘laten wij lichten scheppen (bara) aan het hemelgewelf, die als tekens zullen dienen voor de dag die wij van de nacht hebben gescheiden; zij moeten ook als tekens dienen, voor zowel de feesten als voor de dagen en de jaren, en als lampen aan het hemelgewelf om de aarde te verlichten.’ Zo gebeurde het. God schiep (bara) de twee grote lampen, de grootste om over de dag te heersen, de kleinste om te heersen over de nacht, en Hij schiep (bara) ook de sterren. God gaf ze een plaats aan het hemelgewelf om de aarde te verlichten en het licht te huizen wat God had geschapen en om te heersen over de dag en over de nacht, en om te dienen als tekens voor deze scheiding tussen dag en nacht. En God zag dat het goed was. Het werd ochtend en het werd weer avond; dat was de vierde dag. En God zei: ‘Laten wij dieren maken (bara) om te wemelen in het wateren en vogels maken (bara) om te vliegen langs het hemelgewelf. Toen schiep (bara) God de grote zeemonsters en al de krioelende dieren, waar het water van wemelt, soort na soort, en Hij schiep (bara) al de gevleugelde dieren, soort na soort. En God zag dat het goed was. God zegende ze en Hij sprak: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk; bevolk het water van de zee, en laat de vogels talrijk worden op het land.’ Het werd ochtend en het werd weer avond; dat was de vijfde dag. En God zei: ‘laten wij op het land levende wezens scheppen (bara) van allerlei soort: tamme dieren, kruipende dieren en wilde beesten van allerlei soort.’ Zo gebeurde het. God maakte (bara) de wilde beesten op het land, soort na soort, de tamme dieren, soort na soort, en alles wat over de grond kruipt, soort na soort. En God zag dat het goed was. En God zei: ‘Nu gaan Wij de mens maken (bara), en scheppen hem als beeld van Ons, op Ons gelijkend; hij zal heersen over de vissen van de zee, over de vogels van de lucht, over de tamme dieren, over alle wilde beesten en over al het gedierte dat over de grond kruipt.’ En God schiep de mens en God schep de mens als zijn beeld; als het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. God zegende hen, en God sprak tot hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk; bevolk de aarde en onderwerp haar; heers over de vissen van de zee, over de vogels van de lucht, en over al het gedierte dat over de grond kruipt.’ En God zei: ‘Hierbij geef Ik alle zaadvormende gewassen op de hele aardbodem aan jullie, en alle bomen met zaaddragende vruchten; zij zullen jullie tot voedsel dienen. Maar aan alle wilde beesten, aan alle vogels van de lucht en aan alles wat over de grond kruipt, aan alles wat dierlijk leven heeft, geef Ik al het groene gewas als voedsel.’ Zo gebeurde het. God bekeek alles wat Hij gemaakt had, en Hij zag dat het heel goed was. Het werd ochtend en het werd weer avond; dat was de zesde dag. Zo werden de hemel en de aarde voltooid, en alles waarmee ze toegerust zijn. Op de zevende dag bracht God het werk dat Hij verricht had tot voltooiing. Hij rustte op de zevende dag van al zijn werk dat Hij verricht had. God zegende de zevende dag en maakte hem heilig, want op die dag rustte God van al het werk dat Hij scheppend tot stand had gebracht. Het werd ochtend en het werd weer avond; dat was de zevende dag.

Dit is ongeveer hoe het scheppingsverhaal er uit zou hebben gezien als jonge aarde creationisme waar was. Dit is hoe je een bovennatuurlijke schepping in 7 letterlijke dagen weergeeft. Dit is echter niet wat we daadwerkelijk zien in de Bijbel. Als de Bijbel echt zou leren dat de aarde 6000 jaar was, dan zou ik verwachten dat dit ook daadwerkelijk werd gezegd. Bijvoorbeeld dat er werd gezegd dat Abraham 2000 jaar na de schepping leefde. En dat Jezus 2000 jaar na Abraham leefde. Als er zoiets had gestaan dan was het duidelijk geweest dat volgens de Bijbel de schepping 6000 jaar geleden in 7 letterlijke dagen had plaats gevonden. Maar dat zien we niet in de Bijbel. Wat mij betreft is de jonge aarde creationistische interpretatie van de Bijbel veel en veel te
oppervlakkig en vol met aannames die niet in de tekst staan en simpelweg foutief zijn.


De zondvloed

De zondvloed is catastrofale gebeurtenis die beschreven staat in Genesis hoofdstuk 6 t/m 9. Het is een verhaal waar zelfs Atheïsten zonder religieuze achtergrond wel enigszins weet van hebben. De zondvloed is een gebeurtenis waarvan je wel even moet slikken aangezien het God’s oordeel over de zonde en Zijn gruwelijke walging van de kwaadaardigheid van de mens laat zien. Het laat echter ook God’s verlossing zien en genade zien en bevat ook typologie voor de verlossing die wij vinden in Christus. Er wordt een periode geschreven waarin de mensheid zo kwaadaardig en zo vol zonde zit dat God besluit dat deze rijp zijn voor een rechtvaardig oordeel en Hij stuurt een enorme overstroming om de mensen weg te vagen. Alleen Noach en zijn familie inclusief een groep dieren worden gered van de overstroming. God laat Noach en zijn familie een enorme ark (een soort schip) bouwen waarmee ze samen met 2 van iedere diersoort en 7 van bepaalde diersoorten de vloed kunnen overleven.

Maar waarom is dit verhaal relevant voor de creationisme/evolutie controverse?

Jonge aarde creationisten (oud aarde/ progressieve creationisten echter niet) geloven dat vrijwel alle aardlagen waaruit de grond onder ons is opgebouwd, inclusief alle fossielen die we daarin vinden, resultaat zijn van de zondvloed en dat de wetenschap de geologische kenmerken van de aarde verkeerd interpreteert. In plaats van dat de lagen en andere geologische kenmerken zoals de grand canyon zijn gevormd door langzame processen gedurende miljoenen jaren, zou dit alles slechts in een jaar zijn ontstaan door een wereldwijde overstroming. De fossielen die we vinden zijn dan dus de dieren en mensen die zijn gestorven in de zondvloed. De aarde kan dan dus net zo goed jong zijn aangezien de kenmerken die het oud doen lijken resultaat zijn van de zondvloed.

Op jonge aarde creationistische “wetenschappers” na, is de wetenschappelijk gemeenschap er unaniem over eens dat er nooit een globale (wereldwijde overstroming) heeft plaats gevonden en dat het zelfs zo goed als onmogelijk zou zijn. Jonge aarde creationisten hebben echter allerlei argumenten voor de zondvloed en zogenaamde weerleggingen van de wetenschappelijke data voor een oude aarde (allemaal even slechte argumenten als je het mij vraagt) maar daar ga ik in dit boek niet op in want dat is niet waar dit hoofdstuk om draait. Waar het mij om gaat is de kwestie of de Bijbel überhaupt wel leert dat er een wereldwijde overstroming heeft plaats gevonden. Mijn inziens zegt de Bijbel dit niet en is veel logischer om de zondvloed te zien als een lokale (echter wel een enorme) overstroming, maar in de verste verte geen wereldwijde overstroming. Dit is een punt waar alleen jonge aarde creationisten er van overtuigd zijn dat de zondvloed de hele wereld bedekte, andere soorten creationisten en Theïstische evolutionisten hangen de positie aan dat de zondvloed een lokale overstroming was.

Ik zal nu een verdediging geven van de lokale zondvloed positie, maar eerst zal ik het verhaal van de zondvloed weergeven:

Genesis 6:5-22
5 De HEER zag dat alle mensen op aarde slecht waren: alles wat ze uitdachten was steeds even slecht. 6 Hij kreeg er spijt van dat hij mensen had gemaakt en voelde zich diep gekwetst. 7 Ik zal de mensen die ik geschapen heb van de aarde wegvagen, dacht hij, en met de mensen ook het vee, de kruipende dieren en de vogels, want ik heb er spijt van dat ik ze heb gemaakt. 8 Alleen Noach vond bij de HEER genade. 9 Dit is de geschiedenis van Noach en zijn nakomelingen. Noach was een rechtschapen man; hij was in zijn tijd de enige die een voorbeeldig leven leidde, in nauwe verbondenheid met God. 10 Hij had drie zonen: Sem, Cham en Jafet. 11 In Noachs tijd was de aarde in Gods ogen verdorven en vol onrecht. 12 Toen God zag dat de aarde door en door slecht was, dat iedereen een verderfelijk leven leidde, 13 zei hij tegen Noach: ‘Ik heb besloten een einde te maken aan het leven van alle mensen, want door hen is de aarde vol onrecht. Ik ga hen vernietigen, en de aarde erbij. 14 Maak jij nu een ark van pijnboomhout. Maak daar verschillende ruimten in, en bestrijk hem vanbinnen en vanbuiten met pek. 15 Maak hem driehonderd el lang, vijftig el breed en dertig el hoog. 16 Je moet er een lichtopening in aanbrengen en aan de bovenkant één el openlaten; de ingang moet je in de zijkant maken. De ark moet een benedenverdieping krijgen en daarboven nog twee verdiepingen. 17 Ik laat een grote vloed over de aarde komen, een watermassa die haar zal overspoelen, om alles onder de hemel waarin levensadem is te vernietigen; alles op aarde zal omkomen. 18 Maar met jou zal ik een verbond sluiten. Jij moet de ark in gaan, samen met je zonen, je vrouw en de vrouwen van je zonen. 19 En van alle dieren moet je er twee in de ark brengen, om ervoor te zorgen dat die met jou in leven blijven. Een mannetje en een wijfje moeten het zijn. 20 Van alle soorten vogels, van alle soorten vee en van alles wat op de aardbodem rondkruipt, zullen er twee naar je toe komen; die zullen in leven blijven. 21 Leg ook een voorraad aan van alles wat eetbaar is, zodat jullie allemaal te eten hebben.’ 22 Noach deed dit; hij deed alles zoals God het hem had opgedragen.
Genesis 7
1 Toen zei de HEER tegen Noach: ‘Ga de ark in, samen met je hele gezin, want ik heb gezien dat jij als enige van deze generatie rechtschapen bent. 2 Van alle reine dieren moet je zeven mannetjes en hun wijfjes meenemen, van de onreine dieren moet je er twee meenemen, een mannetje en zijn wijfje, 3 en van de vogels weer zeven mannetjes en wijfjes, om hun voortbestaan op aarde veilig te stellen. 4 Want over zeven dagen zal ik het veertig dagen en veertig nachten op de aarde laten regenen; dan zal ik alles wat er bestaat van de aardbodem wegvagen, alles wat ik heb gemaakt.’ 5 Noach deed alles zoals de HEER het hem had opgedragen. 6 Noach was zeshonderd jaar toen de zondvloed kwam, een watermassa die de aarde overspoelde. 7 Om aan het water te ontkomen ging Noach de ark in, samen met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen. 8 Van de reine en de onreine dieren, van de vogels en van alles wat op de aardbodem rondkruipt, 9 kwamen er telkens twee bij Noach in de ark, een mannetje en een wijfje, in overeenstemming met wat God hem had opgedragen. 10 Toen de zeven dagen voorbij waren, kwam het water van de vloed over de aarde. 11 In het zeshonderdste jaar van Noachs leven, op de zeventiende dag van de tweede maand, braken alle bronnen van de machtige oervloed open en werden de sluizen van de hemel opengezet. 12 Veertig dagen en veertig nachten lang zou het op de aarde stortregenen. 13 Diezelfde dag gingen Noach, zijn zonen Sem, Cham en Jafet, zijn vrouw en de drie vrouwen van zijn zonen de ark in, 14 samen met alle soorten wilde dieren, vee en kruipende dieren, en ook met alle soorten vogels en wat er verder maar vleugels heeft. 15 Van alle wezens waarin levensadem was, kwamen er telkens twee bij Noach in de ark: 16 er kwamen van alle dieren een mannetje en een wijfje, in overeenstemming met wat God hem had opgedragen. Toen sloot de HEER de deur achter hem. 17 De vloed overstroomde de aarde veertig dagen lang. Het water steeg en de ark werd opgetild, zodat hij van de aarde loskwam. 18 Het water op aarde nam steeds maar toe, hoger en hoger steeg het, en de ark dreef op het water. 19 Het water bleef voortdurend toenemen, zelfs de hoogste bergen kwamen onder te staan. 20 Tot vijftien el daarboven reikte het water, de bergen stonden helemaal onder. 21 Alles wat op aarde leefde kwam om, alles wat er rondwemelde: vogels, vee, wilde dieren, en ook alle mensen. 22 Alles wat op het land leefde en ademde vond de dood. 23 Alles wat op aarde bestond werd weggevaagd: de mensen, het vee, de kruipende dieren en de vogels, ze werden van de aarde weggevaagd. Alleen Noach bleef over, met alles wat bij hem in de ark was. 24 Honderdvijftig dagen lang was de aarde helemaal met water bedekt.
Genesis 8
1 Toen dacht God weer aan Noach en aan alle wilde dieren en het vee bij hem in de ark. Op zijn bevel begon er een wind over de aarde te waaien, waardoor het water afnam. 2 De bronnen van de oervloed en de sluizen van de hemel werden gesloten, zodat het ophield met regenen. 3 Geleidelijk vloeide het water weg van de aarde; na honderdvijftig dagen begon het te zakken. 4 Op de zeventiende dag van de zevende maand liep de ark vast op het Araratgebergte. 5 Het water zakte voortdurend verder, en op de eerste dag van de tiende maand werden de toppen van de bergen zichtbaar. 6 Na verloop van veertig dagen deed Noach het venster dat hij in de ark had aangebracht open 7 en liet een raaf los. Deze bleef heen en weer vliegen totdat de aarde droog was. 8 Vervolgens liet hij een duif los om te zien of het water verder gedaald was. 9 Maar de duif kon nergens een plekje vinden waar ze kon neerstrijken om te rusten en kwam bij hem terug in de ark, want overal op de aarde was nog water. Hij stak zijn hand uit, pakte haar en nam haar weer bij zich in de ark. 10 Hij wachtte nog zeven dagen en liet de duif toen opnieuw los. 11 Tegen de avond kwam ze bij hem terug – met een jong olijfblad in haar snavel. Toen wist Noach dat het water op de aarde verder gedaald was. 12 Weer wachtte hij zeven dagen en daarna liet hij de duif nogmaals los. Ze kwam niet meer bij hem terug. 13 In het zeshonderdeerste jaar van Noachs leven, op de eerste dag van de eerste maand, was het water van de aarde verdwenen. Noach maakte het dak van de ark open en keek rond – de aarde was drooggevallen. 14 Op de zevenentwintigste dag van de tweede maand was de aarde droog. 15 Toen zei God tegen Noach: 16 ‘Ga de ark uit, samen met je vrouw, je zonen en de vrouwen van je zonen. 17 Laat ook alle dieren die bij je zijn naar buiten gaan: vogels, vee en alles wat op de aarde rondkruipt. Ze moeten weer vruchtbaar zijn en talrijk worden en de aarde bevolken.’ 18 Hierop ging Noach naar buiten, samen met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen. 19 Ook alle dieren gingen de ark uit, soort bij soort, alle vogels, en alles wat op de aarde rondkruipt. 20 Noach bouwde een altaar voor de HEER; daarop bracht hij brandoffers van al het reine vee en alle reine vogels. 21 De geur van de offers behaagde de HEER, en hij zei bij zichzelf: Nooit weer zal ik de aarde vervloeken vanwege de mens, want alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, is nu eenmaal slecht. Nooit weer zal ik alles wat leeft doden, zoals ik nu heb gedaan. 22 Zolang de aarde bestaat, zal er een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te oogsten, zal er koude zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht – nooit komt daar een einde aan.
Genesis 9:1-17
1 Toen zegende God Noach en zijn zonen, hij zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en bevolk de aarde. 2 De dieren die in het wild leven, de vogels van de hemel, de dieren die op de aardbodem rondkruipen en de vissen van de zee zullen ontzag en angst voor jullie voelen – ze zijn in jullie macht. 3 Alles wat leeft en beweegt zal jullie tot voedsel dienen; dit alles geef ik je, zoals ik je ook de planten heb gegeven. 4 Maar vlees waarin nog leven is, waar nog bloed in zit, mag je niet eten. 5 En ik zal genoegdoening eisen wanneer jullie eigen bloed, waarin je levenskracht schuilt, wordt vergoten; ik eis daarvoor genoegdoening van mens en dier. Van iedereen die zijn medemens doodt, eis ik genoegdoening. 6 Wie bloed van mensen vergiet, diens bloed wordt door mensen vergoten, want God heeft de mens als zijn evenbeeld gemaakt. 7 Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de hele aarde.’ 8 Ook zei God tegen Noach en zijn zonen: 9 ‘Hierbij sluit ik een verbond met jullie en met je nakomelingen, 10 en met alle levende wezens die bij jullie zijn: vogels, vee en wilde dieren, met alles wat uit de ark is gekomen, alle dieren op aarde. 11 Deze belofte doe ik jullie: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen. 12 En dit,’ zei God, ‘zal voor alle komende generaties het teken zijn van het verbond tussen mij en jullie en alle levende wezens bij jullie: 13 ik plaats mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen mij en de aarde. 14 Wanneer ik wolken samendrijf boven de aarde en in die wolken de boog zichtbaar wordt, 15 zal ik denken aan mijn verbond met jullie en met al wat leeft, en nooit weer zal het water aanzwellen tot een vloed die alles en iedereen vernietigt. 16 Als ik de boog in de wolken zie verschijnen, zal ik denken aan het eeuwigdurende verbond tussen God en al wat op aarde leeft. 17 Dit,’ zei God tegen Noach, ‘is het teken van het verbond dat ik met alle levende wezens op aarde gesloten heb.’


Redenen dat de zondvloed niet globaal was:

Ik kan me heel erg goed voorstellen waarom mensen, wanneer ze deze hoofdstukken lezen, denken dat de zondvloed wel wereldwijd moest zijn. Maar net zoals bij het scheppingsverhaal moeten we niet uitgaan van een eerste-indruk interpretatie.

Op de eerste plaats moeten we Bijbels taalgebruik in acht nemen hier. Veel mensen zullen zeggen: maar er staat toch “op heel de aarde” en “onder heel de hemel”. Je moet echter beseffen dat deze wijze van vertellen vaker in de Bijbel voorkomt en dan duidelijk NIET spreekt over letterlijk het totale aardoppervlak. Laat ik een aantal voorbeelden geven:


Genesis 41:57
57 Uit alle landen kwam men naar Egypte om bij Jozef graan te kopen; want de hongersnood woedde hevig in de hele wereld.

Hier zijn we in het zelfde boek, genesis, dat hyperbolen zoals “alle landen en “in de hele wereld” worden gebruikt maar dat de context duidelijk alleen het desbetreffende gebied betreft. Wordt hier bedoeld dat letterlijk vanuit alle gebieden over heel het aardoppervlak er mensen naar Egypte kwamen? Nee natuurlijk niet, het gaat hier om de gebieden Egypte, kanaän en omliggende landen. Zou Egypte sowieso eten kunnen verzorgen voor een hongersnood die over letterlijk het hele aardoppervlak woedde? We moeten begrijpen dat dit een manier van spreken was die normaal was in die tijd. De Bijbel is niet alleen maar geschreven voor mensen in een westerse samenleving in de 21e eeuw. Het hebreeuwse woord “erets” dat inderdaad de hele aardbol kan betekenen kan ook gebruikt worden voor “gebied”, “landschap” of “land” zoals ook hier het geval is.

1 Koningen 10:24
24 en heel de wereld wilde Salomo bezoeken en luisteren naar de wijsheid waarmee God zijn verstand begiftigd had.

Hier zien we weer het zelfde. Was Salamo’s naam überhaupt bekend over letterlijk heel de wereld? Natuurlijk niet, maar zijn faam was wel bekend in de omliggende landen. Met heel de wereld wordt dus heel Israël en de omliggende landen bedoeld.

Wie zien dit echter ook in het nieuwe testament.

Lukas 2:1
1 In die dagen vaardigde keizer Augustus een decreet uit dat de hele wereld zich moest laten registreren.

Het zelfde principe zien we hier terug. De context betreft duidelijk het hele Romeinse rijk, niet letterlijk het hele aardoppervlak. De NBV vertaling vertaalt deze vers zelfs naar de context als “het hele rijk”.

Mattheus 4:8
Weer nam de duivel Hem mee, nu naar een zeer hoge berg. Hij liet Hem alle koninkrijken van de wereld zien met al hun pracht.

Deze vers wordt maar al te vaak door Atheïsten en andere Bijbelcritici misbruikt om het te doen laten overkomen dat de Bijbel spreekt over een platte aarde. Ik bespreek deze vers dan ook nog in het subhoofdstuk over de Bijbel en wetenschap. Hier zien we echter weer de zelfde context dat
“alle koninkrijken van de wereld” slaat op de koninkrijken van Israel en de omliggende landen. Bedenk goed dat zelfs als de aarde plat was je onmogelijk het totale aardoppervlak zou kunnen zien. Genoeg mensen in die tijd zullen op bergen gestaan hebben en maar al te goed beseft hebben dat ze lang niet het hele aardoppervlak konden zien, zelfs als ze dachten dat de aarde plat was.


Handelingen 24:5
Wij hebben namelijk bevonden dat deze man een ware pest is. Onder alle Joden in de hele wereld sticht hij verwarring. Hij is een voorman van de partij van de Nazoreeërs.

Deze vers gaat over de Apostel Paulus. Heeft Paulus over het totale aardoppervlak verwarring veroorzaakt in een paar jaar? En waren er uberhaupt Joden over het totale aardoppervlak? Natuurlijk niet. Ook hier weer gaat het over het desbtreffende gebied, niet over het totale aardoppervlak.

Handelingen 19:27
Daarmee dreigt het gevaar, dat niet alleen ons bedrijf in diskrediet raakt, maar dat ook de tempel van de grote godin Artemis niet langer in tel zal zijn, en dat zij, die in heel Asia en overal ter wereld wordt vereerd, haar glorie zal verliezen.’

Werd de Griekse godin Artemis over het hele aardoppervlak vereerd? Duidelijk niet en dat zal ook niemand in die tijd gedacht hebben. Het was echter een populaire Godin onder de heidenen in dat gedeelte van het Romeinse rijk.

Kolossenzen 1:23
23 Maar dan moet u wel vast en onwrikbaar blijven in het geloof en u niet laten afbrengen van de hoop die u in het evangelie is aangezegd. Dit is de boodschap die aan heel de schepping onder de hemel verkondigd is en waarvan ik, Paulus, de dienaar ben geworden.

Was het evangelie in Paulus’ tijd aan ieder mens onder de totale hemel verkondigd? Uiteraard niet. Dan zouden de apostelen überhaupt niets meer te doen hebben gehad, tenminste niet met betrekking tot het verspreiden van het evangelie.

Zoals we zien wordt er wel vaker over “de hele wereld”, “alle landen” en “onder heel de hemel” wordt gesproken maar dat het gaat over een specifiek gebied en niet letterlijk het totale aardoppervlak. Zoals ik al eerder aangaf gaat Genesis 2 duidelijk over het gebied van Eden en omstreken en niet het totale aardoppervlak. De context in Genesis 1 is duidelijk dat het heel de aarde betreft aangezien het om de schepping gaat maar in Genesis 2 wordt er over een specifiek gebied gesproken.

Als we dus rekening houden met Bijbels taalgebruik dan is het dus heel goed mogelijk dat de zondvloed een overstroming was van een specifiek gebied en niet dat heel het aardoppervlak overstroomde.

Creationistisch tegenargument:
maar in Genesis 7:19 staat
“19 Het water bleef voortdurend toenemen, zelfs de hoogste bergen kwamen onder te staan.” Als zelfs de hoogste bergen onder water kwamen te staan, dan moet wel het hele aardoppervlak onder water hebben gestaan.

Het Hebreeuwse woord dat hier woord gebruikt voor bergen is “har” dat ook heuvels kan betekenen en dus betrekking heeft op de hoogste heuvels in dit gebied. De Engelse King James Version vertaald het zelfs met “all the high hills”. Dat wil dus niet zeggen dat er geen rand kon zijn geweest waar het water werd tegengehouden door de omgeving.

Creationistische tegenargument:
Als de zondvloed maar een lokale overstroming was, waarom moest Noah dan een ark bouwen en dieren redden? Waarom liet God hem niet gewoon verhuizen of iets dergelijks?

Er zijn verschillende redenen te bedenken waarom God specifiek er voor koos om Noach te redden door middel van een ark. De ark werd bijvoorbeeld gebouwd voor de ogen van de mensen in die tijd als waarschuwing dat God een vloed zou sturen. Als ze op God hadden vertrouwd hadden ze ook gered kunnen worden maar Noah diende als waarschuwing zodat ze geen excuus hadden.

Bovendien zou het ecosysteem van het gebied dat vernietigd zou worden niet meer hersteld kunnen worden als Noach niet dieren zou redden. Met de dieren in de ark en de dieren die net buiten het gebied dat overstroomde leefde kon langzaam maar zeker het gebied weer hersteld worden. Verder was het een belangrijk teken dat er levens gered zouden worden als er op God vertrouwd wordt. Dit liet ook God's genade zien. Iedereen een hartaanval geven of een plaag sturen zou niet dat zelfde effect hebben gehad. Verder werd Noach zelf hierdoor betrekking in zijn redding aangezien hij, met God’s hulp, voor een boot moest zorgen en prediken tegen zij mede-mensen. We zien hier ook verlossing die we ook zien in Christus. God laat weten dat er een oordeel komt maar is bereid om voor redding te zorgen via de ark. Op Noach na wil echter niemand luisteren. God laat zien dat wie op Hem vertrouwt gered zal worden. Andere mensen dan Noach en zijn familie hadden ook gered kunnen worden als ze naar Noach’s waarschuwing hadden geluisterd als een profeet van God. De mensen weigerde echter en werden zodoende veroordeelt. We lezen hier ook over in 2 Petrus bijvoorbeeld.


Creationistisch tegenargument:
Maar God zei dat hij nooit meer een vloed zou sturen. Maar er zijn genoeg lokale overstromingen geweest.


God zegt dat Hij nooit meer een zondvloed zou sturen met als doel om de kwaadaardige mensen uit te roeien. Dat heeft Hij ook nooit meer gedaan. Alleen maar het feit dat er nog genoeg andere overstromingen hebben plaats gevonden en nogsteeds plaats vinden wil niet zeggen dat deze door God gestuurd waren als oordeel.

Maar ik haal het idee van een lokale zondvloed niet alleen uit het feit dat het de zondvloed lokaal geweest KAN zijn, maar dat het zelfs vanuit de Bijbel gezien onmogelijk is dat de zondvloed wereldwijd was. We lezen namelijk in Psalm 104, een psalm die een zeer poëtische vertelling geeft over de schepping, dat wanneer God de wateren hun plaats had gegeven (dag 3 van het scheppingsverhaal) dat ze nooit meer de aarde zouden bedekken:

Psalm 104:6-9
6 De oerzee bedekte haar als een kleed, tot boven de bergen stonden de wateren. 7 Toen u dreigde, vluchtten zij weg, toen uw donderstem klonk, stoven zij heen: 8 naar hoog in de bergen, naar diep in de dalen, naar de plaatsen die u had bepaald. 9 U stelde een grens die zij niet overschrijden, nooit weer zullen zij de aarde bedekken.

Veel creationisten proberen psalm 104 te laten spreken over de zondvloed. Echter wanneer je de hele psalm in context leest wordt hier duidelijk een poëtische navertelling gegeven van de schepping en NIET van de zondvloed.

Zoals we zagen in het scheppingsverhaal bevond het water zich eerst boven de aarde en toen viel het grotendeels op de aarde en vormde de oceanen en werd het aardoppervlak opgedeeld in de oceanen en het droge land. Psalm 104 zegt duidelijk dat de wateren NOOIT WEER de aarde zullen bedekken. Hier gaat de context duidelijk over de complete aarde aangezien het water weldegelijk in lokale overstromingen over het land heen kan komen. Een globale zondvloed wordt echter uitgesloten door psalm 104.

Maar er zijn, buiten schriftelijke redenen om, nog veel meer redenen waarom een globale zondvloed absurd is:

- veel te veel diersoorten:
Als Noah 2 van iedere diersoort zou moeten meenemen van over het totale aardoppervlak, zelfs als je uitgaat van "types" zijn dat nogsteeds makkelijk minimaal tienduizende dieren, misschien wel veel meer. Als het slechts alleen gaat om de specifieke diersoorten in dat gebied dan zou het makkelijk hebben kunnen passen op de ark.
- veel te veel voedsel nodig:
Om bijna een jaar op de ark te blijven met al die dieren is tonnen aan voedsel nodig.
De ark was dan wel groot maar het grootste gedeelte zou voor voedsel nodig zijn. Dit is mogelijk als de zondvloed lokaal was maar zo goed als onmogelijk als het hier ging om alle “types” over de hele wereld.
- vernietigde omgeving:
Als het complete ecosysteem op heel de aarde vernietigd is waar moeten de dieren dan van leven? Hadden ze zoveel voedsel op de ark dat ze zelfs nog na de zondvloed daarvan konden leven?
- het verzorgen van de dieren
8 mensen is veel te weinig om te zorgen voor al die dieren. Dierenparken hebben honderden werknemers voor veel minder dieren.
- Kent Hovind oplossing: neem babies mee!
Dat zal Noach ongetwijfeld voor een groot deel gedaan hebben. Ik denk echter niet specifiek babies maar eerder jonge dieren. Dit bekent minder voedsel nodig, minder ruimte nodig en jonge dieren slapen meer. Als het aantal dieren beperkt was dan zou dit een goede oplossing zijn maar werkt dit voor alle dieren in de wereld? Bedenk maar eens dat Noach alle dieren eerst moest verzamelen. Noach hoefde dit dan wel niet zelf te doen aangezien de Bijbel zegt dat God de dieren naar hem liet komen, maar als de dieren van over de hele wereld moesten komen dan zou dat jaren duren. Dus als ze als jonge dieren vertrokken zouden de meeste al niet meer jong zijn als ze aankwamen. Alle dieren zwanger krijgen in het zelfde klimaar en vervolgens de babies meenemen lijkt me ook nogal problematisch en ver gezocht.

- Geen insecten meer
Noah nam geen vissen of insecten mee op de ark (als hij dat wel zou doen zou voor nog meer problemen gezorgd hebben, het zou het aantal dieren nog eens vervijfvoudige of wie weet hoeveel) Insecten zouden een globale overstroming niet kunnen overleven, met name wormen en dergelijke niet. Sommige vliegende insecten zouden misschien kunnen overleven op dingen die in het water dreven maar vrijwel alle andere insectensoorten zouden zijn uitgestorven.
- zo goed als geen zeeleven meer:
Er zouden ook bijna geen zeedieren meer overblijven. Als de zondvloed echt met zoveel geweld ging dat het de hele geologische kolom veroorzaakte met al die fossielen dan zwemmen de vissen niet lekker rustig rond, verder is er nog de verandering in waterdruk, water temperatuur, lichtfiltratie en dergelijke zaken.
- incest:
2 van iedere diersoort plus 8 mensen is veel te weinig om de aarde te herbevolken, denk eens aan alle genetische afwijkingen die hier mee gepaard gaan aangezien incest noodzakelijk wordt. Dit zelfde argument is overigens in te brengen tegen Adam en Eva als de eerste menselijke wezens in plaats van de eerste mensen in God’s evenbeeld. Creationisten zouden dan nog als excuus kunnen geven dat zij nog pure DNA hadden waarin deze afwijkingen niet zouden voorkomen maar ik denk niet dat je rond de tijd van de zondvloed met datzelfde excuus kan komen aanzetten.
- voedsel voor de carnivoren:
de vleesetende dieren zouden na het verlaten van de ark andere dieren moeten eten maar dit zou voor het uitsterven van een hele diersoort zorgen
- de olijftak:
een van de vogels die Noah los liet had een olijftak geplukt. Als de aarde volledig overstroomd was maandenlang, hoe er dan een olijfboom ergens kunnen groeien?
- de onlogische verspreiding van alle dieren:
als alle dieren over de aarde zijn verpreid vanaf 1 punt, waarom komen dan specifieke diersoorten alleen in australie voor? Bijvoorbeeld buideldierachtige dieren en dergelijke die nergens anders voorkomen. En denk eens aan pinguins bijvoorbeeld?

- Verscheidene problemen met de mechanismes die zijn voorgesteld om de zondvloed te veroorzaken.
een waterkoepel (canopy) rond de aarde, een ijskomeet en dergelijke. (de meeste mechanismes zou Noah en zijn dieren fataal zijn geworden, maar goed...) Er is geen enkel plausibel mechanisme te bedenken voor een wereldwijde overstroming al zijn er verscheidene modellen voorgesteld (Kent Hovind’s theorie van een ijskomeet, Walt Brown’s hydroplaat theorie).


En zo kan ik nog wel even doorgaan.

De problemen die een lokale vloed NIET heeft:

- insecten en vissen hoefde niet gered te worden, die waren er nog genoeg over de wereld.
- Alleen de lokale diersoorten hoefde gered te worden, die liet veel ruimte over in de ark voor het voedsel.
- na de vloed was er onvernietigd gebied over waar de dieren zich konden voorplanten en waar nog andere mensen en dieren waren zodat er geen incest hoefde plaats te vinden
- babies/jonge dieren konden meegenomen worden aangezien de dieren uit de directe omgeving kwamen.
- veel minder dieren om te verzorgen aangezien het alleen lokale diersoorten betreft.
- Het water hoefde niet constant boven alle heuvels/bergen te staan (het kan goed zijn dat het water maar even boven de heuvels/bergen uitkwam door opstuwende waterkracht). Als je echt boven mount everest moest varen dan zou je bovendien doodvriezen of stikken door het gebrek aan zuurstof (nog een reden waarom een gobale vloed niet werkt) al zullen creationisten beweren dat de bergen die we nu hebben pas ontstonden in de zondvloed.

- Er zijn er allerlei grote overstromingen uit de geschiedenis die kandidaat staan voor de vloed van Noah. Ik vermoed persoonlijk dat het het middellandse zee gebied betreft. Ik behandel dit nog verder in het subhoofdstuk over de Bijbel en geschiedenis.

- Verder vinden we in vrijwel alle culturen legendes die sterk overeenkomen met de Bijbelse zondvloed (precies wat je zou verwachten als de Bijbel een gebeurtenis beschrijft dat zich duizenden jaren eerder voltrokken heeft en op vrijwel de hele mensheid – in die tijd althans – betrekking had.) Het grootste deel van deze legendes gaan echter over een lokale , al dan wel een enorme, overstroming maar in bijna geen gaat het over een wereldwijde overstroming. Verder heeft het Islamitische heilige boek de koraan het verhaal van de zondvloed overgenomen van de bijbel en in de koraan is het duidelijk een lokale vloed. Waarom hebben ze het niet overgenomen als een globale vloed als dat de betekenis was van de bijbelse zondvloed en als de mensen in die tijd het ook lazen als een globale overstroming?


Al met al is een lokale zondvloed een stuk logischer. Het leidt niet tot alle problemen die een globale vloed wel heeft en het bijbels taalgebruik laat een lokale zondvloed makkelijk toe en maakt het zelfs extreem waarschijnlijk door psalm 104. Ook zijn legendes in andere culturen over een zondvloed meestal lokaal en heeft de koraan de Bijbelse zondvloed overgenomen als een lokale vloed wat er op wijst dat de mensen in die tijd de zondvloed als een lokale overstroming zagen.

Als de Bijbel echter leert dat de zondvloed lokaal was, dan hebben de jonge aarde creationisten niet het mechanisme om de aarde toch jong te doen laten lijken. De aardlagen en fossielen en dergelijke zijn dus niet ontstaan in de zondvloed maar het resultaat van lange tijdperiodes.


Wetenschappelijke problemen met creationistische concepten

Mijn doel is met name om creationisme of Bijbelse gronden te onkrachten en ik zal daarom niet ingaan op de honderden creationistische argumenten om evolutiewetenschap (in de creationistische definitie van het woord evolutie) te weerleggen en de wetenschappelijke data die ze gebruiken om hun eigen beeld van een jonge aarde en geen evolutie te ondersteunen. Dat zou tenslotte een heel boek op zich worden of zelfs meerdere boeken en mij gaat het hier met name om de Bijbelse ondersteuning van de creationistische positie (of zoals we gezien hebben, het gebrek daar aan). Ik zal echter kort ingaan op een aantal wetenschappelijke kwesties rondom creationisme en evolutie:

- Creationistische claim: “mutaties brengen geen nieuwe genetische informatie voort en evolutie kan zodoende niet plaats vinden.

Een van de meest voorkomende argumenten van creationisten (zowel jonge aarde als oude aarde creationisten) is dat mutaties in het genoom van een dier niet nieuwe informatie kunnen toevoegen. Zodoende kunnen er alleen variaties plaats vinden binnen de informatie die al aanwezig is en blijven de variaties dus altijd binnen de perken van het desbetreffende “type”.

Deze redenering lijkt zeer logisch en aannemelijk. Wanneer je een creationist echter vraagt wat hij nu eigenlijk precies bedoelt met “informatie” wordt het meestal een stuk vager. Wordt hier de hoeveelheid genen bedoelt of de onderdelen van de genen? Als het om de hoeveelheid genen wordt bedoelt dan kunnen mutaties weldegelijk nieuwe “informatie” voortbrengen door middel van genduplicaties. Een genduplicatie is een mutatie waarbij een gen een exacte kopie van zichzelf maakt. Je hebt dan dus een volledig nieuwe gen in het genoom van het dier die weer individueel kan muteren in verscheidene variaties.

Als ik deze vraag echter stel aan creationisten dan krijg ik meestal een antwoord zoals dit: “je kunt bijvoorbeeld verschillende soorten tijgers uit een enkele tijgersoort halen maar er zijn limieten met betrekking tot hoe ver je kunt gaan met variëren. Zo zul je nooit een tijger met vleugels krijgen aangezien de informatie voor vleugels niet aanwezig is in het genoom van tijgers.”

In zekere zin hebben ze gelijk dat je in de natuur of door middel van fokken geen vleugels zult krijgen aan een tijgersoort. Dit heeft echter te maken met verwezenlijkheid en niet met het feit dat er geen informatie voor vleugels te vinden is in het genoom van tijgers. Voor het verkrijgen van vleugels zijn namelijk een ongelooflijk grote hoeveelheid mutaties nodig. Dit is niet iets wat slechts in een paar simpele stappen zou kunnen plaats vinden. In de natuur zal het nooit voorkomen dat mutaties zullen leiden tot een dier dat volledig te identificeren is als een tijger maar dat ook vleugels heeft. De reden daarvoor is dat mutaties geselecteerd worden door natuurlijke selectie wat selecteert op overleving. Vleugels dragen echter niet bij aan de overleving van een tijger. Nu zul je zeggen dat een vliegende tijger toch wel een heel stuk makkelijker zou kunnen jagen, maar slechts vleugels aan een tijger zetten stelt het nog niet in staat om te vliegen. Om een tijger te kunnen laten vliegen moet je de volledige lichamelijke structuur gaan wijzigen. Zo zal de tijger een heel stuk lichter moeten worden en zodoende kleiner. Het zal een nieuwe botstructuur nodig moet hebben, een nieuwe spierstructuur, een aerodynamische lichaamsstructuur, etc. Natuurlijke selectie zal nooit mutaties selecteren die richting vleugels gaan als de tijger via mutaties die op andere kenmerken zijn gericht veel beter zou kunnen overleven. Meer spierkracht in de achterpoten bijvoorbeeld is veel beter voor de overleving van een tijger dan bepaalde mutaties die richting de structuur van vleugels zouden gaan. Maar stel nu dat tijgers zouden leven in een omgeving waarbij vliegen daadwerkelijk een veel betere overlevingstechniek zou zijn, bijvoorbeeld dat het nodig zou worden voor tijgers om van boom naar boom te gaan springen. Zo gauw je een dier hebt dat daadwerkelijk kan vliegen is het dier helemaal niet meer te herkennen als zijnde een tijger aangezien de hele lichamelijke structuur aangepast zou moeten worden. Bovendien zullen de mutaties niet alleen maar op vleugels en luchtwaardige aspecten gericht zijn maar er zullen ook neutrale mutaties en mutaties gericht op de nieuwe levensstijl plaats vinden (de tijgers zullen bijvoorbeeld door nieuwe lichaamsbouw en levensstijl ook hun dieet gaan aanpassen om maar een voorbeeld te noemen.) waardoor je uiteindelijk dus een dier hebt dat in de verste verte niet meer op een tijger lijkt. Er is tenslotte een reden waarom vliegende dieren de fysieke structuur hebben die ze hebben ook al kunnen ze totaal verschillend zijn (vogels en vleermuizen bijvoorbeeld zijn zeer verschillende vliegende diersoorten) en een zware, hardlopende jager die gebouwd is op hard rennen zal niet zomaar vleugels verkrijgen. Technisch gezien zou het mogelijk zijn om zo’n dier te verkrijgen via fokken, maar daar zou heel veel tijd in gaan zitten aangezien tijgers zich niet zo snel voortplanten (daarom worden experimenten met betrekking tot mutaties met name uitgevoerd op insecten aangezien die zich erg snel voortplanten) en we hebben momenteel niet de technologie om met zulke precisie het genoom van een dier te beïnvloeden.

Maar goed, het punt van de creationisten is nu juist dat het zelfs in principe onmogelijk is vleugels aan een tijger te krijgen of zelfs maar een vliegend dier eruit te verkrijgen dat er volledig anders uit ziet als een tijger aangezien de informatie voor in ieder geval de vleugels simpelweg niet aanwezig is in een tijger. Het is als het ware alsof je een 7 probeert te gooien met een 6-zijdige dobbelsteen. De informatie is er gewoon niet.

Dat is echter aantoonbaar niet waar aangezien er geen enkel dier is wiens genoom bestaat uit “andere dobbelstenen”. Om de vergelijking met een dobbelsteen te gebruiken is het zo dat alle dieren de zelfde getallen hebben in hun genoom. Dus letterlijk alle dieren hebben alle mogelijke informatie voor alle mogelijke lichamelijke structuren in hun genoom.

Het DNA van iedere levensvorm bestaat namelijk uit 4 basiscomponenten: Adenine, Cytosine, Guanine en Thymine, die afgekort worden tot A,C,G,T. Het DNA van iedere levensvorm is volledig opgebouwd uit variaties van deze componenten (daar komen nog water en suikers bij om deze componenten met elkaar te verbinden). De feitelijke informatie in het genoom van ieder dier bestaat dus uit A,C,G en T in een specifieke hoeveelheid genen (dat zou je kunnen zien als plaatsen waarin combinaties van deze componenten zich bevinden). Om welke lichaamstructuur dan ook te verkrijgen is er dus geen enkele toevoeging van nieuwe informatie nodig op de toevoeging van nieuwe genen zelf na, wat dus mogelijk is via genduplicatie-mutaties. Het is slechts de kwestie om deze informatie in de juiste volgorde te verkrijgen en daar komende mechanismes van willekeurige mutaties, genduplicaties, frame-shift mutaties, genetische drift, etc kijken, plus het selecterende mechanisme van natuurlijke selectie. Technisch gezien zouden we dus, als we een DNA cel volledig uit elkaar zouden kunnen halen en opnieuw weer opbouwen, iedere mogelijke diersoort kunnen maken. De technologie om zo precies met een microscopisch kleine DNA cel om te gaan bestaat echter nog niet, en eerlijk gezegd hoop ik dat dit er ook niet zal komen. In de natuur zal het natuurlijk nooit zo gaan aangezien evolutie moet werken met wat het heeft en zorgen mutaties voor hele kleine veranderingen waar natuurlijke selectie op selecteert met betrekking tot overlevingscapaciteit. Evolutie gaat met zeer kleine stappen tegelijk en staat het nooit toe dat een dier opeens in een totaal fundamenteel ander dier verandert. Evolutie gaat zeer langzaam en geleidelijk en niet in extreem grote sprongen.

Het feit dat dit mechanisme kan zorgen voor totaal nieuwe eigenschappen die nog niet eerder bestonden is volledig wetenschappelijk aantoonbaar. In de jaren zestig werd bijvoorbeeld een bacterie ontdekt die nylon kan verteren. Nylon is een synthetische stof en is een vrij recentelijke uitvinding die niet in de natuur voorkomt. Deze bacterie had echter dankzij een mutatie de mogelijkheid verkregen om deze synthetische stof te verteren. Als evolutie niet voor nieuwe informatie kan zorgen, hoe kwam de bacterie dan aan deze eigenschap? Had God bacterie geschapen met de informatie ingebouwd om een stof te verteren die pas in de 20e eeuw zou worden uitgevonden? Dat is wel extreem onwaarschijnlijk denk je niet? Door een frame shift mutatie (een vrij dramatische mutatie waarin de informatie in een gen onderbroken wordt en volledig opschuift) kwam er een grote hoeveelheid nieuwe informatie (in de zin van nieuwe basisparen in de gen) in het genoom van deze bacterie soort.

Wat creationisten in feite nodig zouden moet hebben voor hun concept van “types” is 2 verschillende soorten DNA. 1 soort DNA dat kan muteren en 2e soort onveranderlijke DNA dat uniek is voor ieder afzonderlijk “type”. Dat is echter totaal niet wat we vinden in het genoom van welk dier dan ook.

Als alle diersoorten echter dezelfde informatie hebben (in de zin van dat ze dezelfde basiscomponenten hebben) en dat nieuwe genen kunnen worden toegevoegd, wat voor excuus heb je dan om te ontkennen dat evolutie kan plaats vinden? Mutaties gaan dan wel in hele kleine stapjes te gelijk, maar vele kleine stapjes leiden uiteindelijk tot een grote afstand. Als je maar lang genoeg 1 cm per keer vooruit loopt dan ben je uiteindelijk kilometers verder. Zo is het ook met mutaties in dieren. Vele kleine veranderingen leiden uiteindelijk samen tot hele grote veranderingen waarbij het dier waarmee je begon uiteindelijk nog amper te onderscheiden is van het dier dat er uiteindelijk uit voortgekomen is.

Problemen rondom het hele concept van “types”

Het hele concept van “types” is sowieso een erg problematisch concept. Wat IS een type überhaupt? Hoe definieer je dat? Hoe bepaal je tot welk type een bepaald diersoort hoort? Ik heb nog nooit van een creationist een duidelijke en bruikbare definitie van het woord “type” gehoord.

Om te laten zien hoe problematisch dit hele concept is zal ik eens 2 voorbeelden geven:




Dit is een thylacine, een recentelijk uitgestorven diersoort uit Tasmanië. Tot welk “type” denk je dat dit dier behoort?

Ik vermoed dat 99% zou antwoorden dat dit dier tot het “hond type” behoort. Het lijkt tenslotte toch op een hond niet waar? Dit dier had zelfs als volksnaam “de Tasmaanse wolf”.

De thylacine is echter helemaal geen hondensoort of wolvensoort. Het heeft morfologisch en genetisch zelfs zo goed als niks te maken met een wolf of hond. Dit is een buideldier dat genetisch en morfologisch dichter verwant is met een kangoeroe dan met een hond of wolf. De reden dat het op een wolf lijkt is dat het een gelijksoortige levensstijl heeft en een gelijksoortige functie vervult in een gebied waar er geen wolfachtige dieren voortkomen. Het is echter een buideldier en geen wolf. Dit is wat je zou verwachten als evolutie waar is aangezien buideldieren die in een vrije afgesloten gebied voorkomen gelijksoortige fysieke verschijnselen gaan vertonen met andere dieren die in een gelijksoortige maar geografisch afgescheiden omgeving voortkomen.

Hier is nog een voorbeeld:




Ik durf te wedden dat 99% zou zeggen dat dit dier tot het “stekelvarken/egel type” behoort. Dat is echter niet het geval. Dit is een soort miereneter die heel toepasselijk de "mierenegel" wordt genoemd. Dit dier heeft morfologisch en genetisch gezien niks te maken met stekelvarkens. Dit is een kleine mierenetersoort die een gelijksoortig verdedigingsmechanisme heeft als stekelvarkens, namelijk een met stekelsbedekte rug. Dat maakt het echter nog niet tot een stekelvarken. Het zijn beide zoogdieren, al is dit een erg primitieve zoogdier dat eieren legt.

Ik denk dat je je als creationist toch eens zou moeten afvragen of het hele concept van “types” eigenlijk überhaupt wel hout snijdt.

Er is geen enkel reden om aan te nemen dat wanneer de Bijbel het woord type gebruikt, dit dan ook de betekenis heeft die creationisten er aan toeschrijven. Het woord type staat pas in het nieuwe testament gedefinieerd en dan gaat het om de verschillende soorten “vlezen” (rijken), dat houdt in: het mensentype, het vissentype (waterdieren en mogelijk ook amfibieën en misschien zelfs reptielen), het vogeltype (vliegende dieren inclusief insecten en bijvoorbeeld vleermuizen) en het beestentype (landdieren). Het is echter zeer waarschijnlijk dat wanneer het woord “type” in het oude testament wordt gebruikt dat het een gelijksoortige betekenis heeft op gewoon op de verschillende soorten slaat zonder dat dit inhoudt dat dieren hier noodzakelijk binnen blijven. Nergens in de bijbel zien we het woord type gedefinieerd zoals creationisten het interpreteren. Een Bijbelse ondersteuning voor dit creationistische concept is er dus simpelweg niet.

- Creationistische claim: Maar evolutie is gewoon onverenigbaar met het karakter van de God van de Bijbel.

Hier volgt een kort fragment van de populaire creationist Kent Hovind over Theïstische evolutie:




Ok, Kent claimt eerst dat een God die evolutie zou gebruiken wreed, verspillend, dom en bedrieglijk zou zijn. Het idee dat evolutie wreed is behandel ik zoals ik al eerder zei aan het einde van dit hoofdstuk dus daar ga ik hier niet verder op in. Maar het idee dat God verspillend en dom zou zijn slaat echt nergens op. Geen enkele Theïstische evolutionist beweert dat God evolutie nodig had omdat Hij anders geen dieren kon scheppen. Het zelfde zou je namelijk kunnen zeggen over creationisme, waarom had God 6 dagen nodig? Waarom niet 1 nanoseconde? Nou, als Theïstische evolutie waar is dan was de schepping in feite klaar meteen na de oerknal aangezien vanaf dat moment het universum zichzelf verder in elkaar ging zetten. Theïstische evolutie is in feite God die als het ware met 1 stoot alle biljartballen er in schiet. Creationisme is als het ware God die handmatige iedere bal individueel in de gaten moet duwen.
Stel je voor dat er 2 wetenschappers zijn. De ene heeft een zeer complexe robot gemaakt. Nou, dat is heel indrukwekkend natuurlijk. Maar dan komt de 2e wetenschapper en die gooit een hoop losse onderdelen op de grond, vervolgens beginnen die onderdelen zichzelf in elkaar te zetten tot een complexe robot. Van welk ontwerp zou jij het meest onder de indruk zijn? Dom? Abosluut niet.

Er staat ook op het scherm dat God geen blinde kans nodig heeft. Dat klopt, maar evolutie is dan ook helemaal geen blinde kans maar en deterministisch proces geleid door natuurlijke selectie. Evolutie is niet alsof je een hele hoop dobbelstenen gooit tot ze uiteindelijk toevallig op de juiste cijfers vallen. Als je het met dobbelstenen zou vergelijken en je wil allemaal zessen, dan is evolutie een proces waarbij bij iedere worp alle zessen bewaard worden en de rest opnieuw gegooid worden tot die ook allemaal een zes zijn. Evolutie is deterministisch, niet indeterministisch. Zelfs al zou evolutie kans zijn, dan nog zou dat voor een alwetende God, die letterlijk alle tijd van de wereld heeft, geen betekenis hebben.
En verspillend? Dan moet je mij eens uitleggen wat “verspilling” voor betekenis heeft voor een God met onbeperkte tijd en onbeperkte materialen?
En bedrieglijk? De God van creationisme is juist bedrieglijk aangezien zijn natuurlijke openbaring simpelweg onbetrouwbaar is. De wereld lijkt oud maar God zou dan de wereld hebben gemaakt met sterrenlicht dat al op de aarde schijnt terwijl dit eigenlijk miljoenen jaren zou duren, planeten en dieren in volledig volwassen vorm, etc. Wat creationisten in feite zeggen is dat als je wetenschappelijk e wereld zou onderzoeken zonder de Bijbel dat je dan tot hele andere conclusies zou komen. Dat is als je het mij vraagt juist bedrieglijk.

Daarna zegt Kent dat volgens evolutie de dood de mens in de wereld heeft gebracht en dat volgens de bijbel de mens de dood in de wereld heeft gebracht. Dat hebben we in feite al behandeld en dat is simpelweg niet waar.

Wat Kent daarna zegt is waarschijnlijk wel het allerslechtste argument dat ik ooit van een creationist heb gehoord en dat is dat we in God’s evenbeeld gemaakt zijn, dus als we zijn ontstaan uit een lagere diersoort hoe ziet God er dan uit, was Hij een baviaan? Wauw, vraagje... ziet God er dan wel uit als een mens? Nee natuurlijk niet. God heeft geen armen, benen en een hoofd. God heeft geen lichaam. Dat we gemaakt zijn in God’s evenbeeld heeft geen enkele betrekking op ons fysieke lichaam en KAN niet eens daar betrekking op hebben. Een argument als dit valt simpelweg niet serieus te nemen.

Dan zegt Kent dat evolutie de dood van Christus betekenisloos maakt. Hij legt echter niet uit waarom. Ik vermoed dat dit te maken heeft met het feit dat er dan al dood was voor dat de mens zondigde. Maar Adam en Eva waren de eerste mensen in God’s evenbeeld en zodoende waren er nog geen mensen in de Bijbelse zin van het woord gestorven voor de zondeval.

Vervolgens zegt Kent dat er sowieso al geen bewijs is voor evolutie. Dat is onzin maar hij heeft uren aan materiaal dat zogenaamd evolutie weerlegt wat mijn inziens allemaal heel erg zwak is maar daar kan ik hier niet verder op in gaan.

Vervolgens zegt Kent dat evolutie volledig het tegenovergestelde is van wat de Bijbel zegt. Maar zoals ik in dit hoofdstuk heb laten zien is dat in de verste verte niet waar. Evolutie is misschien het tegenovergestelde van de creationistische kalenderdag interpretatie maar die interpretatie is mijn inziens dan ook niet Bijbels ondersteund. Het meest ironische is dat op de lijst die hij geeft het laatste punt is dat volgens evolutie de mens God heeft gemaakt. Hier stelt hij evolutie gelijk aan Atheïsme wat volledig onterecht is. Aan het einde van dit hoofdstuk ga ik dan ook in op evolutie in verhouding tot Atheïsme.

Vervolgens zegt Kent dat het heiligschennis is om te leren dat God evolutie gebruikt heeft. Dat is helaas de treurige realiteit waar we vandaag de dag in leven, maar veel creationisten denken zo. Hier kom ik straks ook nog op terug.

Vervolgens bespreekt Kent Dr. Hugh Ross. Hugh Ross is niet een Theïstische evolutionist maar een progressieve creationist. Dr. Ross erkent de oerknal en de oude leeftijd van de aarde en het heelal maar ontkent biologische evolutie. Hij is een aanhanger van de dag/tijdperk interpretatie. Hij beweert dus dat het woord yom, het Hebreeuwse woord voor dag, in de context van Genesis 1 een tijdperk betekent in plaats van een dag. Ik ben het dus met een aantal dingen oneens met Dr. Ross maar ben het ook met een aantal dingen eens zoals een lokale zondvloed en dat er wel dieren dood gingen voor de zondeval. Vervolgens beweert Kent dat dat Dr. Ross geen Christen is en een andere God heeft en slechts een mentale acceptatie van Christus heeft en geen hartacceptatie van Christus. Ik vind het ronduit schandalig dat Kent deze bewering durft te maken want daar kan hij helemaal niks over zeggen alleen omdat Dr. Ross een andere interpretatie van het scheppingsverhaal heeft en de zondvloed. Besef ook even dat dat in feite het enige verschil is hier. Kent Hovind zit bovendien momenteel een tienjarige straf uit voor belastingfraude, dus echt recht van spreke heeft Kent niet vind ik. Het is aan God om te oordelen, niet aan Kent.

Kent zegt vervolgens het enige waar ik hier met hem mee eens kan zijn en dat is dat je moet leren het vlees te eten en de botten uit te spugen. Je kunt namelijk ook veel leren van mensen waar je het niet helemaal mee eens bent. Ik gebruik zelf namelijk meer dan genoeg materiaal van Christenen waar ik het op allerlei punten niet mee eens ben. Een voorbeeld is James White die zowel een creationist als een Calvinist is, waar ik dus absoluut totaal niet mee eens ben, maar op veel andere gebieden heeft hij weldegelijk dingen te zeggen waar heel veel van te leren is bijvoorbeeld over de drie-eenheid en de Goddelijkheid van Christus en de betrouwbaarheid van het nieuwe testament e.d..


De schade die het creationisme heeft aangericht.

Ik acht het als zeer belangrijk voor Christenen om het creationisme te bestrijden. Creationisme richt tenslotte veel schade aan onder zowel Christenen zelf, als onder de ongelovige. Creationisten zoals Kent Hovind en ook andere creationisten zoals Ken Ham van de populaire creationistische vereniging “Answers in Genesis” drijven tenslotte een wig tussen wetenschap en het Christendom. Volgens hun is evolutie onverenigbaar met het bestaan van God en stellen dus dat je zult moet kiezen tussen God of evolutie; Theïstisch creationisme of Atheïstische evolutie. Kinderen die opgevoed worden met creationisme en dan uiteindelijk achter de wetenschappelijke ondersteuning voor evolutie komen en de vele weerleggingen van de zwakke creationistische claims, zullen dus dan uiteindelijk tot de conclusie komen dat God Zelf dan wel niet zal bestaan. En andersom zullen Atheïsten die verstand hebben van evolutie en door de argumenten van creationisten heen kunnen zien, afgehouden worden van het komen tot God aangezien ze creationisme niet kunnen accepteren en dit gepresenteerd wordt als een noodzakelijk geloofspunt voor een Christen. Creationisten ondermijnen ook het vertrouwen in wetenschap en de betrouwbaarheid van God’s natuurlijke openbaring in ruil voor zwak ondersteunde interpretaties van de Bijbel gebaseerd op autoriteit van Christenen met een zwak begrip van zowel de Bijbel als van evolutie en wetenschap in het algemeen. Een van de stomste dingen die creationisten doen is het ontkennen van de betrouwbaarheid van koolstofdatering. Koolstofdatering is een van de grootste vrienden van de Bijbel. Vroeger zeiden sceptici namelijk dat de Bijbel net zo goed pas volledig in de middeleeuwen geschreven had kunnen zijn. De oudste manuscripten van zowel het nieuwe als het oude testament kwamen tenslotte uit ongeveer 900 na Christus. Koolstofdatering zorgde er echter voor dat de dode zeerollen gedateerd konden worden waardoor we weten dat deze kopieën van de boeken van het oude testament dateren van ver voor Christus (en zodoende dat de profetieën in het oude testament betrouwbaar zijn en niet pas na de beschreven gebeurtenissen geschreven zijn).

Creationisme is mijn inziens het hedendaagse heliocentrisme. In de 17e eeuw kwam de astronoom Galileo Galilei met zijn theorie dat de aarde rond de zon draait en niet andersom. Het Vaticaan zag dit echter als tegenstrijdig met de Bijbel gebaseerd op een waarschijnlijk nog zwakkere schriftelijke interpretatie dan waarop het creationisme gebaseerd is, en bestempelde Galileo als een ketter en brachten hem zelfs bijna ter dood. Galileo trok zijn theorie uit angst voor zijn leven echter in. De kerk heeft relatief recentelijk nog een officieel excuus aangeboden voor de onterechte en schandalige vervolging van Galileo. Dergelijke praktijken komen gelukkig niet voor bij creationisten maar het principe is het zelfde. Creationisten zoals Kent Hovind maken Theïstische evolutionisten (en zelfs oude aarde creationisten) uit voor ketters en heiligschenners. We kunnen er echter allemaal over eens zijn dat hoewel de Bijbel is geschreven vanuit een menselijke perspectief (we gebruiken vandaag de dag tenslotte ook nog uitdrukkingen zoals “zonsondergang” terwijl de zon niet letterlijk onder gaat maar dat de aarde draait) dat de Bijbel echter niet LEERT dat de zon rond de aarde draait (dit bespreek ik ook nog in de subhoofdstukken over wetenschap en de Bijbel en over de schade die de kerk heeft aangericht.


Evolutie en Christelijke wetenschappers

Creationisme maakt de laatste weer een opkomst en is met name in Amerika zeer populair. Ondanks dat zijn creationisten nog steeds een minderheid onder de Christenen. Zowel de Rooms-Katholieke kerk als de Oosters Orthodoxe kerk hebben officieel evolutie geaccepteerd en ook veel Protestantse kerken accepteren evolutie, al lopen de Protestantse kerken wat dat betreft nog wat achter.

De creationistische gelijkstelling van evolutie met Atheïsme is dan ook grotendeels onzinnig. Onder de meest vooraanstaande evolutie biologen zijn tenslotte ook Christenen te vinden:



Dit is professor Robert T Bakker. Een zeer gerespecteerde expert op gebied van de evolutie-biologie.Een graag geziene gast in verscheidene documentaires over evolutie. Maar naast zijn werk als bioloog is hij ook nog predikant in een zijn plaatselijke protestantse kerk.



Dit is Kenneth R. Miller een evolutiebioloog die getuigt heeft in de Kitzmiller vs. Dover rechtzaak over evolutie vs creationisme controverse in de Amerikaanse scholen. Ken Miller is echter helemaal geen Atheïst maar een Katholieke Christen. Miller heeft verscheidene colleges gegeven waarin hij creationistische claims weerlegt. Daarnaast is hij schrijver van het boek "Finding Darwin's God: A scientist's Search for Common Ground Between God and Evolution".

Veel creationisten hebben het idee dat de hele evolutietheorie en de oerknaltheorie (die oorspronkelijk afkomstig was van de astronoom en Belgische priester George LaMaitre) een Atheïstisch wetenschappelijk “complot” is of zelfs een Satanistisch complot. Dit is echter pure onzin aangezien er meer Christenen zijn die evolutie accepteren dan dat er überhaupt Atheïsten op de wereld zijn. De meeste creationisten zijn niet eens Christenen aangezien er veel meer Islamitische en Hindoeïstische creationisten zijn.


Al met al moet ik concluderen dat Creationisme een zeer zwakke Bijbelse en wetenschappelijke ondersteuning heeft en dat het schadelijk is voor zowel ons geloof als voor de wetenschap. Ik zie dus geen enkele reden om het creationisme te accepteren en ik zie alle redenen om het bestrijden.


Atheïsme en evolutie

Na deze conclusie richt ik me tot de Atheïsten voor wie Hoofdstuk 4 nu eigenlijk bedoeld is. Ik hoop dat het duidelijk mag zijn waarom ik geen enkel conflict zie tussen evolutie (en een oude aarde, de oerknal, etc) en de Bijbel. Evolutie is dus simpelweg geen argument voor Atheïsme.

Er zijn echter een paar claims van Atheïsten waarmee ze trachten aan te tonen dat Atheïstische evolutie waarschijnlijker is dan Theïstische evolutie. Laten we die claims eens even bekijken:

- Je interpretatie kan niet kloppen, want had een taaldeskundige niet laatst aangetoond dat “bara” eigenlijk scheiden betekent? Dat heeft nog niet zo lang geleden in de krant gestaan? Dat houdt in dat God de hemel en de aarde niet heeft geschapen maar slechts gescheiden!

Een oudtestamenticus genaamd Ellen van Wolde kwam in 2009 met een controversieel standpunt dat het woord bara niet "scheppen" maar "scheiden" betekent. Ze staat hier echter behoorlijk alleen in, en niet zonde reden. Er zijn namelijk nogal wat redenen te noemen waarom van de Wolde vrijwel zeker fout zit met haar nieuwe vertaling.

Dit is een citaat uit een artikel uit de volkskrant:

http://www.volkskrant.nl/wetenschap/article1300141.ece/God_schiep_de_aarde_niet
Van Wolde analyseerde de Hebreeuwse grondtekst van Genesis niet alleen taalkundig, 'maar plaatste het fragment ook in de context van de rest van de bijbel en andere scheppingsverhalen uit Mesopotamië'. Haar conclusie: Het Hebreeuwse werkwoord 'bara' betekent niet scheppen, maar 'ruimtelijk scheiden'.

Dit impliceert volgens de hoogleraar dat hemel en aarde er al waren voordat God ze uit elkaar haalde. God scheidde de reeds bestaande hemel van de aarde, het land van de zee, de zeemonsters van de vogels en het gekrioel op de grond, stelt Van Wolde in Trouw.

Van de Wolde baseert haar vertaling op de Mesopotamische scheppingsverhalen uit de tijd van Genesis waarin de goden hemel en aarde inderdaad niet geschapen hebben zoals we al eerder hebben besproken. We zien hier dus gelijk een vooroordeel naar voren komen; dat van de Wolde Genesis in de context wil plaatsen van de andere scheppingsverhalen uit die tijd en cultuur. Het is treurig dat het unieke karakter van Genesis niet gewaardeerd wordt en in een cultureel hokje geplaatst dient te worden (tja, want als het niet van God komt, dan moet het toch ergens anders vandaan komen niet waar?). Van de Wolde is echter hier wel eerlijk over aangezien ze zelfs het monotheïstische karakter van de tekst aanvalt. In het artikel in Trouw lezen we het volgende:

http://www.trouw.nl/religie-filosofie/nieuws/religie/article2882522.ece/_rsquo_God_schiep_niet___hij_scheidde_rsquo__.html
Daarnaast haalt Van Wolde nog een vertrouwd element uit de joods-christelijke theologie onderuit. „Het monotheïstische beeld van de ene God, dat klopt niet. Er is sprake van een godenverzameling, met goden en een oppergod.”

Het mag dus duidelijk zijn dat Van de Wolde Genesis wil plaatsen binnen de collectie van alle andere scheppinsmythes uit dezelfde tijd. Dit geeft ze dan ook zelf aan als een van de redenen voor haar "ontdekking":

http://www.volkskrant.nl/wetenschap/article1300141.ece/God_schiep_de_aarde_niet
Van Wolde gaat in tegen ’alle vertalingen, commentaren en studies’ die het tegendeel beweren. Ook álle Nederlandse bijbelvertalingen waarin God als Schepper wordt genoemd, zitten er volgens haar naast.

Tijdens haar onderzoek heeft Van Wolde zich afgevraagd waarom zij de eerste zou zijn die na vele eeuwen tekstuitleg 'de waarheid boven tafel krijgt'. Haar eigen antwoord: 'Ik kan dat omdat er voor mij als onderzoeker nu zoveel middelen voorhanden zijn. Lexica, analysemethoden en niet te vergeten: nieuwe uitgaven van Mesopotamische teksten. De oudere waren nog bestempeld door de bijbelse opvattingen van de wetenschappers.'


Van Wolde neemt dus de tekst niet op zichzelf maar gebruikt teksten van polytheistische religies uit het zelfde gebied om tot een nieuwe interpretatie te komen. Ze beweert echter ook dat dat "scheiden" ook binnen de Bijbelse context past. In het zelfde artikel lezen we het volgende:

http://www.trouw.nl/religie-filosofie/nieuws/religie/article2882522.ece/_rsquo_God_schiep_niet___hij_scheidde_rsquo__.html
Zo stuitte ze op de openingsverzen van het bijbelboek waarop ze ooit promoveerde. Preciezer: Op het werkwoord bara. Dat betekent volgens iedereen ’scheppen’, maar voor Van Wolde voldeed die vertaling niet meer. „Het klópte gewoon niet.” Bij het werkwoord was God het onderwerp (God schiep...), gevolgd door ’steeds twee of meer lijdende voorwerpen’. Waarom schiep God niet één ding of dier, maar steeds meerdere? Omdat, stelde Van Wolde vast, God niet schiep, maar scheidde. De aarde van de hemel, het land van de zee, de zeemonsters van de vogels en het gekrioel op de grond.

"Er wás dus al water, er waren al zeemonsters. God maakt wel eens iets, maar niet de hemel en de aarde.” Het gebruikelijke idee van scheppen-uit-niets, creatio ex nihilo, is een groot misverstand.

We zullen echter zien dat Van Wolde's vertaling niet op de Bijbelse tekst zelf te baseren valt en dit is (ironisch genoeg) vrij simpel aan te tonen. Ik zal enkele tegenargumenten geven:

- er zijn verzen waarin bara simpelweg geen scheiden kan betekenen
Van Wolde claimt dat wanneer bara wordt gebruikt met God als onderwerp, dat dit dan steeds op twee of meer lijdende voorwerpen betrekking heeft. Is dat echter wel zo? Wanneer we naar de lijst kijken van alles verzen waarin bara wordt gebruikt, dan zien we echter al snel dat dit juist bijna nooit het geval is. Als we bijvoorbeeld naar de verzen kijken waarin bara betrekking heeft op mensen dan kan bijna nooit scheiden worden toegepast. Ik zal een paar voorbeelden geven:

Genesis 6:7
Ik zal de mensen die ik geschapen heb van de aarde wegvagen, dacht hij, en met de mensen ook het vee, de kruipende dieren en de vogels, want ik heb er spijt van dat ik ze heb gemaakt.

Genesis 6:7 (als bara scheiden betekent)
Ik zal de mensen die ik gescheiden heb van de aarde wegvagen, dacht hij, en met de mensen ook het vee, de kruipende dieren en de vogels, want ik heb er spijt van dat ik ze heb gemaakt.

Het mag duidelijk zijn dat hier bedoeld wordt dat God de mens die Hij gemaakt heeft zal vernietigen. En van de Wolde beweert dan ook niet dat God de mens gemaakt heeft. Zij beweert echter dat asah scheppen betekent (daar kom ik zo nog op terug) en dat vervolgens God de mens scheiden in mannen en vrouwen. Echter, er staat ook dat God de mens in zijn evenbeeld... scheiden???? Van de Wolde beweert dat hiermee wordt bedoeld dat God een scheiding maakte tussen Hemzelf en de mens die zijn beeld is. Dat is echter duidelijk niet wat er staat maar slechts een (erg onterechte) interpretatie.
God scheidde de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God scheidde hij hem, mannelijk en vrouwelijk scheidde hij de mensen.
Met het laatste gedeelte kun je misschien nog wegkomen, maar met het eerste gedeelte absoluut niet.
ALs we echter kijken naar Genesis 6:7, dan zouden we ons meteen moeten afvragen waarom hier het woord scheiden (bara) dan zou zijn gebruikt in plaats van asah (scheppen)? Zo komt de zin niet erg logisch over. Laten we nog een voorbeeld nemen:

Numeri 16:30
Maar als de HEER iets laat gebeuren (bara) dat nog nooit gebeurd is, als de aarde haar mond openspert en hen met al hun bezittingen opslokt en zij levend in het dodenrijk afdalen, dan zult u inzien dat die mannen de HEER hebben afgewezen.

Numeri 16:30 (als bara scheiden betekent)
Maar als de HEER iets scheidt dat nog nooit gebeurd is, als de aarde haar mond openspert en hen met al hun bezittingen opslokt en zij levend in het dodenrijk afdalen, dan zult u inzien dat die mannen de HEER hebben afgewezen.

In deze zin schept God iets totaal nieuws (in het Nederlands wordt dat echter vertaald met "iets laten gebeuren dat nog nooit gebeurd is"), maar heeft het ook maar enigzins betekenis om te stellen dat God iets totaal nieuws scheidt?

Psalm 51:12
God, schep in mij een zuiver hart,
vernieuw mijn geest, maak hem standvastig.

Psalm 51:12 (als bara scheiden betekent)
God, scheidt in mij een zuiver hart,
vernieuw mijn geest, maak hem standvastig.

Kan bara hier scheiden betekenen? Dat lijkt me niet. Wat voor betekenis heeft het om te vragen of God een zuiver hart in je scheidt? Wil de Psalmist dat zijn onzuiver hart in een zuiver en onzuiver deel gescheiden wordt? Dat is nogal absurd. Het mag duidelijk zijn dat de Psalmist God vraagt om Hem een nieuw hart te geven.

Ezechiel 28:13-15
Je leefde in Eden, in de tuin van God, en je was bekleed met een keur van edelstenen: met robijn, topaas en aquamarijn, met turkoois, onyx en jaspis, met saffier, granaat en smaragd, gevat in gouden zettingen. Op de dag dat je geschapen werd lagen ze klaar. 14 Je was een cherub, je vleugels beschermend uitgespreid, je was door mij neergezet op de heilige berg van God, waar je wandelde tussen vurige stenen. 15 Je was onberispelijk in alles wat je deed, vanaf de dag dat je was geschapen tot het moment dat het kwaad vat op je kreeg.

Ezechiel 28:13-15 (als bara scheiden betekent)
Je leefde in Eden, in de tuin van God, en je was bekleed met een keur van edelstenen: met robijn, topaas en aquamarijn, met turkoois, onyx en jaspis, met saffier, granaat en smaragd, gevat in gouden zettingen. Op de dag dat je gescheiden werd lagen ze klaar. 14 Je was een cherub, je vleugels beschermend uitgespreid, je was door mij neergezet op de heilige berg van God, waar je wandelde tussen vurige stenen. 15 Je was onberispelijk in alles wat je deed, vanaf de dag dat je was gescheiden tot het moment dat het kwaad vat op je kreeg.

Is de engel Satan soms ook gescheiden? Met name in vers 15 is het duidelijk dat het met bara op het ontstaan-moment van deze engel wordt gedoeld. Scheiden zou hier simpelweg betekenisloos zijn.

Exodus 34:10
De
HEER antwoordde: ‘Ik wil een verbond sluiten. Voor de ogen van heel je volk zal ik zulke wonderbaarlijke daden verrichten(scheppen) als er onder geen enkel volk op aarde ooit verricht zijn, en het hele volk dat bij jou is, zal zien welke ontzagwekkende dingen ik, de HEER, voor jou zal doen.

Exodus 34:10 (als bara scheiden betekent)
De
HEER antwoordde: ‘Ik wil een verbond sluiten. Voor de ogen van heel je volk zal ik zulke wonderbaarlijke daden scheiden als er onder geen enkel volk op aarde ooit verricht zijn, en het hele volk dat bij jou is, zal zien welke ontzagwekkende dingen ik, de HEER, voor jou zal doen.

Ik zal nog een aantal verzen geven en stel jezelf bij deze verzen de vraag of het echt betekenis heeft om bara hier als scheiden te vertalen:

Jesaja 4:5
dan zal hij boven de plaats waar de Sion ligt en waar men bijeenkomt, een wolk scheppen (scheiden???) voor overdag en een lichtend vuur met rook en vlammen voor de nacht. Zijn luister zal alles overdekken,

Jesaja 40:28
Weet je het niet? Heb je het niet gehoord?
Een eeuwige God is de HEER,
schepper (scheider?) van de einden der aarde.
Hij wordt niet moe, hij raakt niet uitgeput,
zijn wijsheid is niet te doorgronden.

Jesaja 43:15
Ik ben de HEER, jullie Heilige,
de schepper (scheider?) van Israël, jullie koning.

Jesaja 54:16
Ik heb de smid geschapen (gescheiden?),
die het gloeiende vuur aanblaast
om gereedschap te vervaardigen voor een zeker doel;
zo heb ik ook de vernietiger geschapen (gescheiden?),
die verderf wil zaaien.

Jesaja 57:19
Voor diegenen onder hen die treuren
schep (scheidt?) Ik nu lippen die vrucht dragen.
Vrede, vrede voor hen die veraf zijn
en voor hen die dichtbij zijn’,
zegt de HEER, ‘Ik zal hen genezen.’


Er zijn dus meer dan genoeg verzen waarin bara zeker geen scheiden betekent. Dat er bepaalde verzen zijn waarin de vers nog betekenis heeft als je het met scheiden vertaalt wil niet zeggen dat bara ook daadwerkelijk scheiden kan betekenen. Er zullen namelijk meer dan genoeg woorden zijn die je kunt vervangen voor scheiden en vervolgens een zin overhouden met betekenis.
Als we het woord "planten" of "aanleggen" (nata) in genesis 2:8 voor "scheiden" zouden vervangen dan hebben we tenslotte ook nog steeds een zin met betekenis. In plaats van dat God de tuin dan zou hebben aangelegd, zou Hij de tuin slechts hebben gescheiden van de rest van het bos. De tuin van Eden was een afgescheiden gebied dus dat past toch dan heel mooi niet waar? In dit geval zou echter iedereen zeggen: "ja maar dat staat er niet en in heel veel andere verzen waarin nata wordt gebruikt betekent het duidelijk niet scheiden". Precies, en het zelfde geldt voor bara.
Als bara scheiden zou betekenen dan zou je met name juist het woord bara verwachten in Genesis 2:18 wanneer God zegt dat Hij een helper zal maken voor Adam. Aangezien Eva uit Adam is voortgekomen zou je letterlijk kunnen zeggen dat zij gescheiden is uit Adam.


- er is al een woord voor scheiden in het Hebreeuws en hemel en aarde worden al gescheiden op de 2e dag

Dit tegenargument is een zeer overduidelijke, namelijk dat in het scheppingsverhaal er al een woord voor scheiden wordt gebruikt. God scheidt namelijk licht van duisternis op dag 1 en de hemel (de lucht) en de aarde (de zeeën onder de lucht) op dag 2. Het woord dat hier wordt gebruikt is "badal". Dat woord betekent inderdaad scheiden en wordt ook altijd gebruikt als scheiden, apart zet, buitensluiten, afscheiding maken, in tweeën delen of onderscheid maken. Als de schrijver van Genesis echt bedoeld zouden hebben dat God in vers 1 hemel en aarde heeft gescheiden, waarom zouden ze dan niet het woord "badal" hebben gebruikt aangezien dat het woord is dat ze in de rest van het scheppingsverhaal gebruiken voor scheiden (en dat in de rest van het oude testament als zodanig gebruikt wordt?)


Al met al is er geen enkele reden om aan te nemen dat "bara" eigenlijk scheiden betekent. Het past niet in Bijbelse context, er wordt al een ander woord voor scheiden gebruikt en er is vrijwel geen enkele vers in de Bijbel waarin bara als scheiden ook daadwerkelijk in de zin past. We hebben dus geen goede redenen om aan te nemen dat "bara" wel scheiden betekent en we hebben goede redenen om aan te nemen dat "bara" scheppen betekent.

Het is natuurlijk makkelijk om te beweren dat de reden, dat er zo weinig taalkundigen van het Hebreeuws achter van Wolde staan, is omdat haar stelling zo controversieel is... maar laten we eerlijk zijn; is de kans niet groter dat het komt omdat ze het gewoon fout heeft?


- Evolutie is precies wat je zou verwachten als Atheïsme waar was

Zoals ik al zei in hoofdstuk 4.1 over het probleem van het lijden, je kunt simpelweg GEEN ENKELE voorspelling doen vanuit Atheisme. Letterlijk helemaal niks. Ik zal nogmaals herhalen wat ik in Hoofdstuk 4.1 zei:

Iedere conclusie die je trekt als Atheïst zal gebaseerd moeten zijn op andere aannames waar je geen enkele voorspelling over kunt doen. Atheïsten zelf geven juist vaak toe dat Atheïsme helemaal geen verklaringen geeft maar slechts een reactionaire positie is. Dan kun je sowieso al geen voorspellingen vanuit die positie doen. Maar dat is niet het enige probleem, want als we namelijk kijken naar de argumenten voor het bestaan van God, dan moeten concluderen dat dat het bestaan van een universum, een planeet waarop leven kan ontstaan en de juiste omstandigheden en geschikte natuurwetten waarin evolutie kan plaats vinden juist bijzonder onwaarschijnlijk is als Atheïsme waar zou zijn. Laat me dat even verduidelijken:

- Je kunt namelijk vanuit Atheïsme helemaal niet verwachten dat er überhaupt iets zou kunnen bestaan (het contingentie argument – hoofdstuk 2.1, en het kalam argument – hoofdstuk 2.3)
- Je kunt vanuit Atheïsme helemaal niet verwachten dat een specifieke metafysische Wereld zou bestaan in plaats van een andere metafysische Wereld (het contingentie argument – hoofdstuk 2.1)
- Je kunt vanuit Atheïsme helemaal niet verwachten dat er een universum zou bestaan waar leven in zou kunnen bestaan en ontstaan (het teleologische argument van precieze afstelling/fine tuning - hoofdstuk 2.4)

Verder is het bestaan van een ziel en de cognitieve betrouwbaarheid van ons redeneringsvermogen ook ontzettend problematisch voor Atheïstische evolutie (hoofdstuk 2.5: transcendentie argumenten en de problemen van naturalisme). Met andere woorden; als je alle argumenten voor God’s bestaan in acht neemt is Theïstische evolutie dus vele malen waarschijnlijker dan Atheïstische evolutie.

Nu kan de Atheïst beweren dat je evolutie zou verwachten als Atheïsme waar is aangezien dit het enige mechanisme kan zijn om leven te verkrijgen in de afwezigheid van een ontwerper. God heeft evolutie tenslotte niet NODIG gehad maar had ook op een andere manier kunnen scheppen. Atheïsme is echter afhankelijk van evolutie.

Dit is echter onzin aangezien er tenslotte al Atheïsten waren voordat evolutie ontdekt was . Atheïsme is niet iets nieuws dat pas midden 19e eeuw de kop op stak. Zo waren er al Atheïsten in het oude Griekenland en zijn veel Boeddhisten ook Atheïstisch. Wat de meeste Atheïsten uit die tijd geloofde is dat de hele wereld gewoon eeuwig was inclusief alles wat in de wereld voorkomt, dus dat alle dieren en mensen altijd al bestaan hebben maar dat de mensheid qua technologische vooruitgang steeds weer tot een nulpunt wordt terug gezet door grote natuurrampen.

Verder zou je als Atheïst ook kunnen geloven in een oneindig multiversum waarin er gewoon een universum is waarin alles door pure kans zo is ontstaan. Ergens in een oneindig multiversum zou er zo’n soort universum tenslotte toch moeten voorkomen? Sterker nog, er zou zelfs dan een universum moeten bestaan waarin er volledig de illusie is dat jonge aarde creationisme waar lijk te zijn! Dat wil zeggen dat door pure kans de hele wereld in 6 dagen volledig functionerend in elkaar gevallen is en waar zelfs 4400 jaar geleden er een wereldwijde overstroming was. Die kans is absurd overdreven klein maar zou in een oneindig multiversum ergens moeten voorkomen. Atheïsten zullen dus altijd een excuus kunnen behouden. Zelfs al zou er bewezen worden dat evolutie niet waar is, dan wil dat nog niet meteen zeggen dat creationisme waar is en je zult er echt niet door van het Atheïsme af komen.

Sterker nog, er zijn Atheïsten die evolutie juist NIET accepteren. Astronoom Sir Fred Hoyle bijvoorbeeld accepteerde zowel evolutie als de oerknal niet omdat dit in strijd was met zijn Atheïstische wereldbeeld waarin er geen moment van ontstaan was voor het universum. Aangezien volgens de (door hem zelf geopperde) steady state model het universum oneindig oud was en waarin het leven op aarde was gemaakt door buitenaardse wezens die op hun beurt weer gemaakt waren door andere buitenaardse wezens wat tot een oneindige reeks leidde tot in het oneindige verleden. Zo bestaat er vandaag de dag nog steeds een Atheïstische groep genaamd de “Raliens” die geloven dat Aliens het leven op aarde hebben gemaakt en evolutie onjuist is.

Atheïsme en evolutie hebben dus veel minder met elkaar te maken dan dat veel mensen denken.


- Waarom zou God evolutie gebruiken?

Vragen waarom God zus of zo doet zijn altijd heel moeilijk te beantwoorden aangezien we God tenslotte niet kunnen psycho-analyseren. God’s motivaties kunnen we simpelweg meestal niet weten. Ik kan echter wel 2 mogelijkheden bedenken al kan ik natuurlijk niet weten of dit daadwerkelijk de redenen zijn:

1. Evolutie en de oerknal stelt ons in staat onze oorsprong te onderzoeken. Als God alles spontaan had geschapen dan was het verleden voor de wetenschap onbekend gebleven. Nu kunnen we echter ontdekken wat er precies in het verre verleden is gebeurd en met name met betrekking tot de oerknal kunnen we het ontstaan van het universum onderhand zelf observeren.
2. Evolutie, oude aarde en oerknal, etc voorkomt dat de schepping een schijnleeftijd heeft. Als God de aarde spontaan had geschapen met volgroeide bomen en sterrenlicht dat al op de aarde scheen zonder de daadwerkelijke afstand te hebben moeten afleggen, dan zou heel God’s natuurlijke openbaring onbetrouwbaar worden. De wereld zou dan ouder lijken dan dat het daadwerkelijk is. Dit zou de wetenschap teniet doen en zou God tot een bedrieger maken aangezien de wereld anders lijkt dan dat het is.

- Maar evolutie is helemaal geen efficiënt proces, waarom zou een almachtige God dat dan gebruiken?

Op de eerste plaats is evolutie helemaal niet zo inefficiënt aangezien de wereld ongelooflijk complex is als resultaat. Maar ik snap wel hoe deze claim bedoelt wordt aangezien God de hele wereld ook in een seconde had kunnen scheppen of gewoon in 6 dagen zoals jonge aarde creationisten geloven. Het probleem is dat we hier dan wel erg menselijk zitten te denken. Efficiëntie is tenslotte alleen belangrijk voor iemand die beperkte tijd en/of beperkte materialen heeft. Maar God heeft onbeperkte tijd en onbeperkte materialen. Wat voor verschil maakt het uit voor God dat het proces tot aan de ontstaan van de mensheid zo lang duurde? God is niet beperkt door de tijd. God is de schepper van de tijd tenslotte en de schepper van al het materiaal. Vanuit God’s perspectief zou er helemaal geen verschil zijn tussen een “makkelijke en snelle” manier van scheppen en een “moeilijke en langzame” manier van scheppen. Wat hebben worden als makkelijk en moeilijk en snel en langzaam überhaupt voor betekenis voor een almachtige God?

Verder hoeft DEZE wereld ook niet zo efficiënt gemaakt te zijn aangezien deze wereld bedoeld is om uiteindelijk te vergaan en herschapen te worden in een wereld die WEL perfect gaat zijn.

- Maar evolutie is een wreed proces?

Deze claim maakt 2 veronderstellingen, namelijk dat dieren objectieve pijn ervaringen hebben zoals mensen en dat er een objectief verschil is tussen een wereld waarin de natuurlijke “oorlog” tussen dieren het resultaat is van de schepping zelf of van de zonde van Adam en Eva. Ik vind het juist problematischer om te zeggen dat God dieren elkaar laat opeten vanwege Adam en Eva dan dat dit onderdeel van de schepping is. Dieren zijn dan wel “nefesh” en zelf bewust, dat wil echter niet zeggen dat ze ook daadwerkelijk kunnen lijden zoals mensen. Pijn zelf is tenslotte een resultaat van evolutie aangezien het helpt bij evolutie maar zoals ik ook al zei in hoofdstuk 4.1 en hoofdstuk 2.5, kan dit evolutionaire voordeel ook plaats vinden zonder dat er een daadwerkelijke bewuste pijnervaring optreed en zodoende kunnen dieren tekenen van lijden vertonen zonder daadwerkelijk te lijden. Ik acht het zeer zeker mogelijk dat dieren helemaal niet daadwerkelijk kunnen lijden zoals wij in de zin dat ze daadwerkelijke bewuste ervaringen hebben van pijn. Dat is uiteraard op geen enkele wijze een excuus voor dierenmishandeling. Dieren zijn en blijven God schepsels en levende wezens en het mishandelen van dieren is zondig, respectloos en komt vanuit wrede zondige verlangens of dieren nu daadwerkelijk bewuste ervaringen van pijn hebben zoals mensen of niet. Dierenmishandeling kan geen enkel excuus hebben. Stel je bijvoorbeeld voor dat iemand zomaar zonder reden even een heel bos plat brandt (en stel even dat er geen dieren in dat bos waren), diegene kan dan zeggen dat hij niemand heeft pijn gedaan en dat deze grond van niemand was, maar zou je zijn daad ondanks dat een moreel neutrale actie noemen? Natuurlijk niet, het is nog steeds een slechte en wrede actie om zo met God’s schepping om te gaan en dat geldt net zo goed voor dieren (bovendien zeg ik dat dit een waarschijnlijke mogelijkheid is, ik wil niet beweren dat ik het weet dat dieren geen pijn kunnen ervaren zoals wij dat doen. Dieren zodoende pijn gaan doen alleen omdat je denkt dat ze waarschijnlijk niet daadwerkelijk kunnen lijden is dus nog eens extra wreed aangezien je ook best fout kunt zitten. Bovendien maakt de afwezigheid van bewuste pijnervaringen dieren niet tot “dingen” aangezien ze nog steeds bewust zijn met betrekking tot wat er om hun heen gebeurt ook al is dit erg primair vergeleken met de mens. Er is dus simpelweg geen enkel mogelijk excuus voor dierenmishandeling om wat voor reden dan ook).

God staat ons wel toe om dieren te eten en in het oude testament werden ze als offers gebruikt. Mijn inziens is het dan waarschijnlijk dat God dieren niet de mogelijkheid heeft gegeven om te kunnen lijden op dezelfde wijze als wij dat kunnen (met betrekking tot menselijk lijden verwijs ik je terug naar Hoofdstuk 4.1: het probleem van het lijden). Het is tenslotte God die dieren “nefesh” heeft gemaakt en Hij heeft ook bepaald wat dat precies inhoudt.

Algemene vraag: is er een plaats voor ontwerp in het evolutieproces zelf in Theïstische evolutie?

Er hoeft niet noodzakelijk een verschil te zijn tussen "Atheïstische evolutie" en "Theïstische evolutie" als het op het proces zelf aankomt. Een volledig natuurlijk proces voor evolutie is mijn inziens volledig verenigbaar met het Christendom. Dat wil echter niet zeggen dat ontwerp helemaal geen plaats hoeft te hebben in het evolutie proces. Sowieso is het evolutieproces zelf al afhankelijk van ontwerp zoals we hebben kunnen zien in Hoofdstuk 2.4 maar het is ook mogelijk dat Goddelijk ontwerp een rol speelt in evolutie zelf. Waar ik zelf en vele andere Theïstische evolutionisten sceptisch over zijn, zijn de mechanismen van evolutie. Namelijk natuurlijke selectie en willekeurige mutaties. Dat deze een rol spelen in evolutie mag duidelijk zijn, maar de vraag is echter of dit voldoende is om de complexiteit te krijgen die we vinden in levensvormen. Er zijn natuurlijk meerdere mechanismen zoals genetische drift, maar er is zeker wel een plek voor een wat meer doelgericht en minder blind proces in de evolutie. Zijn mutaties namelijk echt wel zo willekeurig? Een goed voorbeeld is de nylonbacterie. Deze bacteriën konden door een mutaties nylon verteren, maar dit vond plaats door een behoorlijk onwaarschijnlijke frame-shift mutatie. Echter toen wetenschappers een gelijksoortige bacterie op nylon hadden gezet, konden ook deze bacteriën na een paar generaties nylon verteren. Hiermee wil ik niet suggereren dat God als het ware de mutaties veroorzaakt. Het lijkt me ook niet zo logisch dat God doelgericht bacteriën nylon wil laten verteren. Maar waar dit en vele gelijksoortige voorbeelden wel op kunnen wijzen is dat mutaties misschien veel minder willekeurig zijn dan meestal wordt voorgesteld. Wat sommige wetenschappers hebben voorgesteld is dat de genetica van dieren en de omgeving voor een interactief systeem zorgen, waarbij de genen zich aanpassen aan de omgeving en niet slechts door willekeurige mutaties geleid door natuurlijke selectie maar doordat de genen "weten" in wat voor omgeving ze zich bevinden en zich zodoende aanpassen.
Een aanhanger van dit principe is bijvoorbeeld de bioloog Bruce Lipton (niet eens een Theïstische evolutionist overigens. Ik weet niet of hij een Theïst of Atheïst is.)

Het voordeel dat ik als Theïstische evolutionist heb in tegenstelling tot de meeste Atheistische evolutionisten is dat ik kan openstaan voor mogelijk ontwerp in het evolutieproces terwijl de Atheïst hier niet voor open kan staan aangezien voor hem evolutie wel een volledig naturalistisch proces zal moeten zijn (tenzij je aan aliens gaat denken. Die aliens zullen dan echter zelf ook geëvolueerd moeten zijn via een naturalistisch proces).

Verder is het ontstaan van het leven zelf ook nog een behoorlijk mysterie. Er zijn wel allerlei hypothesen voorgesteld en interessante experimenten gedaan, maar desondanks hebben we ook met ontdekkingen te maken die zouden laten zien dat er simpelweg geen ruimte is voor deze processen. In de National Geographic documentaire "Earth investigated: the birth of the oceans”
werd er bijvoorbeeld gesproken over een ontdekking van extreem oud gesteente toen de aarde nog in zijn beginfase was, dat tekenen vertoonde van leven dat in staat was tot fotosynthese. Dan spreken we dus over behoorlijk complexe eencellige organismen. Er werd aanvankelijk aangenomen dat het proces van chemicaliën tot de eerste levende cellen meer dan een miljard jaar heeft geduurd (de stap van zichzelf replicerende chemicaliën naar een levende cel is dan ook veel groter dan van een levende cel naar de huidige complexen levensvormen. Als er echter al leven op aarde was zo gauw er maar leven kon zijn, dan is er überhaupt geen ruimte voor dit proces. Daarom gaan veel wetenschappers er nu van uit dat het leven niet eens op aarde is ontstaan maar op meteoren is ontstaan die het leven hier hebben gebracht.

We zullen zien wat er in de toekomst nog allemaal ontdekt gaat worden over het evolutie proces en het ontstaan van het leven.


Conclusie

We hebben gekeken naar de claims van Christelijke creationisten betreffend de leeftijd van de aarde, de wijze van schepping en de moderne wetenschap. Ik moet tot de conclusie komen dat er simpelweg geen conflict is tussen de oerknal, evolutie, een oude aarde, etc. Creationisme wordt zeer zwak ondersteund door zowel God’s schriftelijke openbaring als door God’s natuurlijke openbaring. Als valt evolutie niet uit de Bijbel zelf te halen (al zijn er wel enkele hints in de tekst) desondanks komt de tekst prima overeen met wat we kunnen ontdekken vanuit God’s natuurlijke openbaring. Evolutie is ook in de verste verte niet synoniem aan Atheïsme of naturalisme. Sterker nog, met betrekking tot mijn argumenten in hoofdstuk 2.5 is Theïstische evolutie juist waarschijnlijker dan Atheïstische evolutie. En met betrekking tot wat de de Bijbel leert is Theïstische evolutie veel waarschijnlijker dan creationisme.